Gajadien (VHP): 'Nog steeds geen formele uitleg monetaire autoriteiten over geconfisqueerde 19 miljoen euro'

'Dat nu pas ontdekt wordt dat zaken verkeerd zijn gegaan, betekent dat de moederbank haar taken al die tijd heeft verzaakt'


VHP-Assembleelid Asiskumar Gajadien, lid van de vaste parlementaire commissie Financiën, vindt het vreemd, dat de monetaire autoriteiten nu allerlei acties ondernemen om de schade door de in beslag genomen 19 miljoen euro geldzending door de Nederlandse Justitie te herstellen, terwijl zij formeel nog steeds niet met een verklaring hierover zijn gekomen. 

'De Centrale Bank van Suriname geeft aan dat zij al vijf jaren voor transport van middelen zorgt namens het lokaal bankwezen, maar nu duidt alles erop dat de zaak overgenomen is door de minister van Financiën. Waarom is dat gedaan? De moederbank zwijgt, maar als volksvertegenwoordiging, het hoogste college van staat, heeft De Nationale Assemblee het recht om te weten wat er precies hier gaande is', zegt Gajadien vandaag, maandag 4 juni 2018, in het Dagblad Suriname.

Sinds de inbeslagname worden er scherpe maatregelen getroffen door de banken en de cambio’s. Minstens drie banken accepteren bijvoorbeeld geen biljetten van 200 en 500 euro meer en brengen 3% in rekening voor stortingen vanaf  500 euro. De banken kopen ook geen euro’s meer van de cambio’s. De cambio’s mogen sinds 2016 alleen aan de banken euro’s verkopen en zitten nu met de valuta opgescheept.

Het geld dat in beslag genomen is, moest naar China waarmee Suriname een swapdeal heeft.

Ondernemers vinden, dat door de nieuwe maatregelen van de bank sommige goederen en diensten duurder zullen worden en de extra kosten afgewenteld zullen worden op de klanten. Zaken doen met de bank wordt ook langdradiger en moeilijker. Zakenmensen willen van de banken, de president van de Centrale Bank en de overheid horen wat er gedaan moet worden om te voorkomen dat er nog eens een geldzending wordt aangehouden.

Naar verluidt heeft Hoefdraad de cambiohouders ook gevraagd stukken in te leveren van de herkomst van hun geld dat ook in de geldzending zit.

Gajadien vindt, dat de noch cambiohouders noch de banken in deze als verdachte moeten worden aangemerkt, omdat de CBvS de rol heeft om toe te zien dat zowel de cambio’s als banken hun werk naar behoren doen. Dat nu pas ontdekt wordt dat zaken verkeerd zijn gegaan, betekent volgens hem, dat de moederbank haar taken al die tijd heeft verzaakt.

Intussen is de CBvS de banken tegemoetgekomen en heeft een financiële voorziening getroffen.