dinsdag 30 januari 2018

Kanhai vraagt Krijgsraad om OM niet ontvankelijk te verklaren in 8 decemberzaak Bouterse

Kanhai, rechts (Bron footo: Twitter/Nina Jurna)
Advocaat doet zijn best aan te tonen, dat Bouterse niet aanwezig was in Fort Zeelandia toen moorden werden gepleegd

Kanhai gaat voor niets anders dan vrijspraak voor Bouterse


Irvin Kanhai, advocaat van hoofdverdachte Desi Bouterse in het 8 decemberproces, heeft maandagochtend 29 januari 2018, een langdurig pleidooi gehouden op de zitting van de Krijgsraad om zijn cliënt vrij te pleiten van vijftienvoudige moord op 8 december 1982. 

Kanhai vroeg de Krijgsraad niet mee te gaan met de eis van de auditeur-militair Roy Elgin. Er is twintig jaar cel geëist tegen Bouterse. De Krijgsraad werd gevraagd om het Openbaar Ministerie (OM) niet ontvankelijk te verklaren, aldus Starnieuws. Maar, waarom precies vermeldt Starnieuws niet.
De Ware Tijd schrijft echter, dat volgens Kanhai niet-ontvankelijkheid of vrijspraak de consequentie moet zijn van het terzijde leggen van de Amnestiewet door de Krijgsraad en vanwege het feit dat volgens hem geen bewijs tegen Bouterse is geleverd.

De strafpleiter voerde ook aan, dat Nederland een schadevergoeding zou moeten betalen aan de nabestaanden van de vijftien slachtoffers, omdat Nederland als veroorzaker van de situatie destijds dient te worden aangemerkt. Nederland had economisch belang bij verwijdering van de regering van legerleider Bouterse en daarom er niet voor heeft geschroomd mensenlevens op het spel te zetten.

Kanhai beschuldigde Nederland van inmenging in Surinaamse aangelegenheden. Ook de Binnenlandse Oorlog zou zijn gefinancierd door Nederland. De media in Suriname hebben volgens de advocaat 'slaafs' meegedaan aan de 'hersenspoeling' van de samenleving.

De advocaat van Bouterse bleef erbij dat de 8 decemberslachtoffers bezig waren met een coup. Hij deelde mee dat er een invasie gepland was.

Hij stond lang stil bij hun rol om de toenmalige regering ten val te brengen. Kanhai zei, dat de slachtoffers hoog verraad hebben gepleegd. Hij citeerde diverse personen, documenten en berichten om zijn bewering kracht bij te zetten.

Kanhai ging uitgebreid in op verklaringen van getuigen. Hij wilde hiermee aantonen, dat Bouterse niet aanwezig was in Fort Zeelandia toen de moorden werden gepleegd. Hij leverde ook heftige kritiek op het Openbaar Ministerie.

De advocaat hield de Krijgsraad voor, dat strafrecht niet een spel is van verdachtmaking en vermoedens, maar van 'serieus en hard bewijs'. Tegen Bouterse bestaat volgens hem geen enkel bewijs. Hij gaf de auditeur-militair een onvoldoende voor het werk dat is afgeleverd. Hij zou zich niet voldoende hebben verdiept in het onderzoek, schrijft de Ware Tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten