zaterdag 19 mei 2018

Minister-president Evelyn Wever-Croes van Aruba neemt afstand van interview in NRC

(Bron foto: Facebook)
'Nederland heeft aangegeven dat opvang Venezolanen interne aangelegenheid is van Aruba'

- 'Ik kan mij deze houding van de Nederlandse regering ook best wel goed indenken'
- 'Ik irriteer mij overigens niet snel'...


Minister-president Evelyn Wever-Croes van Aruba heeft afstand genomen van het geruchtmakende interview dat de NRC gisteren publiceerde. De premier haalde daarin uit naar de Nederlandse regering die zou weigeren Aruba te helpen bij de opvang van Venezolaanse vluchtelingen. De premier noemde de houding van politiek Den Haag ‘onverschillig en irritant’.

In reactie op de ophef over haar uitspraken liet Wever-Croes in onderstaande schriftelijke verklaring van vandaag, zaterdag 19 mei 2018, weten verbaasd te zijn over de publicatie waarvan delen volgens haar niet overeenkomen met hoe het vraaggesprek in werkelijkheid is verlopen:

'Aruba confronteert veel uitdagingen tegelijk. Financiële uitdagingen, sociale uitdagingen en wellicht de grootste uitdaging: de situatie met Venezuela. Het Kabinet Wever-Croes zit er amper 6 maanden en moet een nogal zware erfenis, zoals door het vorige kabinet onder leiding van Mike Eman achtergelaten, het hoofd bieden.

Wij maken ons zorgen om de situatie in Venezuela. Wij hebben al duizenden personen zonder legale status in Aruba, en dit, op een bevolking van amper 110.000 personen, is een groot probleem. De Arubaanse samenleving heeft tot nu toe dit aantal kennelijk kunnen absorberen, maar wij kunnen dit niet meer aan. Vandaar dat wij ook alle voorbereidingen treffen om te voorkomen dat een massa influx van personen uit Venezuela, Aruba nog zwaarder treft met alle gevolgen van dien.
Wij hebben een asielprocedure die wij volgen en zullen de internationale afspraken nakomen in die gevallen waarbij mensen vrezen voor hun leven. Meer kunnen we niet doen, aangezien wij zelf onze uitdagingen en beperkingen hebben.

Onderdeel van de voorbereidingen is uiteraard de prijskaart. Aruba heeft, dankzij het financieel wanbeleid van de voormalige regering, een nationale schuld van tegen de 90% van de Arubaanse GDP. Aruba heeft dan ook zelf niet voldoende middelen om de kosten die een asielbeleid impliceren, te dragen.

Nederland heeft aangegeven dat dit een interne aangelegenheid is en dat Aruba dit zelf moet zien hoe zij dit klaart.

Ik kan mij deze houding van de Nederlandse regering ook best wel goed indenken. In Den Haag heeft men, dankzij het financieel wanbeleid van mijn voorganger, geen vertrouwen in Aruba. En nu moet de Arubaanse bevolking hiervoor opdraaien. Overigens denk ik niet dat Nederland lang deze houding zal kunnen blijven innemen.
Ik ben van mening dat dit het gehele Koninkrijk zal treffen. Aruba zal er alles aan doen om de vluchtelingensituatie zo goed mogelijk aan te pakken zodat dit niet een negatieve impact zal hebben op het Koninkrijk, maar heeft daar wel hulp bij nodig.

In tegenstelling tot hetgeen in het NRC is gepubliceerd, irriteer ik mij niet aan deze houding. Ik irriteer mij overigens niet snel. Ik vind het zelfs enigszins begrijpelijk, gelet op de ervaring die men in Den Haag heeft opgedaan met mijn voorganger. Wij zijn hard doende om deze relatie te verbeteren en om het (wederzijdse) vertrouwen weer te herstellen. Het zal ongetwijfeld de nodige tijd nemen voordat wij zover zijn.

Wij hebben niet stil gezeten en wij zijn inmiddels in overleg met de EU, met ECLAC, met de VS, voor deze hulp. Daarnaast heb ik met de premier van Curaçao, en recentelijk met de president van Panama en de vicepresident van Colombia ook afspraken gemaakt om samen op te trekken. Ook van die kant kunnen wij op steun rekenen. Maar, elk van deze instanties en landen willen eerste zien hoe Nederland zelf met deze crisis zal helpen. 

Ik ben er zeker van dat als men in Den Haag ziet dat wij serieus bezig zijn om onze eigen problemen aan te pakken, dat wij ook daar op steun moeten kunnen rekenen. Inmiddels hebben de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken steun toegezegd voor wat betreft bijstand, expertise en logistiek. Wij stellen dat zeer op prijs.

Bezoek van Minister Stef Blok aan Venezuela

Minister van Buitenlandse Zaken Blok is in april in Aruba en Curaçao geweest voor een Koninkrijk Overleg Buitenlandse Betrekkingen met de premiers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Tijdens zijn reis is het hem gelukt om de impasse te doorbreken met Venezuela, nadat president Maduro op 6 januari 2018 eenzijdig de grenzen tussen de landen heeft gesloten.

Het standpunt van Aruba was steeds om zo spoedig mogelijk te komen tot heropening van de grenzen, maar wel onder zeer stringente voorwaarden. Het is uiteindelijk minister Blok gelukt om een convenant te ondertekenen. Nu zijn wij samen met Curaçao bezig, om met Venezuela afspraken te maken over de uitvoering van het convenant. In tegenstelling tot hetgeen in de Nederlandse media is gepubliceerd, was ik niet uitgenodigd om aanwezig te zijn bij die gelegenheid en heb ik ook niet gezegd dat er sprake zou zijn geweest van een show.

Wij hebben al voldoende aan ons hoofd om ons klein eiland te beschermen tegen de vele externe factoren die wij niet kunnen beïnvloeden. Wij stellen het dan ook niet op prijs om door de Nederlandse media nog eens te worden gebruik voor binnenlands politiek(e consumptie). In deze moeilijke tijden verwachten wij steun van eenieder; zeker vanuit Nederland.'

(Suriname Mirror/Koninkrijksrelaties.nu/Persbericht premier Wever-Croes van Aruba)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten