vrijdag 2 februari 2018

Opinie: 'Nederland geeft Desi Bouterse onbedoeld zuurstof om samenzweringstheorieën te uiten

'Samenzweringstheorieën over Nederlandse rol in Suriname kunnen worden bestreden met openheid' 

'Tweede Kamer moet ten spoedigste dossiers openbaren over onder meer mogelijk actieve rol Nederlandse staat bij militaire coup door Bouterse in 1980'

Door: Dave Ensberg-Kleijkers, De Volkskrant, donderdag 1 februari 2018


Op ronduit lafhartige wijze verdedigt de Surinaamse president én hoofdverdachte in het Decembermoordenproces, Desi Bouterse, zich bij monde van zijn advocaat Irvan Kanhai. De vijftien slachtoffers van 9 december 1982 waren volgens hem geen onschuldige mensen, maar 'handlangers' die met hulp van de Nederlandse staat een tegencoup organiseerden. Flagrante onzin, zoals we deze al decennialang van Bouterse kennen. 

Er is echter één probleem: Nederland geeft hem onbedoeld de zuurstof om dit soort samenzweringstheorieën te kunnen spuien, omdat ons land weigert geheime dossiers uit de jaren tachtig te openbaren.

Ik dacht dat ik afgelopen maandag onwel werd toen ik berichten las over de verdediging van advocaat Kanhai. 'We moeten de militairen die ons behoed hebben voor deze invasie eigenlijk eren, ze zijn helden, anders waren er misschien duizenden doden gevallen', sprak hij in een rechtszaal in het centrum van Paramaribo. Het gaat hier om militairen die verantwoordelijk zijn voor de laffe moord op vijftien onschuldige mannen. Mannen die zich als vakbondsleider, journalist, advocaat of anderszins terecht en moedig kritisch opstelden tegenover de militaire dictatuur die begon in 1980 na de illegale coup van Bouterse en anderen. Mannen die zonder proces of formele aanklacht in de gevangenis zijn gegooid om vervolgens door een stel opgefokte militairen op beestachtige wijze te worden geliquideerd.

Deze mannen waren slachtoffers en allesbehalve staatsgevaarlijke handlangers van Nederland. Hun dierbaren zijn ruim 35 jaren later nog steeds ontroostbaar, maar blijven zich inzetten voor gerechtigheid in de vorm van een veroordeling van de daders.

Zonder enige compassie sprak de juridische buikspreekpop van Bouterse maandag over deze vijftien mannen. Of het moet deze tenenkrommende poging tot een vorm van empathie zijn geweest: 'De dood van de slachtoffers is te betreuren, dat was niet de bedoeling. Opgekropte spanning en bedreigingen van militairen hebben tot de 'verwoestende uitbarsting' en tot de dood van de slachtoffers geleid'. 

Kanhai beperkt de vijftienvoudige moord in wezen tot een vervelende samenloop van omstandigheden. 'Niet goed te keuren, maar wel heel goed te begrijpen' is ongetwijfeld het mantra waarmee hij zichzelf 's nachts in slaap sust.

Ik ben ervan overtuigd dat de Krijgsraad demagogie en holle retoriek wel zal kunnen onderscheiden van juridische, strafbare feiten. Bovendien heeft Kanhai met zijn relaas laten zien dat de daders daadwerkelijk een motief hadden voor hun kennelijk voorbedachte misdaden. Daarmee zijn alle drie hoofdingrediënten voor een veroordeling aanwezig: er was een motief, er was een gelegenheid en waren middelen om deze moorden succesvol uit te voeren. Meervoudige moord met voorbedachten rade onder verantwoordelijkheid en directe aansturing van de zittende president van de Republiek Suriname. Het zou mij bijzonder verbazen als Bouterse uiteindelijk niet wordt veroordeeld.

Maar deze geruststellende gedachte over het verloop van deze rechtszaak bestaat in mijn hoofd en in mijn Surinaams-Nederlandse hart naast een andere, minder positieve gedachte.

Bouterse blijft te pas en te onpas een uitgebalanceerde mix van halve waarheden en glasharde leugens verkondigen over de rol van Nederland in haar voormalige kolonie Suriname in de jaren tachtig. De zwijgzaamheid van de Nederlandse overheid over haar feitelijke rol toentertijd in Suriname versterkt de retoriek van Bouterse en Kanhai. Retoriek die dus waarschijnlijk geen juridische gevolgen zal hebben in de vorm van een vrijspraak, maar wel een ongewenst beeld neerzet van de geschiedenis. Bovendien draagt het bij aan de negatieve beeldvorming van veel Surinamers over Nederland. In 2010 verscheen er in deze krant een indrukwekkende reconstructie over hoe Nederland in 1987 'op het punt stond om, met steun van Amerika, Suriname binnen te vallen en legerleider Desi Bouterse te arresteren'. Dat was dus het jaar 1987 en niet 1982, waarover Kanhai afgelopen maandag sprak.

Verder is bekend dat Nederland hetzelfde serieus overwoog in 1991.

Maarm ook weten we dat Nederland, in de vorm van het kabinet-Lubbers, het verzoek van de Verenigde Staten om in 1982 na de Decembermoorden militair in te grijpen, heeft afgewezen. Sinds de jaren tachtig is door dit soort berichten een deel van het historische feitenrelaas duidelijk geworden. Maar er is nog het nodige onduidelijk.

Er liggen tot 2060 geheime dossiers achter slot en grendel in het Nationaal Archief. In deze dossiers staat het volledige verhaal over onder meer de mogelijk actieve rol van de Nederlandse staat bij de militaire coup door Bouterse in 1980.

 De Tweede Kamer moet ten spoedigste deze dossiers openbaren om zo de waarheid tegenover de herhaaldelijke, valse geschiedschrijving van Bouterse cum suis te presenteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten