donderdag 19 juni 2014

De lange weg van een monument in wording

Bouw monument steeds uitgesteld door administratieve en financiële rompslomp

Commissie monument heeft zaken niet op orde

19-06-2014 Door: Paul Kraaijer (Obsession Magazine)


Paramaribo – De Surinaamse minister van Defensie, Lamure Latour, gaf in juli 2013 opdracht tot het opzetten van een monument voor gevallenen, militairen en burgers, tijdens de Binnenlandse Oorlog. Waar het monument zou komen en hoe het eruit zou moeten gaan zien was toen nog niet bekend. Enkele maanden later, op 13 november, werd door toenmalig minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken de Commissie Monument Gesneuvelde Militairen en Burgers tijdens de Binnenlandse Oorlog in de periode 1986-1992. De commissie, onder voorzitterschap van Henk Herrenberg, moest zorgen voor een ontwerp van het monument en een locatie. Inmiddels is het bijna juli 2014 en nog steeds is het monument niet gereed. Een jaar van stagnaties door verschillende redenen ligt hieraan ten grondslag.

Half juni van dit jaar liggen de werkzaamheden aan het monument al ruim zes weken stil. 'We zitten met financiën', was de reactie van Herrenberg tegenover De West van dinsdag 17 juni.
Herrenberg beweerde, dat de commissie de stukken niet op tijd in orde gemaakt heeft, waardoor er stagnaties opgetreden zijn en er nog geen geld vrijgemaakt is om de bouwwerkzaamheden op te pakken. Verder beweerde hij, dat bepaalde zaken bij de overheid niet snel worden afgehandeld als men niet de juiste procedure volgt.

Herrenberg bereidt komst monument nauwelijks voor
Maar, het is niet de eerste keer dat de commissie en haar voorzitter blijk geven hun zaken niet op orde te hebben. Voordat je met de nodige poeha begint met de bouw van een monument zorg dan dat alles 'er omheen', ook de administratie, rond is, zoals de financiering waardoor de bouw ongestoord kan plaatsvinden. Maar nee hoor, het gaat weer op z'n Jan Boeren Fluitjes. Organiseren moet en kun je leren. Dit is echt een aanfluiting...

De eerste en tweede streefdatum voor het 'Monument Gesneuvelde Militairen en Burgers tijdens de Binnenlandse Oorlog in de periode 1986-1992’ werden niet gehaald. De eerste streefdatum was rond 25 november. De tweede streefdatum was 25 februari, maar door stagnatie werd ook die onthulling verschoven.

Herrenberg negeert ex-militairen
Begin november 2013 kwam er overigens nog kritiek vanuit de vereniging van ex-militairen naar aanleiding van door Herrenberg gedane uitspraken, dat het idee voor een monument al bestond vlak na de binnenlandse oorlog. De toenmalig voorzitter van de vereniging, Renato Cyrus, beweerde echter, dat ex-militairen in 2007 gevraagd hebben om een monument. 'We hebben erop aangedrongen bij de vorige regering alsook bij de huidige. Het idee is van ons', aldus Cyrus. De ex-militairen zijn ook gepikeerd, omdat zij niet betrokken zijn bij de planning van het opzetten van de monumenten. Ze hadden ook graag een bijdrage willen leveren aan de bouw van de monumenten. 'We hebben ook technische mannen onder ons en we hadden zo graag een bijdrage willen leveren. We betreuren het dat de commissie ons zo is gepasseerd.' Aan de vereniging was volgens Cyrus wel ondersteuning gevraagd door de commissie, maar dan alleen om hen te helpen aan namen van militairen die tijdens de oorlog zijn omgekomen.

Regering Venetiaan-Sardjoe wilde geen monument
Overigens liet vicepresident Ramdien Sardjoe op 3 december 2009 een vertegenwoordiging van ex-militairen weten, dat zijn regering Venetiaan-Sardjoe er niet aan dacht om een monument op te zetten speciaal voor gevallen militairen in de Binnenlandse Oorlog. Sardjoe omschreef deze 'onnodige strijd' als een broederoorlog, waarbij kinderen van het land zijn gevallen. 'Het was een strijd tussen Surinamers onderling en dan wordt niet meer gekeken of aan de zijde van de toenmalige regering is gestreden.' Hij zei ook dat een ieder die zich heeft ingezet voor het Surinaamse volk moet worden herdacht. 'Want ook de gesneuvelden van de andere partij maken daarop aanspraak.'

Commissie doet haar huiswerk slecht
Begin 2014 lagen de werkzaamheden drie maanden stil. Oorzaak zou zijn geweest, dat de commissie geen toestemming had van het ministerie van Openbare Werken (OW) en de Commissie Monumentenzorg Suriname. Begin maart kreeg de commissie echter de persoonlijke toestemming van president Desi Bouterse om het gedenkteken af te bouwen. De Commissie Monumentenzorg Suriname stelde, dat het stuk grond waarop het monument voor gevallen burgers en militairen komt, is geoccupeerd door de commissie ‘Monumenten van de gesneuvelde Burgers en militairen 1986-1992′. De Waterkant valt echter onder de Werelderfgoedlijst van de VN-organisatie UNESCO (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization) die door de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname wordt beheerd. Bij het plaatsen van objecten zoals monumenten, moet de beheerder eerst op de hoogte gesteld worden. Ook heeft de commissie onder leiding van Herrenberg geen bouwvergunning van OW om aan de Waterkant een monument op te zetten. Na de mededeling van Bouterse zag Herrenberg geen aanleiding meer om Openbare Werken en de Commissie Monumentenzorg Suriname om toestemming te vragen. ‘Wij hebben al groen licht van de hoogste man van het land en de Waterkant valt onder het beheer van het Kabinet van de President', was de reactie van commissievoorzitter Herrenberg.

De werkzaamheden begonnen weer op 3 maart 2014. De commissie had overigens een levensduur van drie maanden, maar president Bouterse verlengde het voortbestaan met zes maanden.

Nu, 19 juni 2014, liggen de werkzaamheden aan de Waterkant dus weer stil.

Wachten op UNESCO
De UNESCO blijkt haar bevindingen over het opzetten van het gedenkteken in de historische binnenstad nog niet kenbaar gemaakt. Dat is volgens directeur Stephen Fokke van de Stichting Gebouwd Erfgoed niet de schuld van de VN-organisatie. Hij zei 13 juni tegenover de Ware Tijd, dat tijdens een vergadering op 14 april bij minister Rabin Parmessar van Openbare Werken is besloten, dat UNESCO wordt gehoord. Behalve de Stichting Gebouwd Erfgoed was ook de commissie 'Monumenten van de gesneuvelde militairen en burgers 1986-1992' betrokken bij dit besluit. Er is toen een ontwerp van het monument gestuurd naar de UNESCO en die heeft 16 mei gereageerd.
'UNESCO heeft meer behoefte aan informatie zoals een driedimensionale tekening. Ook wil UNESCO weten wat voor soort objecten voorkomen nabij het monument', aldus Fokke. Maar de overheid heeft nog niet gereageerd op het schrijven van UNESCO, waardoor de visie van VN-organisatie nog uitblijft.

Halfslachtig werk commissie Herrenberg 
De weg naar een monument is lang. Echter, met een betere organisatie, een betere planning, een betere administratie en een beter financieel beheer had het monument al in volle glorie onthuld kunnen zijn.

Een jaar na de bekendmaking door de minister van Defensie, dat er een monument komt voor gesneuvelde militairen en burgers tijdens de Binnenlandse Oorlog, blijkt dat de locatie aan de Waterkant waar het monument komt nog niet eens definitief vast staat......

Geen opmerkingen:

Een reactie posten