Het Openbaar Ministerie (OM) vindt het niet opportuun om de agent N.I.V.M. verder strafrechtelijk te vervolgen voor het op 14 maart op de Amandelweg doodschieten van Heric Nicolaas N. Ricardo (1973). Het OM heeft de advocaat van de agent en de nabestaanden ingelicht over de maandag 9 juli 2018 genomen beslissing om geen verdere vervolging in te stellen. Indien de nabestaanden het niet eens zijn met deze beslissing, kunnen zij hierover hun beklag doen bij het Gemeenschappelijk Hof die hierover dan zal oordelen, aldus het OM in een persbericht.
Naar aanleiding van dit schietincident heeft een strafrechtelijk onderzoek plaatsgevonden. Het Openbaar Ministerie heeft de onderzoeksresultaten bestudeerd en op grond daarvan het volgende vastgesteld.
Bij thuiskomst vanuit zijn nachtdienst zag de betrokken agent een gestolen auto rijden. De agent besloot de auto op afstand te achtervolgen en vroeg intussen herhaaldelijk om assistentie. Op enig moment kwamen beiden tot stilstand en stonden zij - de agent en de autodief (naar later bleek slachtoffer Ricardo) - op straat tegenover elkaar. Op bevel van de agent is Ricardo meermalen gaan liggen maar stond ook telkens weer op, en greep meermalen naar zijn schoudertasje. De agent heeft gewaarschuwd, dat hij zou gaan schieten als Ricardo niet zou stoppen met bewegen. Plotseling begon Ricardo weg te rennen. Op het moment dat Ricardo tijdens het rennen omkeek en met beide handen naar zijn schoudertas greep, heeft de agent (zelf) geschoten. Daarbij hebben 3 kogels het lichaam van Ricardo geraakt. Ricardo is ter plekke overleden als gevolg van bloedverlies.
Het Openbaar Ministerie stelt voorop, dat het verschrikkelijk is dat de heer Ricardo is komen te overlijden. Met name voor de nabestaanden van Ricardo zal dit veel verdriet en ongeloof met zich mee hebben gebracht. Anderzijds is het duidelijk geworden, dat de agent in kwestie dit gevolg nooit heeft gewild. De agent is aangeslagen door van het overlijden van Ricardo.
Het Openbaar Ministerie is van oordeel dat agent N.I.V.M. - net 3 maanden in dienst – juist heeft gehandeld door tijdens de achtervolging constant om assistentie te vragen en zijn locatie door te geven. Ook heeft hij zich via de portofoon laten adviseren door de centrale meldkamer en andere ervaren politiemensen. Toen de agent ongewild oog in oog stond met Ricardo die zijn bevelen niet opvolgde, en onvoorspelbaar en bedreigend gedrag vertoonde, heeft de agent juist gehandeld door zijn wapen te trekken en meerdere waarschuwingen te geven.
De ervaring heeft geleerd dat vuurwapens geregeld in tasjes worden bewaard en vervoerd soortgelijk aan het tasje van Ricardo. Onder al deze omstandigheden is geoorloofd geweest dat de agent heeft geschoten op het moment dat Ricardo met beide handen naar zijn tasje greep.
Het Openbaar Ministerie is evenwel van oordeel dat de agent een onjuiste keuze heeft gemaakt door al rennend, en meermalen, te schieten.
Het OM gaat er echter vanuit dat de agent op deze wijze heeft gehandeld vanwege de grote druk en spanning waar hij op dat moment onder stond, gecreëerd door het gedrag van Ricardo. Het Openbaar Ministerie realiseert zich dat het politiewerk op straat bijzonder lastig kan zijn, mede gelet op de zorgwekkende hoeveelheid vuurwapens op straat. In onvoorspelbare situaties moeten politiemensen in fracties van secondes beslissingen nemen.
De agent in kwestie heeft naar eer en geweten getracht te handelen in een voor hem onvoorspelbare en bedreigende situatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten