vrijdag 17 mei 2019

Terreurverdachte na 22 maanden te zijn opgesloten voorlopig in vrijheid gesteld

Rechter ziet geen reden om Naser I. langer vast te houden - Broer Raoul A. blijft vast zitten


Terreurverdachte Naser I. is vrijdag 17 mei 2019 na 22 maanden te zijn opgesloten voorlopig in vrijheid gesteld. De rechter stelde dat zij geen reden meer had om hem langer vast te houden. Broer Raoul A., die ook wordt verdacht van voorbereiden van terreurdaad en het ronselen van strijders voor Islamitische Staat (IS), blijft nog in verzekering, zo berichten de Ware Tijd en onder andere het AD in Nederland.

Er zal in deze zaak op 14 juni vonnis gewezen worden.

Bij het horen van de voorlopige invrijheidstelling van Naser I. reageerden de mannen opgelucht. Ze omhelsden elkaar en lieten de tranen de vrije loop. Een zus van de broers sprong een gat in de lucht.

De rechter maakte Raoul A. hierbij duidelijk dat hij nog wordt vastgehouden. De mannen hadden vrijdag de gelegenheid om hun laatste woord te voeren. Dat deed Raoul A. en hij ontkende betrokkenheid bij alle strafbare feiten waarvan hij wordt verdacht. Naser I. had geen behoefte voor een laatste woord en sloot zich aan bij de verklaring van zijn broer.

Het Openbaar Ministerie eiste eerder dit jaar respectievelijk zes en vier jaar celstraf tegen A. en I. Volgens de aanklager hebben de broers zich schuldig gemaakt aan deelneming aan een terreurorganisatie, financiering van terrorisme, ronselen voor de gewapende strijd in Syrië en bezit van munitie. Dat laatste feit is door de broers bekend, maar de straf daarvoor zou lager zijn dan de duur van het voorarrest.

De Officier van Justitie heeft zich voor een groot deel van de bewijsvoering gebaseerd op vele chatberichten die op de telefoons van de mannen zijn aangetroffen, waarin vooral A. zich extreem uitte. Volgens A. heeft het OM zeer selectief geput uit de chats. A. heeft toegegeven dat hij een korte periode in de ban van Islamitische Staat (IS) is geweest, maar na enkele maanden al op andere gedachten kwam en nooit is geradicaliseerd.

De advocaten van A. en I. betoogden vorige maand dat het bewijs tegen hun cliënten zwak of niet aanwezig is. De mannen hebben zich misschien wel radicaal opgesteld, maar er is geen bewijs van lidmaatschap, stelden ze. Geld dat de broers een keer naar een Syriëganger hebben gestuurd, was bedoeld voor diens hotelkosten. Van deelname aan een terroristische organisatie is volgens hen geen sprake.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten