woensdag 8 april 2020

Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 door Assemblee na 16 uur vergaderen aangenomen - Oppositie: 'Onder het mom van Covid-19 worden mogelijkheden gecreëerd om ongebreideld monetair te financieren'

Met aan- name wet is ook een noodfonds van Srd 500 miljoen goedgekeurd

- Oppositie: Wet op de Staatsschuld en Bankwet opzij gezet en schulden vanaf 2002 omgezet in langlopende lening
- Oppositie: 'Op basis van bestaande wetten kan de situatie beheerst worden'
- Coalitie: 'Geen sprake van een noodtoestand, maar een uitzonderingstoestand'


De Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 is na een marathonvergadering - die gistermiddag begon - vanochtend, woensdag 8 april 2020, om negen uur aangenomen met 27 stemmen vóór en 8 tegen. Er is in eerste aanleg op voorstel van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën een noodfonds van Srd 500 miljoen goedgekeurd. Leningen op de lokale markt voor de financiering van het bedrag, hebben voorkeur boven de voorziening van voorschotten in afwijking van de Bankwet. De termijn voor de uitzonderingstoestand is maximaal drie maanden, met een mogelijkheid tot verlenging. Starnieuws en de Ware Tijd berichten uitgebreid over de vergadering.


De oppositie staat achter de Covid-19-maatregelen, maar is van oordeel, dat de wet op de Staatsschuld en de Bankwet opzij worden gezet en schulden vanaf 2002 omgezet in een langlopende lening. Covid-19 wordt volgens commissielid Assembleelid Krishna Mathoera (VHP) misbruikt.

De debatten tussen oppositie en coalitie waren, aldus Starnieuws, 'heftig'. Het wantrouwen bij de oppositie tegen de regering over de wet is groot. De president kan volgens de oppositie met resoluties verregaande maatregelen treffen zonder De Nationale Assemblee erin te kennen. Er is veel kritiek geleverd op de afwezigheid van president Desi Bouterse in de vergadering. Vicepresident Ashwin Adhin reageerde hie erop door te stellen, dat de president met andere dringende zaken bezig is.

Oppositie fracties benadrukten dat op basis van bestaande wetten de situatie beheerst kan worden. Zij zijn niet tegen maatregelen, maar vinden dat het niet nodig is om zo'n ingrijpende wet af te kondigen. De periode van drie maanden met nog eens een verlenging is volgens de oppositie onnodig.

Coalitieleden hebben erop gewezen, dat er geen sprake is van een noodtoestand, maar een uitzonderingstoestand, dat in feite al in de praktijk werkzaam is. Er komt een parlementaire crisiscommissie onder leiding van Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons. De regering zal regelmatig contact onderhouden met deze commissie.

'We praten hier niet over de verkiezing verschuiven', zei commissielid Rossellie Cotino (NDP). Dit is ook enkele malen benadrukt door commissievoorzitter Melvin Bouva. Geerlings-Simons merkte op, dat de regering de zittingstermijn van De Nationale Assemblee niet kan verlengen. Volgens de wet is alleen het college hiertoe bevoegd. 'Er is altijd een parlement totdat de nieuwe leden na de verkiezing worden toegelaten', aldus Geerlings-Simons.

NDP'er Melvin Bouva merkte op 'dat in een tijd waar wij als land te maken hebben met financiéél-economische uitdagingen en nog bijkomt kijken een gezondheidscrisis, is het meer dan ooit noodzakelijk dat wij de regering de ruimte bieden om alles in hun macht aan te wenden ten behoeve van het belang van die samenleving. Rijke landen zien hun economie neergaan, maar hebben nog tal van mogelijkheden om die weer een boost te geven. Een uitbraak van Covid-19 zal voor een ontwikkelingsland als Suriname op sociaal-maatschappelijk en economisch gebied desastreuze gevolgen hebben.' 

Hij heeft verschillende voorstellen van Assembleeleden en diverse organisaties meegenomen in de wet. Hij vindt dat de wet is aangescherpt.

De oppositie voerde aan, dat de regering ongebreideld monetair wil financieren op basis van deze wet. De Bankwet en het schuldplafond kunnen terzijde worden gezet als er meer geld nodig is. De burgerrechten worden onnodig ingeperkt. De regering zal komen aan eigendomsrechten en de vrije meningsuiting. Geëist werd, dat de regering transparant is en codes invoert over de situatie. De oppositie wil een plan van aanpak en geeft de regering geen blanco mandaat. Opgemerkt werd, dat de regering andere plannen heeft met deze wet. Aangevoerd werd, dat er geen machtsmisbruik mag plaatsvinden. Onder het mom van Covid-19 worden volgens de oppositie mogelijkheden gecreëerd om ongebreideld monetair te financieren.

Adhin zei, dat de regering geleidelijk aan maatregelen heeft getroffen. Als de situatie verergert, wanneer er sprake is van lokale besmetting, dan wordt een complete lockdown niet uitgesloten. Er moeten volgens hem ook middelen zijn om de situatie te kunnen opvangen. 'Het Covid-19-team werkt hard en maakt lange uren. De regering vraagt mandaat om te kunnen handelen, als het noodzakelijk is. Het opvangen van lonen, werklozen en faillissementen bereikt een kritisch punt.' Hij belooft transparantie en zei, dat maatregelen van te voren worden bekendgemaakt en besproken met betrokkenen, waar mogelijk is. 'Wij zijn niet hier om de verkiezingen uit te stellen, een noodtoestand of één of ander toestand te creëren. Wij zullen het samen doen.'

Minister Hoefdraad schetste een zorgwekkende situatie van de financieel-economische situatie. Er zijn middelen nodig om het land draaiende te houden. Diverse inkomsten zijn teruggelopen; de economische activiteiten zijn voor een groot deel stilgevallen. Met internationale financiële instellingen wordt herschikking afgesproken van nog niet opgenomen gelden. Met de Centrale Bank van Suriname zal in overleg getreden worden voor aanpassing van de richtlijnen naar de banken.

De oppositie is echter niet te spreken een nieuw lid dat in de wet is toegevoegd. 'Teneinde te voorkomen, dat oude gecumuleerde voorschotten en leningen vanaf 2002 samenvallen met de noodvoorzieningen die in dit artikel zijn getroffen, dienen de minister van Financiën en de governor van de Centrale Bank van Suriname eerder aangegane leningen en geaccumuleerde voorschotten vanaf 2002 te consolideren in een langlopende lening conform lid 2 van dit artikel.'

De oppositie vindt dat met deze wet misbruik is gemaakt van Covid-19. De fracties van VHP, NPS, PL, ABOP en DOE zeiden, dat ze meewerken aan alle maatregelen om Covid-19 te bestrijden. Maar, met deze wet is het volgens hen niet het geval.  

Asiskumar Gajadien (VHP) zei bij de stemmotivatie, dat met deze wet andere financiële belangen veiliggesteld zijn door de regering en de coalitie.
Dew Sharman (VHP) heeft de indruk dat Covid-19 zal worden misbruikt voor andere zaken. Hij voerde aan, dat de regering de afgelopen periode heeft bewezen dat ze geen democratische inborst heeft, corrupt en niet transparant is. 'De situatie in Suriname, met momenteel nog vijf actieve gevallen, noodzaakt niet tot het afkondigen van een uitzonderingstoetstand. Er is nog geen sprake van een epidemie.'


Mahinder Jogi, VHP, waarschuwde tegen het inzetten van staatsbesluiten waarmee bijzondere maatregelen krachtens de wet Uitzonderingstoestand kunnen worden getroffen. Hij stelde voor, dat er vooraf overleg is tussen de in te stellen parlementaire crisiscommissie met de president, voordat bij staatsbesluit zaken worden bepaald. Het parlement moet niet volledig buitenspel gezet worden.
Gregory Rusland (NPS) voerde aan, dat alleen goedkeuring wordt gegeven aan Covid-19. 'De vrijheid van meningsuiting wordt aangetast. Er wordt afgeweken van de Bankwet en dat is een zorgpunt.'
Marlon Budike van de NPS stelde, dat indien de Begroting-2020 al was behandeld en goedgekeurd, de regering wel middelen zou hebben voor aanpak van de coronacrisis. Indien wat op de begroting staat niet toereikend zou zijn, dan had de regering met een suppletoire begroting naar het parlement kunnen komen.
Paul Somohardjo (PL) beweerde, dat de macht van De Nationale Assemblee overgedragen wordt aan de regering.
Marinus Bee (ABOP) zei, dat een wijze les is geleerd, dat er geld was en dat is verbrast. Net als Patricia Etnel (NPS) zei Bee ook, dat er volgens de minister ruim US$ 26 miljoen beschikbaar is. 'Er wordt meer geld gezocht voor andere dingen. De regering gaat het geld volgens hem gewoon verbrassen met het oog op de verkiezingen.'
Carl Breeveld (DOE) zei, dat er vraagtekens zijn bij de wijze waarop de regering omgaat met financiële middelen en de Bankwet wordt opzij gezet. Hij vindt ook, dat het ministerie van Volksgezondheid met op wetenschappelijke basis geschoeide projecties en prognoses moet komen om de strengere en ingrijpende beperkingsmaatregelen te rechtvaardigen. Volgens Breeveld gaat het nog steeds om een volksgezondheidsprobleem en niet iets dat te maken heeft met staatsveiligheid. Aangezien het een sociaal-maatschappelijk vraagstuk is zouden ook de sociale partners en maatschappelijke groepen betrokken moeten worden bij de totstandkoming van de wet, meent de politicus.
Ook hij sprak zijn bezorgdheid uit dat de wet kan worden misbruikt voor monetaire financiering. Wat betreft het zoeken naar fondsen, stelde de DOE-fractieleider voor, om deze te zoeken bij multilaterale instellingen die ook voor begeleiding kunnen zorgen. De regering geniet niet het vertrouwen dat ze op een behoorlijke wijze met geld weet om te gaan,

Amzad Abdoel (NDP) stelde, dat gezondheidszorg prioriteit is en de middelen zullen vrijgemaakt worden, ook voor de kleine ondernemers die ondersteuning nodig. 'Elk financieel belang is ondergeschikt aan de gezondheid.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten