donderdag 8 maart 2018

Zuid-Amerikaanse landen betichten West-Europese aardappelverwerkers van dumping

Colombia en Peru stellen een onderzoek in naar mogelijke dumping

'Achter beschuldigingen zit grote multinational die op oneigenlijke gronden probeert eigen business te beschermen'

  
Van dumping van West-Europese diepgevroren friet in Zuid-Amerika is absoluut geen sprake. Achter beschuldigingen in die richting zit een grote multinational, die op oneigenlijke gronden probeert zijn eigen business te beschermen, zegt Piet Hein Merckens, CEO van Aviko Nederland. 

Het zou ook van 'strategische waanzin' zijn voor de Nederlandse economie om producten te goedkoop op de markt te brengen in landen als Brazilië, Colombia en Peru. Die landen vinden dat West-Europese diepvriesfriet bij hen te goedkoop op de markt wordt gebracht, en zo lokale Zuid-Amerikaanse producenten uit de markt prijst. Brazilië heeft al import-beperkingen gesteld. Maar al die beschuldigingen zijn onterecht en 'niet zo aardig', zegt Merckens. De onderzoeken waar de beschuldigingen op gebaseerd zijn, zijn volgens hem onzorgvuldig.

Nederland is de op een na grootste aardappelverwerker van de wereld. Van de totale productie gaat 85% de grens over, vooral naar Europese afnemers. Nederland exporteerde in 2015 voor een bedrag van 140 miljoen euro diepvriesfriet naar Zuid-Amerika.

Brazilië was het eerste land dat een heffing introduceerde op Europese friet. Het land is met een import van 42 miljoen de belangrijkste afnemer van Europese aardappelproducten. Sinds de regering een heffing introduceerde, is de export vanuit Europa met 60% afgenomen. Colombia (exportwaarde 5 miljoen euro) en Peru (export 10 miljoen) stellen een onderzoek in naar mogelijke dumping.

 de steun van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel heeft Merckens niets te klagen, maar de Europese Commissie laat het volledig afweten. 'De EC is de enige die bezwaar kan aantekenen bij het panel dat naar de geschillen onder het WTO-handelsverdrag kijkt. De EC is op zich wel betrokken, maar laat niet zijn tanden zien. Als het om vliegtuigen of staal gaat, komen ze veel eerder in actie. Er gaat geen euro naar onze sector toe en als we dan een keer vragen om het voor ons op te nemen, is er weinig moed om de tanden te laten zien.'

Als je als bedrijf juist ambieert om in de groei van de markt te investeren en het zo snel mogelijk wilt terugverdienen, is dumping volgens Merckens geen voor de hand liggende optie. 'We hebben te maken met een zeer competitieve en efficiënte sector. Dat hebben we mede dankzij de akkerbouwers die op een zeer professionele manier telen en daardoor hoge opbrengsten en een lage aardappelprijs hebben. Vervolgens hebben wij als industrie veel geïnvesteerd in efficiency en de kwaliteit en kunnen we hele goede producten brengen, tegen een vrij lage kostprijs.'

Merckens heeft wel een verklaring voor de grond van de Zuid-Amerikaanse aantijgingen: het zijn de hoge Britse tarieven, onderhevig van allerlei koersverschillen, die vergeleken zijn met de prijzen in Brazilië, zo zegt hij. 'Dat is volledig arbitrair en het heeft vooral alles te maken met politici die herverkozen willen worden. Daarnaast zit er naar onze smaak een grote multinational achter, die 82 procent van de Colombiaanse markt in handen heeft en op oneigenlijke gronden probeert zijn eigen business te beschermen.'

(Suriname Mirror/BNR/AgriHolland.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten