'Wijze van verkiezing leden Constitutioneel Hof kan leiden tot ongewenste en gevaarlijke politisering Hof'

Oemrawsingh (DA'91): 'Machtsdenken voert boventoon en niet democratische principes'



Bij de voorgenomen bemensing van het Constitutioneel Hof voert het machtsdenken de boventoon en niet de democratische principes. Zo reageert DA’91'er Sunil Oemrawsingh vandaag, vrijdag 20 december 2019, in de Ware Tijd, op het voornemen van de NDP-fractie om kandidaten voor te dragen voor dit instituut. 

'Deze wijze van kandidaatstelling voorspelt niet veel goeds. De wet schrijft voor dat niet een fractie de leden voordraagt, maar De Nationale Assemblee (DNA). Hiermee wordt gestimuleerd dat De Nationale Assemblee een 'bi-partisan' - een gezamenlijke - voordracht doet, ondersteund door oppositie en coalitie', zegt de politicus.

Het nadeel van 'dit beperkt inzicht' bij de NDP is dat de verkiezing van de leden van het Constitutioneel Hof kan leiden tot 'een ongewenste en gevaarlijke politisering van het Constitutioneel Hof', meent de partijraadsvoorzitter van DA '91. Daarnaast zou de NDP-fractie volgens hem 'de fijngevoeligheid van de democratie moeten worden bijgebracht, dat een compromis met de oppositie niet alleen een bewijs is van goed bestuur maar ook de democratische legitimiteit van het Hof vergroot wordt'.

Oemrawsingh stelt voor, dat coalitie en oppositie met een gezamenlijke voordracht komen. De eenzijdige voordrachten van kandidaten, zoals de NDP-fractie wil doen, gaan volgens de politicus voorbij aan het feit dat de Grondwet de ruimte laat voor onduidelijkheden en verschillende visies ten aanzien van de interpretatie van de precieze invulling van de rechten en verplichtingen die erin zijn opgenomen. 'De Grondwet is immers bij referendum, een vorm van directe democratie, aangenomen', stelt Oemrawsingh.

Vanuit de optiek van DA '91 is er een tweederdemeerderheid vereist ter goedkeuring van de voordrachten. Normaal kan een enkele partij geen tweederdemeerderheid behalen in DNA, zodat steeds een compromis bereikt moet worden tussen de verschillende politieke stromingen waardoor een breed draagvlak ontstaat in de samenleving, vindt de partijraadsvoorzitter.

Hij merkt verder op, dat gezien de rol en status die het Constitutioneel Hof vanuit de Grondwet moet vertolken en het belang van een hoge mate van geloofwaardigheid en kredietwaardigheid van haar uitspraken, DA '91 het wenselijk vindt dat de voorgedragen personen worden getoetst in publieke hoorzittingen. 'Deze hoorzittingen dienen onder toezicht van een bi-partisane commissie te staan, voorafgaand aan het besluit over de voordracht. Dit zou zeker bijdragen aan een beter parlementair én maatschappelijk debat, wat de transparantie en het democratisch proces zou verhogen. Dergelijke hoorzittingen zouden tegelijk ook de rol van DNA-leden versterken, wat ten goede kan komen aan de democratische legitimiteit van de Constitutioneel Hof-rechters', aldus Oemrawsingh.

Hij wijst erop, dat het Constitutioneel Hof geen rechtsprekend orgaan is en ook geen onderdeel vormt van de rechterlijke macht. Dit Hof overstijgt de klassieke scheiding tussen de drie staatsmachten. Het draagt volgens Oemrawsingh kenmerken in zich van een instelling die behoort tot de wetgevende macht, en van een instelling van de rechterlijke macht. 'Dit Hof is belast met de toetsing van wetten aan onze Grondwet en internationale verdragen. Deze toetsing geschiedt liefst nog voor de afkondiging van de desbetreffende wetten.'