woensdag 10 januari 2018

Ingrid Karta-Bink (PL): 'Overdrachtskosten grondhuur in termijnen betalen'

'Verhoging van grondhuur overschrijdt de grenzen van empathie en realisme totaal'


Het Assembleelid Ingrid Karta-Bink (Pertjajah Luhur, PL) is van oordeel, dat het verhogen van de grondhuurkosten op zich geen catastrofe is, mits er redelijke tarieven gehanteerd worden. In het huidig gepresenteerde voorstel vanuit het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB), merkt zij op dat de verhoging van grondhuur de grenzen van empathie en realisme totaal overschrijden. 

'Als we in het bezit zijn van een grondhuurperceel moeten we de daarbij behorende kosten betalen, maar natuurlijk moet het billijk zijn. Het gaat niet zozeer om de tarieven van de kleine woningbouw, maar om de zakelijke doeleinden en de overdrachtskosten die ondragelijk zijn', aldus Karta-Bink vandaag, woensdag 10 januari 2018, in jet Dagblad Suriname toe.

Op grond van artikel 28 van de Decreet Uitgifte Domeingrond is vastgesteld, dat de overdracht van het grondhuurrecht uitsluitend kan geschieden indien er toestemming is verleend door de RGB-minister, alsook wanneer er een financiële vergoeding ten behoeve van de Staat is voldaan. Uit het voorstel blijkt, dat deze vergoeding 7% van de getaxeerde waarde van het grondhuurperceel bedraagt.

Karta-Bink beklemtoont, dat een grondhuurbeschikking gedurende 40 jaren geldig is, waarbinnen de overdracht van het grondhuurperceel eveneens kan plaatsvinden. 'Voor dat deel van het grondhuurperceel dat afgedragen wordt, moet je kosten betalen aan de Staat; 7% is voor de overheid en 4% voor de notaris. Bij een perceel van 500 vierkante meter met een waarde van Srd 112.500 bedragen de overdrachtskosten Srd 7.840. De overheid stelt voor dat de overdrachtskosten ineens in één keer betaald moeten worden. Dit is mijn bezwaar: waarom kunnen burgers dit niet in termijnen betalen net als hoe de belastingen per kwartaal geïnd worden?'

Behalve de overdrachtskosten komen er ook notariële kosten bij kijken waardoor dit enorm zwaar kan wegen op de grondhuurbezitters. Voor economische activiteiten zijn de volgende tarieven op grondhuurpercelen voorgesteld: Srd 1 per vierkante meter (bedrijfspand) en Srd 200 per hectare (landbouwarealen). Bij bedrijfsgerelateerde activiteiten betreft het vaak grote hoeveelheden grond waardoor de kosten, zoals in het voorstel is opgenomen, aanzienlijk zijn voor ondernemers.

'De meeste agrariërs bezitten minimaal 5 hectare grond. En met de jaarlijkse kosten van Srd 200 per hectare ligt dit aan de hoge kant; een agrariër is bovendien een particulier die een bijdrage wil leveren aan de voedselschuur die de regering in petto heeft. Waarom is gekozen voor een bedrag van Srd 200 in plaats van bijvoorbeeld Srd 50 per hectare?'

Naar zeggen van de parlementariër dienen de autoriteiten ook rekening te houden met het feit dat er thans nauwelijks stimulerende maatregelen aanwezig zijn voor de productiesector. 'Er is vaak gevraagd om de government take op benzine af te schaffen, maar dit is niet gebeurd. De overheid verdient al veel uit de productiesector. Wanneer wij de ondernemers nu extra forse kosten zullen geven, zal het moordend werken.'

Karta-Bink heeft daarentegen geen bezwaar wanneer speculanten, die hun cultuurplicht niet naleven, hardhandig worden aangepakt. 'Er moet een inventarisatie en controle plaatsvinden vanuit RGB; grondhuurpercelen die niet in cultuur zijn gebracht, moeten ingetrokken worden. Domeingrond moet van de overheid blijven.'

De begrotingsbehandeling, waarin onder andere de verhoging van grondhuur is opgenomen, wordt hoogstwaarschijnlijk op 15 januari 2018 gecontinueerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten