zondag 30 juni 2013

Regering solt op schandelijke wijze met leerkrachten naschoolse opvang

Overheid maakt mooie sier met succes-project, maar betaalt de dragers van het project niet

Ministerie van Onderwijs maakt misbruik van arbeidsethos leerkracht

30-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Al maanden maakt de Surinaamse regering mooie sier met het geslaagde project Naschoolse Opvang. Maar, hoe mooi het project ook moge zijn, de regering hanteert een verwerpelijke wijze om de dragers van het project, de leerkrachten, voor hun werkzaamheden te belonen: zij worden niet beloond.

Al maanden ontvangen de leerkrachten geen betaling van de afgesproken vergoeding. Iedere maand worden de leerkrachten aan het einde van de maand weer geconfronteerd met allerlei excuses van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Dan weer wordt niet uitbetaald vanwege dit en een maand later wordt nog steeds niet uitbetaald vanwege weer iets anders. De regering houdt hardwerkende en lange dagen makende leerkrachten aan een lijntje. Maar, wanneer niet snel wordt overgegaan tot – een correcte – uitbetaling dan dreigt het lijntje te breken. De regering lijkt te vergeten dat het oh zo gewaardeerde project drijft op enkel en alleen de leerkrachten.

Het project startte in juli vorig jaar met 6.000 leerlingen op 17 scholen. Inmiddels gaat het om 60.000 kinderen, verspreid over 258 scholen, die onder andere van een warme maaltijd worden voorzien. In 2014 moeten alle 350 lagere scholen landelijk meedoen.

Maar, het is geen voedingsproject, het is een project bedoeld om schoolprestaties van kinderen te verbeteren. Die kinderen krijgen na de normale schooltijd vanaf 13.00 uur nog een paar uur extra les, tot 17.00 uur. Vele leerkrachten die les geven in de naschoolse opvang maken extra lange dagen en dat geldt vooral voor leerkrachten die ook nog eens ver moeten reizen.

Lange dagen en geen waardering
Het is niet ongewoon dat leerkrachten rond zes uur in de ochtend van huis gaan en pas ’s avonds rond zeven uur pas thuis zijn. Daarbij moet niet vergeten worden dat ze ook nog eens ’s avonds lessen voor de volgende dag moeten voorbereiden, huiswerk moeten corrigeren, proefwerken moeten corrigeren, enzovoorts. Kortom, de Surinaamse leerkracht in de naschoolse opvang is een leerkracht die zich wil inzetten voor de leerlingen.

Maar, ze zijn dit jaar nog totaal niet uitbetaald. In december heeft de overheid de leerkrachten van het naschoolse project voor het laatst uitbetaald. Dit geldt voor leerkrachten in het hele land, zo berichtte het Dagblad Suriname woensdag 26 juni 2013. De leerkrachten zijn uiteraard zeer boos en willen dat de staat hun tegoeden snel overmaakt.

In Commewijne roeren de leerkrachten zich, omdat de coördinator van het project, Ann Sadi, hen steeds belooft dat de salarissen worden overgemaakt, echter zonder resultaat. Ook moeten de leerkrachten telkens aan administratieve verplichtingen voldoen, zonder dat hun wordt uitgelegd wat er aan de hand is.

Geduld raakt op
Zo langzamerhand raakt het geduld van de leerkrachten op. De regering maakt mooie sier met het project, maar degenen die het project dragen krijgen worden maar niet uitbetaald voor de vele extra uren die zij steken in de scholing van de Surinaamse jeugd. Diverse leerkrachten hebben inmiddels besloten om dagelijks eerder naar huis te gaan, zolang de betaling uitblijft.

VHP-Assembleelid Shailendra Girjasing zegt in de krant, dat de leerkrachten hem hebben gezegd dat hun wordt gevraagd steeds geduld te hebben. ‘Het enige wat de mensen horen, is dat ze geduld moeten hebben en dat ze opnieuw registraties moeten doen, omdat blijkt dat een deel wel heeft ontvangen, terwijl anderen weer niet zijn uitbetaald. De schuld wordt nu in de schoenen van CeBuMA geschoven’, aldus Girjasing. CeBuMA is het Centraal Bureau Mechanische Administratie. Girjasing onderneemt verder geen enkele actie. Hij reageert alleen op verzoek van een journalist.

Ook de leerkrachten in Para zijn ontevreden. Veel van hen zijn gedemotiveerd en willen stoppen met het project.

Belofte na belofte, toezegging na toezegging, maar allemaal gebakken lucht
De Ware Tijd had op 13 juni bericht dat de leerkrachten uiterlijk een week later hun salaris zouden ontvangen. Fouten, waardoor de betaling uitbleef, zouden intussen zijn gecorrigeerd. Dat beweerde althans Henk Venoaks, de voorzitter van de commissie ‘Naschoolse Opvang’. De betaallijsten zouden die week in orde worden gemaakt stelde een CeBuMa-medewerker.

Maar, van enige betaling was geen sprake. Een week later berichtte het Dagblad Suriname, dat vele leerkrachten de uitdaging waren aangegaan om ook lessen te verzorgen op de scholen tijdens de naschoolse opvang, met het idee om elke maand iets extra te verdienen. Zij hadden verwacht dat zij elke maand samen met hun salaris, de extra verdiensten (van SRD 50 per dag) gestort zouden krijgen. Deze maand hebben de leerkrachten wel een salarisstrook ontvangen, waarop staat aangegeven dat er voor twee maanden is gestort. Maar, er was niets gestort: de salarisstroken moesten gecorrigeerd worden. De leerkrachten zouden een nieuwe salarisslip krijgen en de gelden zouden worden gestort. De leerkrachten kwamen echter bedrogen uit. De loonstrook werd niet gecorrigeerd en er werd niets gestort.

Het wordt tijd dat de leerkrachten het werk neerleggen en eens zien hoe de regering dan gaat reageren en hoe snel overgegaan wordt tot volledige uitbetaling....... Leerkrachten in de naschoolse opvang maken lange dagen, vele extra uren, om de jeugd - de toekomst - te scholen.
En waar zijn de onderwijsbonden? Overal wordt en werd om uiteenlopende redenen het werk neergelegd en roeren werknemers zich – de medewerkers van de Surinaamsche Bank, de milieu-inspecteurs van het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG), arbeiders van de Surinaamse Dok-en Scheepsbouw Maatschappij (SDSM), personeel van het Bureau Opvang Dak- en Thuislozen, arbeiders van IAmGold/Rosebel Gold Mines N.V., enzovoorts - maar de leerkrachten in het project naschoolse opvang denken aan de leerlingen, terwijl de regering niet aan de leerkrachten denkt.

Problemen met betaling waren er al in januari 2013
Al in januari van dit jaar werd duidelijk dat de regering het niet zo nauw neemt met het uitbetaling van de salarissen voor leerkrachten in de naschoolse opvang. De Ware Tijd schreef op 5 januari:

‘Ongeveer drieduizend leerkrachten van de basisschool wachten nog op uitbetaling van hun tegoeden voor naschoolse opvang. Vanaf de uitbreiding van dit project in oktober is geen geld gestort op hun rekeningen.’ 

Volgens het project Naschoolse Opvang had het verwerken van presentielijsten voor stagnatie gezorgd. ‘Eigenlijk hebben wij het werk een beetje onderschat. De bedoeling was om in december honderd scholen in het bestand te hebben, maar we zitten op tweehonderd. En om alle gegevens te verwerken, is vaak tot in de kleine uurtjes gewerkt’, aldus een woordvoerder van het project. De krant schreef vernomen te hebben, dat schoolhoofden het geld zullen uitbetalen als het gestort zou zijn op de schoolrekening.

Leerkrachten van de naschoolse opvang in Moengo wilden medio januari van dit jaar dagelijks een uur eerder stoppen met het werk, omdat ze maar geen uitbetaling ontvingen. De coördinator van het project Naschoolse Opvang in Moengo, Nabesing Ajeki, wist de schoolleiders over te halen om de leerlingen tot vijf uur ’s middags bezig te houden.
Maar, diezelfde Ajeki vroeg de leerkrachten ook om nog even geduld te hebben en zich vooral op de voordelen van het project te richten. Hij dreigde zelfs leerkrachten die eerder zouden vertrekken tien Surinaamse dollar per dag te korten op de vergoeding. Deze Ajeki ging hiermee uiteraard te ver. Maar, tegen de coördinator werd niet opgetreden.
Anita Biharie, schoolleider van OS Wonoredjo, zei 24 januari in de Ware Tijd: ‘Er was ons beloofd dat er eind december uitbetaald zou worden. Er is voor gewerkt, dus verwacht je het geld dat we hard kunnen gebruiken.’ 

Djugu djugu rond wijze van betaling
Dezelfde krant berichtte in haar editie van 30 januari, dat de uitbetaling van bijna 3.000 leerkrachten in de naschoolse opvang bleek te zijn gedaan zonder belastingafdracht. Met de groep, aldus de krant, was afgesproken dat SRD 50 dagvergoeding zou worden uitgekeerd. Maar, dat werd uitbetaald zonder inhouding van loonbelasting en premie AOV. Alle lonen onder SRD 900 zijn belastingvrij. Een groot deel van de leerkrachten werkt echter elke dag, waardoor zij meer dan dit bedrag ontvangen.
Om de belastingdruk te verzachten, kan het bedrag van SRD 50 als overwerkvergoeding worden aangemerkt. Een belangrijk deel van de leerkrachten zal het werken in de naschoolse opvang aanmerken als overwerk. De leerkrachten hebben al een reguliere baan van 08.00 uur tot 13.00 uur. De belasting bij hantering van het overwerktarief valt lager uit, dan bij hantering van het tarief volgens het normaal loon.

Volgens de voorzitter van de Commissie Naschoolse Opvang, Henk Venoaks, wordt het geld op de rekening van de schoolleiders gestort. De leerkrachten moesten hun schoolhoofd hiervoor machtigen. Bij de betaling vanaf februari wilde de commissie het geld op de bankrekening van de leerkrachten storten. ‘Het was ondoenlijk om alle leerkrachten rechtstreeks uit te betalen.’

Een week later waren de problemen rond de uitbetaling aan leerkrachten in de naschoolse opvang weer nieuws voor de Ware Tijd. Henny Dielingen, hoofd begrotingszaken van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, liet weten dat eind februari alle leerkrachten van de naschoolse opvang zouden zijn uitbetaald.
Op elke school die deelneemt aan de naschoolse opvang is door de leerkrachten een coördinator gemachtigd. Vervolgens wordt het loon voor de onderwijzers overgemaakt op de rekening van de coördinator, aldus Dielingen.
Er waren echter enkele administratieve fouten ontstaan die het betalingsproces vertraagden. Zo zouden er verkeerde bankrekeningen genoteerd zijn of verkeerde namen. De stukken werden teruggestuurd naar de Commissie Naschoolse Opvang voor correctie.

Doorstart in oktober.....
Begin juni werd bekend dat de naschoolse opvang in oktober een ‘doorstart’ maakt. Melvin Bouva, NDP-Assembleelid en voorzitter van de vaste parlementaire commissie van Onderwijs, pleitte zelfs voor een naamsverandering van het project vanwege ‘het negatieve beeld’. In het vervolg zal er regelmatig worden geëvalueerd om een vinger aan de pols te houden, benadrukte Bouva. Maar, helaas, ook in het geval van Bouva - net als zijn VHP-collega Girjasing - blijft het bij woorden, maar enige druk op het ministerie blijft achterwege. Druk, om ervoor te zorgen dat de leerkrachten op tijd hun vergoedingen voor de naschoolse opvang gestort krijgen.

Dagelijks gewoon om één uur ’s middags naar huis gaan.....
Inmiddels zijn we op de laatste dag van juni 2013 terechtgekomen. Nog steeds hebben de leerkrachten in de naschoolse opvang geen Surinaamse dollarcent op hun rekening gezien voor hun werkzaamheden.

Het moge duidelijk zijn dat de overheid een loopje neemt met de hard werkende leerkrachten in de naschoolse opvang.

Het enthousiasme en werkplezier bij die leerkrachten is inmiddels tot onder het vriespunt gedaald. Het steeds maar niet uitbetalen van hun vergoedingen is een schande. Misschien wordt het werkelijk tijd dat de leerkrachten uit protest iedere dag gewoon om één uur ’s middags, na hun gewone gewerkte uren, huiswaarts gaan en de naschoolse opvang laten voor wat het is. Immers, als je als sector zelf geen enkele actie onderneemt, zal het ‘betalingsgedrag’ van de overheid niet veranderen.

Het hele project draait rond de inzet van leerkrachten. Vallen die leerkrachten weg, dan heeft het project geen bestaansrecht meer........

Noot:
GFC Nieuws bericht donderdag 11 juli dat de leerkrachten in de naschoolse opvang volgende week worden uitbetaald. Maar, hoe betrouwbaar is dat bericht? Is het de zoveelste loze 'belofte'? Lees hier het artikel.

vrijdag 28 juni 2013

Illegale goudzoekers in Costa Rica drie maanden cel in voor goudwinning in natuurpark - Voorbeeld voor Suriname.....

In Suriname worden dergelijke illegale goudzoekers beloond met een legaal stuk goudwinningsgrond

28-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Een groep illegale kleinschalige goudzoekers in Costa Rica is veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf voor mijnen in het Corcovado National Park op het Osa schiereiland. Dat is 27 juni bericht door de lokale krant Tico Times.

De mannen werden pas afgelopen vrijdag betrapt door parkopzichters en leden van de nationale politie, waarna snel een veroordeling volgde.

Ze hadden al twintig kubieke meter grond uit een rivier verwijderd, zo meldden parkopzichters vrijdag. Een rechter veroordeelde gisteren vier goudzoekers voor het verwijderen van goud uit het beschermde natuurgebied.

‘De goudwinningsactiviteiten van deze personen hadden gevolgen voor de helderheid van het water over een afstand van 1.5 kilometer. Ze hadden ook al twintig kubieke meter sediment uit de rivier verwijderd’, aldus parkopzichter Tony Salas.

Volgens Carlos Madriz, hoofd van de afdeling controle en bescherming van de Osa Conservation Area (ACOSA), zorgen de aangerichte vernielingen in het milieu door de illegale goudzoekers voor een schadepost van rond de 10.000 Amerikaanse dollar, omdat er vooral waterbronnen in het ecosysteem van het gebied zijn vervuild.

‘Deze uitspraak helpt bij het constant controleren op milieuschade in het Corcovado National Park, omdat illegale goudwinning waardevolle ecosystemen in beschermde gebieden aantast’, aldus ACOSA in een gisteren uitgebracht persbericht.

Voorbeeld voor Suriname....
Het snelle en effectieve optreden van de Costa Ricaanse autoriteiten zou een goed voorbeeld kunnen zijn voor de Surinaamse regering. In Suriname zijn nog nooit illegale goudzoekers wegens het aanrichten van milieuschade tot celstraffen veroordeeld. Neen, hier verkeren ze in de gelukkige omstandigheid dat de overheid nota bene nieuwe legale goudwinningsgebieden voor ze zoekt, waarvoor ze zich kunnen laten registreren.

maandag 24 juni 2013

Nog steeds veel producten in buitenlandse valuta geprijsd

HI beloofde in maart 2013 strengere controle

24 juni 2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – In Suriname worden nog steeds diverse producten geprijsd in Amerikaanse dollars en euro’s. Enkele grotere winkelbedrijven en garagebedrijven prijzen hun producten in Amerikaanse dollars en veel woningen worden voor koop en verhuur aangeboden in euro’s. De woningmarkt is daardoor amper toegankelijk voor de doorsnee lokale Surinamer. Maar, dat – het prijzen van producten in buitenlandse valuta - is niet meer toegestaan. Kennelijk wordt er nauwelijks op gecontroleerd vanuit de overheid.

Een recente advertentie die voor zich spreekt.

Volgens Rudy Balker, voorzitter van de Consumentenbond Suriname, wordt in Suriname een grote denkfout gemaakt. ‘De Surinaamse consument kan niet vergeleken worden met bijvoorbeeld consumenten in lidlanden van de CARICOM. Hier verdient de consument geen Amerikaanse-, maar de Surinaamse dollar. Veel in buitenlandse valuta geprijsde artikelen zijn voor velen hier niet betaalbaar.’

Balker: ‘De regering moet haar Grondwettelijke taak vervullen en dusdanige maatregelen treffen waardoor de consument een menswaardig bestaan kan leiden.’

Minister Raymond Sapoen van het ministerie van Handel en Industrie kondigde op 15 maart van dit jaar nog aan dat er een strengere controle zou kopen op handelaren die hun goederen in vreemde valuta prijzen. Volgens een staatsbesluit van 1998 is het verboden om prijzen aan te duiden in een vreemde muntsoort. Overtreding hiervan valt onder de wet Economische Delicten.

‘Daar waar er klachten uit het veld komen zal er gerichter worden opgetreden’, zei Sapoen. ‘We zullen erop toezien dat er een zo effectief mogelijke bestrijding komt van dit probleem.’ Hij zei verder, dat nieuwe afdeling Consumenten Zaken een belangrijke rol gaat vervullen bij de controle.
Er mag wel in vreemde valuta worden geprijsd, maar dan moet de tegenwaarde in SRD erbij worden vermeld. In de praktijk blijkt het tegendeel en komt het nog steeds voor dat ondernemers, onder wie veel autohandelaren, uitsluitend in vreemde valuta prijzen. Voor luchtvaartmaatschappijen geldt een uitzondering op deze regel. Zij mogen hun diensten wel uitsluitend in buitenlandse valuta prijzen.

Begin 2011 adverteerde het ministerie van Handel en Industrie met regelmaat in kranten dat winkeliers hun producten in Surinaamse dollars moeten aanbieden. Toenmalig HI-minister Michael Miskin liet toen weten, dat volgens bestaande wetgeving de prijsaanduiding in Surinaamse valuta moet worden gedaan, maar dat toch ook het bedrag in andere valuta vermeld mag worden. Echter, iemand die een product in bijvoorbeeld euro’s aanbiedt, mag geen Surinaamse dollars weigeren. Bedrijven als de SLM, Telesur en de EBS (NV Energiebedrijven Suriname) moeten werken met alleen de eigen munteenheid van Suriname. Begin 2011 zei minister Miskin dat Suriname ‘in een grijze fase’ zit.

Op hetzelfde moment dat de HI-minister zijn uitspraken deed over de Surinaamse dollar, liet zijn collega van het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme, Falisi Pinas, weten een klopjacht te starten tegen prijsaanduidingen in euro’s en Amerikaanse dollars.

Twee jaar later is duidelijk dat van een klopjacht nauwelijks sprake kan zijn geweest. Bekijk productadvertenties in kranten en op websites en de euro’s en Amerikaanse dollars lachen je vrolijk en ongestoord tegemoet. Het lijkt er nog steeds op dat de eigen Surinaamse munt in het handelsverkeer het onderspit delft en wordt ondergesneeuwd door buitenlandse muntsoorten als de euro en Amerikaanse dollar.


Hieronder een foto door Carbiz woensdag 26 juni 2013 geplaatst op haar Facebookpagina. Dit is dus een garagebedrijf/autohandel in Paramaribo (zie ook de advertentie hierboven) die auto's te koop aanbiedt in Amerikaanse dollars en niet in de lokale Surinaamse dollar. Wanneer maakt de regering een einde aan dergelijke praktijken???

TOYOTA MARK2 2000, 2500CC, CD, SIER-VELGEN, $4750,-
TOYOTA MARK2 2000, 2500CC, CD, SIER-VELGEN, $4750,-

De Wet Economische Delicten:

zaterdag 22 juni 2013

Kwalitatief inhoudelijk goede journalistiek nog ver te zoeken in Suriname

Suriname rijp voor presidentiële Commissie Ordening en Opschoning Journalistieke Sector

22-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Met grote regelmaat ben ik op mijn blog kritisch over de kwalitatief inhoudelijk benedenmaatse journalistiek in Suriname. Kritisch opbouwend. Te snel wordt helaas een kritische houding als iets negatiefs ervaren en opgevat. Maar, het is algemeen bekend dat de kwaliteit van de Surinaamse journalistiek niet echt om over naar huis te schrijven is. En ja, nu en dan wil ik hier op momenten de vinger op de zere plek leggen en het mediaveld wakker schudden, een spiegel voorhouden.

Maar, er schuilt ook nogal wat aan hypocrisie onder het Surinaamse journaille. Sommigen schreeuwen en jammeren om het hardst als het gaat om zaken als plagiaat en het niet vermelden van bronnen bij artikelen en foto’s. Het zijn echter diezelfde schreeuwers en jammerkonten die met regelmaat de mist in gaan, zoals een vermeende sterreporter bij de krant de Ware Tijd en een nieuwswebsite als Starnieuws. Laatstgenoemde blijft doorgaan met het onder andere plaatsen van foto’s waarin de webredactie het watermerk ‘NSS’ (Network Star Suriname, eigenaar van Starnieuws, ofwel Nita Ramcharan) erin plaatst. Al vaker heb ik hierop gewezen. Met het plaatsen van het watermerk ‘NSS’ doet de redactie het voorkomen alsof de betreffende foto gemaakt is door NSS ofwel Starnieuws en alsof de foto op een of andere manier eigendom zou zijn van Network Star Suriname, Starnieuws of Ramcharan.

Dit was gisteren weer eens het geval. Het is slechts een voorbeeld. Een voorbeeld uit velen:



Maar, wat is de bron van dit artikel en wat is de bron van de foto, waarin het watermerk ‘NSS’ door de webredactie van Starnieuws is geplaatst?
Het Bestuurs Informatie Centrum - BIC - Saramacca. De foto is dus niet gemaakt door of eigendom van NSS, Network Star Suriname of Ramcharan, maar door het BIC Saramacca...... Waarom dan het NSS watermerk in de foto? Waarom geen bronvermelding?

Starnieuws, waar zowel de voorzitter (Wilfred Leeuwin) als vicevoorzitter (Edward Troon, echtgenoot van Nita Ramcharan) van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) werkzaam zijn - een vereniging en een voorzitter die oh zo fel gekant zijn tegen plagiaat en het niet vermelden van bronnen bij artikelen en foto's – blijkt nog steeds maling te hebben aan bronvermelding.

En deze website word oh zooo opgehemeld hier....... onbegrijpelijk, gelet op de inhoudelijk journalistieke kwaliteit. Het enige positieve van Starnieuws is, dat zij in staat is nieuws snel te brengen, maar dat heeft alles te maken met de positie van de website in het Surinaamse journalistieke veld, haar netwerk en het netwerk van de voorzitter en vicevoorzitter van de SVJ die op de redactie werkzaam zijn, en de vermeende ‘status’ van eigenaar Ramcharan. Maar, die positie en die netwerken garanderen absoluut geen journalistieke kwaliteit. Overigens leidt zogenoemd ‘breaking news’ snel tot foutieve, onjuiste, berichtgeving, omdat de redactie dat nieuws te snel wil brengen. Te vaak wordt gebruik gemaakt van anonieme bronnen, bronnen die weigeren met hun naam en toenaam vermeld te worden en van getuigen. Maar, hoe betrouwbaar is één bron, hoe betrouwbaar is één getuige? Hoe betrouwbaar is een bron die niet met zijn of haar naam vermeld wil worden?

Terug naar het artikel van gisteren op Starnieuws. Dit is de tekst van het oorspronkelijke bericht zoals dat door het Bestuurs Informatie Centrum Saramacca donderdag 20 juni geplaatst is op haar Facebookpagina met daarbij onder de door Starnieuws geplaatst ‘NSS’-foto:

‘Herdenking 168 jaar Hollandse boeren in Suriname.

De Districtscommissaris van Saramacca, de heer Aroenkoemar Ramdhani heeft samen met de vertegenwoordigers van Boerenorganisatie, onder leiding van mevr. Gummels Hanna vanmorgen 20 juni 2013 een krans gelegd bij de Monument van de Hollandse boeren te Groningen.

Mevr. Gummels zegt dat het een waargenoegen is om op deze dag de voorouders te herdenken. Ze zegt dat de Monument van de Hollandse boeren als eerste monument werd geplaatst op de monumenten plein van Groningen. Daarna zijn de andere monumenten geplaatst. Het is een monumenten plein geworden, waarbij bijkans alle bevolkingsgroepen zichtbaar zijn. Dit geeft duidelijk een beeld dat we in eenheid en verscheidenheid samen moeten werken aan de opbouw van ons geliefd land Suriname.

De Districtscommissaris van Saramacca zegt dat we hier zijn voor de herdenking van 168 jaar Hollandse boeren in Suriname. De eerste Hollandse boeren hebben toen te Groningen en wel op het plantage Voorzorg gevestigd. Wij zijn gezegend met een prachtig en gezegend land, vol opties en mogelijkheden ter bevordering van de welvaart en welzijn. Een land met vruchtbare grond, vol met natuurlijke hulpbronnen. Ons district is ook rijk aan natuurlijke hulpbronnen zoals; aardolie, hout, zand en schelpen, zoet water, vruchtbare grond. Een land met verschillende bevolkingsgroepen, die ondanks hun verschillende culturen en godsdiensten, in staat zijn om als broeders en zusters tezamen in vrede en harmonie te leven. Het is nu echt de tijd, gelet op het feit dat we nu een gecertificeerd district zijn, dat wij samen de ontwikkeling van dit district zelf ter hand moeten nemen.

De dc zegt verder dat het in de bedoeling ligt om het toerisme in Saramacca te bevorderen. Vooral plantage Voorzorg waar de voorouders van de Hollandse boeren woonachtig zijn geweest zal een heel belangrijke rol vervullen bij ons toerisme sector.

Totslot feliciteert hij de totale gemeenschap van Suriname, maar in het byzonder de Hollandse boeren met deze byzondere dag.’

Bij het artikel werd onder andere deze foto geplaatst, die door Starnieuws is geplaatst met een 'NSS'-watermerk erin verwerkt....:

 

Dat een nieuwswebsite als Starnieuws met regelmaat journalistieke normen schendt zal niet door een SVJ worden aangekaart, laat staan aangepakt. De reden moge duidelijk zijn. Maar, diezelfde SVJ windt zich wel in januari van dit jaar op over andere media die plagiaat plegen en verzuimen bronnen te vermelden. Na januari werd het echter stil en is de SVJ zwijgzaam gebleven over zaken als plagiaat en bronvermelding. Ik blijf met een stevige knipoog pleiten voor een presidentiële Commissie Ordening en Opschoning Journalistiek Sector.....<

woensdag 19 juni 2013

Verzet inheemsen tegen Conga goudmijnproject Newmont in Peru gaat door

Duizenden inheemsen voeren actie bij het El Perol Meer

Lokale inheemsen vrezen verontreiniging drinkwater uit bergmeren

19-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Het verzet van lokale inheemsen in de Peruaanse regio Cajamarca tegen de komst van het vijf miljard Amerikaanse dollar kostende Minas Conga goudmijnproject van de Amerikaanse goudmijnmultinational Newmont Mining, gaat onverminderd voort. Deze week hebben zich enkele duizenden inheemsen uit protest verzameld rond het bergmeer El Perol.

In verband met het al maanden door de protesten stil liggende project is Newmont van plan het El Perol Meer droog te leggen. Water uit dit meer en andere bergmeren willen de Amerikanen en hun partner in Peru, Buenaventura, laten stromen naar vier nog te bouwen speciale waterreservoirs. Volgens beide mijnbouwbedrijven voorkomen de reservoirs waterschaarste in de regio en garanderen watervoorraden voor de steden en boeren in het gebied. De lokale inheemsen vrezen echter, dat zij de zeggenschap over hun water verliezen en dat de mijn gaat zorgen voor de nodige vervuiling in hun leefgebied.

‘Hopelijk zien het bedrijf en de regering de massa hier vandaag en stoppen ze het project’, zegt de 28-jarige Cesar Correau uit het dorp Huangashanga in het noordelijke deel van de region Cajamarca, aldus het internationale persbureau Reuters gisteren, 18 juni. Hij is een van de vele demonstranten die zich aan het verzamelen zijn rond het El Perol Meer, te voet of op paard, sommigen poncho’s dragend en traditionele hoeden van stro of baseballpetjes. Anderen dragen dekens en zakken aardappelen en rijst, om enkele dagen actie te kunnen voeren bij het meer tegen het Conga goudmijnbouwproject.

Volgens Newmont zijn er ongeveer duizend demonstranten aanwezig, maar volgens demonstranten is dat aantal opgelopen tot tussen de vijf- en zesduizend. Een ‘Reuters getuige’ schat het aantal actievoerders op vierduizend.

‘Waarom zouden wij een waterreservoir willen gecontroleerd door Newmont, terwijl wij al de beschikking hebben over meren die ons op een natuurlijke wijze van water voorzien?’, vraagt Angel Mendoza zich af, een lid van een boeren patrouillegroep uit de stad Pampa Verde.

De controverse inzake het Conga Project, dat door velen in de zakenwereld van Peru wordt gezien als heel belangrijk voor de economie van het land, zorgt voor een enorme uitdaging voor president Ollanta Humala tijdens zijn bijna twee jaren presidentschap. Hij heeft ondertussen al twee keren zijn kabinet gewijzigd onder druk van gewelddadige protesten tegen het project.
Vorig jaar viel er tijdens die gewelddadige protesten een aantal doden onder demonstranten en Newmont zag zich genoodzaakt alle werkzaamheden met betrekking tot het project uit te stellen met uitzondering van de bouw van een aantal waterreservoirs.

Het protest rond het meer, dat maandag is begonnen, was over het algemeen rustig en er waren geen confrontaties met de ruim zevenhonderd man tellende aanwezige politie.

Verklaring Newmont en Buenaventura
In een verklaring stellen Newmont en Buenaventura: ‘Zoals eerder al verklaard, gaan we alleen het voorgestelde Perol reservoir bouwen als we alle benodigde vergunningen hebben en ons proces om de bevolking, de gemeenschappen in de omgeving, bij het project te betrekken hebben beëindigd.’ Naar verwachting kan de bouw van het waterreservoir El Perol beginnen in het tweede kwartaal van 2014.
‘We respecteren het recht van iedereen om vrij en verantwoordelijk een mening te uiten, of die nu tegen mijnbouw is of juist voor economische ontwikkeling’, aldus de verklaring.

In mei 2012 zorgde een grote veldslag tussen demonstranten en politie voor het einde van een relatief rustige periode van negen maanden. Er werd zelfs enige tijd door de regering een staat van beleg afgekondigd

Een nieuwe ronde van protestacties kwam, nadat een van directeuren van het Conga Project, Roque Benavides van Buenaventura, tegenover Reuters had verklaard dat later dit jaar water uit het EL Perol Meer wordt geleid naar een nieuw reservoir. Later zei hij nog, dat het project in gevaar zou kunnen komen, als niet het water uit de meren naar de nieuwe reservoirs zou kunnen worden getransporteerd.

Minas Conga is voor 51.35% eigendom van het Amerikaanse Newmont Mining, terwijl het lokale Compania de Minas Buenaventura SA 43.65% in bezit heeft. World Bank's De ‘International Finance Corp.’ van de Wereld Bank bezit het restant.

Suriname
Het Surinaamse parlement is vrijdag 7 juni akkoord gegaan met de inhoud van een conceptovereenkomst tussen de staat Suriname en Surgold (een joint venture tussen Suralco en Newmont). De Amerikanen willen een grote goudmijn gaan opzetten in het Meriangebied, in het oosten van Suriname. Naar verwachting zal binnen afzienbare termijn de definitieve overeenkomst worden ondertekend door de Surinaamse regering en de directie van Newmont Mining.

Documentaire ‘Open Pit’ over Newmont’s Yanacocha goudmijn in Cajamarca, Peru, toont hoe vernietigend een grote open goudmijn kan zijn voor het milieu en de biodiversiteit rond de mijn. De angst onder inheemsen voor de gevolgen voor het milieu met de komst van de Minas Conga goudmijn van Newmont is begrijpelijk......:


Noot:
Lees ook dit bericht dat vandaag verscheen op mining.com en dit artikel dat vrijdag 21 juni verscheen op de website GDP Insider met als kop 'Newmont Mining Corp is undermining the environment'.

Vermeende ophef rond vliegschema president Bouterse naar China

NRC: ‘Bouterse claimt vliegtuig voor staatsbezoek en ontwijkt Schiphol’

Kabinet van de President: ‘Er rijdt geen bus naar Beijing. Moet de president misschien lopen?’

19-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Het is weer eens raak. Nederlandse media kregen gisteren munitie om weer eens op de Surinaamse president Desi Bouterse te vuren. Deze keer is het geen scheet die de president dwarszit of door hem ontslagen slecht functionerende ministers, maar een vluchtschema, in verband met een reis via Kenia naar China, waardoor een de A340 airbus van de nationale luchtvaartmaatschappij SLM (Surinaamse Luchtvaart Maatschappij) even niet beschikbaar is voor ‘de gewone’ reizigers. Niet voor het eerst overigens.

Natuurlijk, niet echt leuk voor reizigers die komend weekeinde hiervan de dupe worden, maar wel logisch voor Bouterse - gelet op de internationale positie van de president - dat hij een grote omweg kiest om naar China te kunnen reizen, via Kenia en – uiteraard – niet via Schiphol. Het nieuws werd dinsdagmorgen 18 juni al wereldkundig gemaakt door de lokale Surinaamse nieuwswebsite Starnieuws, maar ’s avonds Nederlandse tijd, had ook het Nederlandse persbureau Novum lucht gekregen van het bijzondere uitstapje van de Surinaamse president. Diverse Nederlandse media pikten het bericht op.

Bouterse ontmoette Xi Jinping begin juni op Trinidad
Starnieuws berichtte gisterochtend dat Bouterse zaterdag met een SLM-airbus via Kenia naar Beijing reist voor een bezoek aan zijn Chinese collega Xi Jinping. Hij zal spreken in Beijing op een symposium over wereldvrede. De airbus is het enige grote toestel van Suriname.

Wanneer het vliegtuig van de SLM vrijdag uit Nederland in Suriname landt op de nationale Johan Adolf Pengelluchthaven, zal de gebruikelijke vlucht terug ’s avonds niet worden uitgevoerd. Starnieuws schreef te hebben vernomen, dat passagiers overgeboekt zullen worden op een vlucht die zaterdag met een ingehuurd toestel zal worden uitgevoerd. De vlucht van vrijdagavond naar Schiphol wordt gecanceld. Alle lijnvluchten naar en van Amsterdam zullen met een gehuurd toestel worden uitgevoerd. Volgens de nieuwswebsite blijft de SLM airbus in Beijing tijdens het bezoek van Bouterse.

Aan het begin van de avond maakte de SLM gisteren in een uitgebracht persbericht bekend, dat de vluchten op de route Paramaribo – Amsterdam vice versa gedurende de periode 22 tot en met 29 juni 2013 uitgevoerd worden met een Boeing B777 van EuroAtlantic Airways, een Portugese chartermaatschappij. Volgens de SLM is het niet de eerste keer dat de schema's moeten worden gewijzigd, omdat de regering een eigen vliegtuig heeft gecharterd. Maar het zou wel passen in de afspraken die zijn gemaakt tussen de luchtvaartmaatschappij en de regering.

Weinig ophef in Suriname
Starnieuws was tot gisteravond de enige nieuwswebsite die aandacht besteedde aan de reis van Bouterse naar China met de SLM. Van enige ophef leek dan ook geen sprake. Reizigers zijn deze keer zelfs ruim op tijd op de hoogte van hun gewijzigde vliegschema en kunnen zich er goed op voorbereiden. Geklaag was tot gisteravond in ieder geval niet te horen, niet in Suriname.

Tot het Nederlandse persbureau Novum ’s avonds met het bericht kwam ‘In Suriname is ophef ontstaan over een staatsbezoek van president Desi Bouterse aan China’. Het NRC en de Telegraaf  waren een paar van de media in Nederland die er uiteraard meteen bovenop sprongen - het ging immers om Bouterse - en hieraan gisteravond aandacht besteed hebben. De NOS meldde dat Bouterse de gebruikelijke tussenstop op Schiphol niet zou aandurven, omdat hij in Nederland is veroordeeld voor drugssmokkel.

In Nederland werd een vliegschema van de Surinaamse president verheven tot ophef.

Novum beweert dat het Kabinet van Bouterse een halve week lang de enige airbus van de SLM heeft geclaimd voor zijn bezoek aan China. Bouterse zou met de vlucht via Nairobi in Kenia een tussenlanding op Schiphol vermijden, de meest logische route tussen Suriname en China. Novum: ‘De voormalige legerleider moet in Nederland namelijk nog een celstraf uitzitten voor drugssmokkel.’

Volgens het Nederlandse persbureau zijn Surinaamse exporteurs van bloemen en fruit woedend. De vertraging komend weekeinde betekent volgens hen een verlies van veertig procent van de omzet, omdat hun producten niet tijdig op de veiling in Nederland zullen belanden.

‘Actie van president is slordig en schofterig’
Novum vroeg het DOE-Assembleelid Carl Breeveld om een reactie en deze stak zijn mening niet onder stoelen en banken: ‘Deze actie komt heel slordig en zelfs schofterig over. Het parlement is hierover nooit geïnformeerd. Het is goed voor Suriname dat de president een staatsbezoek brengt aan China. De manier waarop is echter ontzettend jammer. De president gaat sier maken in het buitenland, terwijl hij in eigen land niet alles op orde heeft. Sommige leerkrachten zijn al sinds december niet meer betaald.’ Niet duidelijk is of Novum meer parlementsleden heeft benaderd voor een reactie. De reactie van slechts politicus Breeveld is natuurlijk wel erg magertjes en gekleurd.

‘Er rijdt geen bus naar China’
Maar, hij kreeg de wind van voren van het Kabinet van de President: ‘De president mag toch zelf kiezen hoe hij wil reizen? En er rijdt geen bus van Suriname naar China. Moet hij dan misschien lopen?’

Niet eerste keer
Het is niet de eerste keer dat de Surinaamse president vluchtschema’s van de eigen nationale luchtvaartmaatschappij in het honderd laat lopen waardoor honderden reizigers gedupeerd raken.
Eind februari dit jaar moet een SLM-toestel de president afhalen uit Malabo, de hoofdstad van het Afrikaanse Equatoriaal Guinea, waar hij een top bijwoonde van staatshoofden van Afrikaanse- en Zuid-Amerikaanse landen. De SLM lijndienstvlucht die om 22.30 uur moest vertrekken naar Amsterdam, ondervond daarvan hinder. Het vliegtuig kwam vertraagd aan op Zanderij om vervolgens de vlucht J.A. Pengelluchthaven-Schiphol uit te voeren. Die vlucht werd met een vertraging pas om 03.30 uur zaterdagochtend uitgevoerd en landde rond 16.00 uur lokale tijd in Nederland. Oorspronkelijk had ze al om 12.20 uur op Schiphol moeten zijn.

‘De SLM toont geen respect voor de kleine man’, was de reactie van een van de passagiers die naar Amsterdam zou vliegen. ‘De SLM verhuurt de kist aan de Staat en ontvangt daarvoor geld. Het is niet erg dat de president wordt opgehaald, maar we verdienen ook een beetje respect van deze maatschappij denk ik. Wij betalen toch ook’, zei hij in het Dagblad Suriname van 26 februari. ‘Doordat we later dan gepland aankomen in Nederland, ondervinden we ook schade. Als de SLM weet dat ze in gedrang zal komen, kan ze dan niet een apart toestel inhuren om beide vluchten op tijd uit te voeren? Ik denk dat niemand van de SLM de president durft uit te leggen dat het reguliere vliegschema ontregeld wordt door zijn chartervluchten.’

Meeprofiteren.....
Iedereen lijkt echter voorbij te gaan aan de inhoudelijke kanten van de buitenlandse reizen van de Surinaamse president. Dat die reizen, door omstandigheden die bekend zijn, leiden tot wat ongerief bij anderen is te betreuren en zou niet nodig moeten zijn. Maar, is het wellicht mogelijk, dat iedereen die  jammert over de buitenlandse reizen die Bouterse maakt met de SLM, uiteindelijk zelf meeprofiteert van de uitkomsten van de buitenlandse reizen van president Bouterse?

dinsdag 18 juni 2013

Surinaams journaille krijgt les over milieuproblematiek en internationale milieuverdragen....

VN is nodig om journalisten te onderrichten

Journalisten in Suriname te weinig bekend met internet en Google?

De eerste Surinaamse milieujournalist moet het daglicht nog zien

18-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Surinaamse journalisten, althans het mogelijke handjevol dat zich heeft aangemeld, volgen deze week een driedaagse ‘training en workshop’ inzake milieu gerelateerde vraagstukken zoals chemisch afval, afvalbeheer en de bescherming van de ozonlaag. De training valt onder de vlag van het Verenigde Naties Milieu Programma (UNEP, United Nations Environmental Programme) en wordt in Paramaribo mede verzorgd door het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, het NIMOS (dat nauwelijks een instituut genoemd kan worden) en de Vereniging van Surinaamse Journalisten, SVJ.

Starnieuws berichtte gisteren, maandag 17 juni, dat met die training en workshop de UNEP hoopt dat journalisten zich sterker bewust worden van milieuvraagstukken. Veel aandacht zal er, aldus de nieuwswebsite, zijn voor internationale milieuverdragen, zoals het Basel-, Stockholm- en Rotterdam Verdrag.

Niet bekend is welke en hoeveel journalisten aan de cursus deelnemen in hotel Krasnapolsky in het centrum van Paramaribo. Er schijnt door journalisten deel te worden genomen uit elf Caribische landen.


Hopelijk steken ze er nog wat van op ook......

Het bericht op Starnieuws lezende was mijn eerste reactie: Eindelijk! Hopelijk steken ze er nog wat van op ook. Maar, het is ook tekenend dat een dergelijke training nodig is. Kennelijk zijn de Surinaamse journalisten niet bekend met internet en een fenomeen als Google, waar ze zèlf ook de info kunnen vinden over bijvoorbeeld internationale milieuverdragen, de risico's van verkeerde opslag van ziekenhuis- en laagradioactief afval of over het verbranden van afval, enzovoorts, enzovoorts.

Helaas is het merendeel van het Surinaamse journaille oppervlakkig en niet doorgravend in hun berichtgeving. Kritiekloos. Een driedaags cursusje zal daar weinig aan kunnen veranderen vrees ik.
Overigens is het niet te hopen dat deze training niets meer en niets minder is dan een slinkse manier van bijvoorbeeld het NIMOS om journalisten voor haar pr-karretje te spannen. Want informatie over de genoemde verdragen kan bijvoorbeeld binnen twee seconden op het internet worden gevonden. De verdragen hebben hun eigen websites. Voor die informatie heb ik in ieder geval het NIMOS niet nodig.

Echte ‘milieu-journalisten’ zijn er trouwens niet in Suriname. Een enkele journalist probeert zich echter wel als zodanig voor te doen, zoals Rachel van der Kooye (oud-voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten, SVJ), Wilfred Leeuwin (oud-milieuverslaggever bij de Ware Tijd en vandaag de dag webredacteur bij Starnieuws en SVJ-voorzitter) en de Nederlandse Astrid van Oostrum bij de Ware Tijd. Maar, zelden zijn zij – en anderen - in staat gebleken om kritisch deskundig te zijn.

Heeft ooit een Surinaamse (milieu-)journalist bericht over bijvoorbeeld:
- de activiteiten van de Amerikaanse goudmijnmultinational Newmont, die een deal gaat sluiten met de Surinaamse regering voor het operationeel maken van een grote goudmijn in het Meriangebied in het oosten van het land, in Indonesië, Ghana, Nieuw Zeeland of Peru? Landen waar het bedrijf te maken heeft gehad en nog steeds te maken heeft, in Peru en Nieuw Zeeland, met verzet vanuit inheemsen en andere lokale bewoners?;
- de mogelijke schade die wordt aangericht aan het leven in de Surinamerivier door het uitbaggeren van de rivier?;
- waarom het gebruik van het voor de mens en de biodiversiteit schadelijke kwik door kleinschalige goudzoekers in het binnenland niet effectief en definitief wordt aangepakt door de regering casu quo de presidentiële Commissie Ordening Goudsector?;
- waarom illegale goudzoekers nooit zijn beboet of voor het gerecht zijn gedaagd vanwege het gebruik van het verboden kwik, de import ervan of voor het aanrichten van aanzienlijke schade aan een beschermd natuurgebied als het Brownsberg Natuurpark? Neen, de goudzoekers worden zelfs beloond en krijgen een nieuw goudwinningsgebied toegewezen waar ze legaal goud kunnen winnen. Geen zogenoemde milieujournalist die deze kwestie kritisch benadert;
- wat voor zaken zich bevinden onder de tonnen door ReComSur (Recycling Company Suriname) op een open terrein bij de Commissaris Weytinghweg opgeslagen ziekenhuisafval? Waar bestaat dat afval uit? Wordt op de zakken door de leveranciers vermeld wat erin zit? Zit er wellicht laagradioactief afval tussen? Zitten er wellicht injectienaalden tussen? Niets heb ik daarover kunnen lezen in kranten of op nieuwswebsites;
- hoe hoog de boete was voor een 55-jarige man die onlangs door de politie korte tijd werd aangehouden, omdat hij minstens (!) drie beschermde jaguars had doodgeschoten? Journalisten nemen klakkeloos hierover een politiebericht over en informeren vervolgens niet verder bij de afdeling Voorlichting van het Korps Politie Suriname naar bijvoorbeeld de vraag waar de jaguars zijn afgeknald, wat hij met de dieren van plan was te gaan doen en of hoe hoog de boete was die hij kon betalen?;
- de publicatie van foto’s op een Facebookpagina van een doodgeschoten en gevilde jaguar door een Surinaamse jager? Afgelopen week leidde een soortgelijke ‘actie’ tot ophef en veel media-aandacht in Costa Rica:



- de achtergronden van REDD+? Een ingewikkelde materie die wereldwijd aan kritieken onderhevig is uit bijvoorbeeld inheemse groepen en milieuorganisaties. De Surinaamse vermeende milieujournalisten durven hieraan de vingers niet te branden. Nu en dan verschijnen er berichten over REDD+, vanwege de betrokkenheid van het Klimaatbureau van het Kabinet van de President (Climate Compatible Development Agency), maar het wordt niet tot nauwelijks aan de lezers uitgelegd laat staan dat er ook maar iemand iets negatiefs durft te schrijven over REDD+;
- het gebrekkige regeringsbeleid ten aanzien van de kustbescherming in verband met een stijgende zeespiegel ten gevolge van klimaatverandering;
- de problemen rond kafverbranding in Nickerie;
- de problemen rond afvalverbranding en de waarschijnlijke schadelijke gevolgen ervan voor de volksgezondheid; 
- enzovoorts, enzovoorts.

Milieujournalisten in Suriname? Neen, die zijn er niet. Er is een handjevol dat dènkt milieujournalist te zijn, maar dat in werkelijkheid nauwelijks iets weet over dat brede onderwerp of uit eigen initiatief over bepaalde milieu gerelateerde issues schrijft. In Suriname wordt alleen gereageerd op en dan ook nog zeer oppervlakkig.

Dat sommigen zich werkelijk heel wat vinden blijkt bij het tegen het licht houden van de website van het zogenoemde ‘Earth Journalism Network’ (EJN). Een netwerk, ontwikkeld door Internews Network en Internews Europe, dat bedoeld is om journalisten in zogenoemde ontwikkelingslanden te stimuleren om meer effectief te berichten over het milieu, de biodiversiteit. Daartoe worden onder andere trainingen en workshops georganiseerd en worden nu en dan kleine fondsen verstrekt.


Tussen 2006 en 2007 zijn ruim 2.200 journalisten uit tientallen ontwikkelingslanden getraind in onderwerpen als klimaatverandering, biodiversiteit, water en bronnen in oceanen en kustgebieden.

Van der Kooye, Cairo en Panka: milieujournalisten?
Op de website van EJN blijken drie Surinaamse ‘milieujournalisten’ zich als ‘lid' te hebben geregistreerd: Ivan Cairo van de Ware Tijd, Rachel van der Kooye die zich heeft aangemeld als medewerkster van Network Star Suriname, en tv-journalist Harvey Panka van ATV, Algemene Televisie Verzorging.

Het programma waarvoor sterreporter Cairo en zichzelf tot milieujournalist verheven Van der Kooye zich hadden aangemeld was ‘Rio+20 VN Conferentie over Duurzame Ontwikkeling’ op 20, 21 en 22 juni 2012.  Dertig journalisten uit twintig landen zouden verslag doen over de onderhandelingen tijdens die conferentie. Op de website zijn van vele journalisten artikelen te vinden, maar geen enkel artikel van Cairo en Van der Kooye. Neen, zij zijn geen milieujournalist. Ivan Cairo en Rachel van der Kooye zijn het type mens dat zichzelf vaak belangrijker vindt dat de onderwerpen waarover hij/zij schrijft. Het aantal door ‘milieujournaliste’ Van der Kooye geschreven milieuartikelen is op één hand te tellen.

Harvey Panka had zich ingeschreven als lid voor het programma ‘COP18 Fellowship’ tussen 29 november en 8 december 2012. Maar, aan dat programma werd slechts deelgenomen door acht journalisten uit het Midden-oosten en Noord-Afrika. COP18 was de top van de ‘United Nations Framework Convention on Climate Change’ (UNFCCC) in Doha, Qatar.
Panka is een Surinaamse tv-journalist dus niet afkomstig uit het Midden-Oosten of Noord- Afrika. Opmerkelijk, dat hij zich voor dit programma had aangemeld..... Natuurlijk geen enkel artikel van hem over COP18.

Overigens kan iedereen zich via de EJN-website via een simpel formulier als lid aanmelden, ook ik. Het ‘lid’ zijn van het Earth Journalism Network klinkt interessant en staat leuk op je cv, maar dat lidmaatschap stelt net zoveel voor als de vele certificaten die je in Suriname krijgt na deelname aan welke workshop of training dan ook......, helemaal niets.

De eerste Surinaamse milieujournalist moet het journalistieke daglicht nog zien
Kortom, onder het huidige Surinaamse journaille bevindt zich niet één journalist met voldoende kennis en ervaring in huis om zich milieujournalist te kunnen of te mogen noemen. Daarnaast mag van een echte en kundige milieujournalist een kritische- en een onderzoekspen worden verwacht. Maar, een dergelijke pen is helaas nog nergens op Surinaamse nieuwsredacties bij kranten, nieuwswebsites en tv- en radiozenders te vinden. De eerste echte Surinaamse milieujournalist moet nog geboren worden.

maandag 17 juni 2013

Klassering Conchita Leeflang op onbeduidende lijst nieuws voor de Ware Tijd

(Bron foto)
Actrice op nummer 1 lijst ‘most popular people born in Suriname’ van Amerikaanse filmdatabasewebsite IMDb

‘Onzinlijst’ plaatst Bouterse op plek 23.....

Krant weer de mist in met een lijst

17-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – De Surinaamse krant de Ware Tijd bericht vandaag dat de in Suriname geboren actrice Conchita Leeflang op nummer één staat op de lijst ‘most popular people born in Suriname’  van de Amerikaanse website IMDb.com, Internet Movie Database. De krant brengt dit als sensationeel nieuws, immers, zo schrijft de krant, ‘In de filmwereld gaan producenten eerst naar deze website alvorens acteurs te scouten.’ Maar, wat stelt die lijst voor? Niets, helemaal niets.

De krant beweert zelfs Leeflang in het Amerikaanse Los Angeles gesproken te hebben om een reactie los te krijgen. Ze is ‘enthousiast’ aldus de krant. ‘Ik vind het vreselijk top, ook omdat ik reacties hierover krijg van grootheden uit deze sector. Van filmproducers tot de president van 'People Magazine', alsook mensen uit de industrie uit Nederland. Ik ben er echt blij mee. Ik hou van mijn land en ben blij dat ik het op zo'n manier op de kaart kan zetten.’



De krant schrijft verder dat president Desi Bouterse op nummer 50 staat en dat. Leeflang staat al 18 jaren op de lijst staan. 

Op haar eigen Facebookpagina schreef ze afgelopen vrijdag, 14 juni, al: ‘IMDB, the biggest movie and actors database. Am I proud? Hell yeah I am proud and will flaunt it. Surinam born and proud to represent. Suri President is at number 50. IEM SABIE!!!!’

Maar, Bouterse blijkt op het moment dat ik de lijst bekijk op plaats 23 te zijn en op plaats 50 staat ene Anita Barends. Met veel moeite is de lijst op de website te vinden. Type je Conchita Leeflang of de naam van de lijst in in de ‘search bar’ op de website, dan komt de lijst helemaal niet tevoorschijn. Zeer weinigen zullen dan ook kennis nemen van de lijst en je moet je bij volle verstand afvragen wat de zin, het nut, is van een dergelijke onzinnige lijst waarvan niet duidelijk is hoe die tot stand is gekomen. Maar, dat interesseert de redactie van de Ware Tijd niet. Daar wordt niet nagedacht. Daar houdt men zich niet serieus met nieuws bezig.

Wat een onzin-bericht van de Ware Tijd. Hoe serieus is die lijst? Niet dus, totaal niet serieus.
Op de IMDb-website blijken maar liefst 250 lijsten met van alles en nog wat te staan en iedereen kan inloggen en zelf een lijst aanmaken. Dat de Ware Tijd hier aandacht aan besteed zegt veel over de inhoudelijke kwaliteit van die krant en over het journalistieke niveau.

Het is niet de eerste keer dat de Ware Tijd hopeloos de mist in gaat met een ‘lijst’. Sterreporter Ivan Cairo maakte in februari van dit jaar bekend dat de staatsradiozender SRS op de eerste plaats stond van een internationale lijst van best beluisterde online radiozenders in de wereld op een dubieuze website.

Consumentenbond Suriname ontvangt gemiddeld wekelijks twee klachten over vervallen producten in winkels

‘Ten minste houdbaar tot...’ en ‘Te gebruiken tot...’

Consument, let u op vervaldata bij aankoop van producten

17-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Vervallen producten in de schappen van Surinaamse supermarkten zijn niet ongewoon, maar zouden dat wel moeten zijn. Controle blijkt echter lastig. Er zijn immers bijzonder veel supermarkten in het land. In de stad, Paramaribo, zijn buurten waar je welhaast om de paar honderd meter een ‘snesi’ hebt, een kleine supermarkt met een Surinaamse Chinees als eigenaar.

De Consumentenbond Suriname ontvangt wekelijks gemiddeld twee klachten die betrekking hebben op vervallen producten, aldus voorzitter Rudy Balker. Volgens hem is het niet ongebruikelijk dat bepaalde winkeleigenaren op slinkse manieren trachten bijna vervallen producten nog even snel te verkopen. Balker: ‘Wanneer producten dichtbij de vervaldata zijn, zet men gewoon vijf stuks op een hoop te koop, waarbij je dan als klant één blik gratis krijgt.’

Af en toe worden gerichte acties uitgevoerd door milieu-inspecteurs van het Bureau Openbare Gezondheidszorg, BOG. Ook de Economische Controledienst (ECD) van het ministerie van Handel en Industrie voert nu en dan controlewerkzaamheden uit en bijna altijd is het raak: vervallen producten op de schappen. Inbeslagname, gevolgd door vernietiging.

THT en TGT
Als consument moet je goed opletten bij het kopen van producten, levensmiddelen. Letten op de veelal slecht leesbare houdbaarheidsdata op de verpakkingen van bijvoorbeeld brood of melk. Vaak staat op verpakkingen van producten een houdbaarheidsdatum. Die datum geldt overigens alleen zolang de verpakking dicht is en vervalt op het moment dat de verpakking wordt geopend. Hoe lang een geopend product nog houdbaar en dus te eten is, kan per product verschillen. Op producten die minder snel bederven, zoals pasta, meel en suiker, kan vermeld staan ‘ten minste houdbaar tot’ (THT). ‘Te gebruiken tot’ (TGT) wordt vermeld op de verpakkingen van zeer snel bedervende producten, zoals vlees, kip, vis, koelverse maaltijden en voorgesneden groenten. De TGT-datum is de uiterste datum waarop je een product veilig kunt eten, zolang je het echter goed bewaard volgens de instructies op de verpakking.

Na vervaldatum kan product nog eetbaar zijn
De Nederlandse Consumentenbond zei op 1 juni 2013 in de Nederlandse krant Reformatorisch Dagblad, bij monde van Babs van der Staak, dat mensen vaak meer waarde hechten aan de houdbaarheidsdatum dan aan hun eigen waarnemingsvermogen. ‘Ga af op je eigen oordeel, probeer het gewoon. Misschien wijkt de kleur wat af of is de smaak iets anders. Maar je wordt er echt niet ziek van.’
Levensmiddelen die ongeopend overeenkomstig de voorschriften koel en donker worden bewaard, zijn vaak veel langer houdbaar dan de datum die op het product staat, aldus de Consumentenbond in Nederland na een eigen onderzoek, waaruit bleek dat veel producten na het verstrijken van de houdbaarheidsdatum nog goed te eten waren.
‘Het kan wel zo zijn dat de smaak of de geur in de loop van de tijd wat verandert. Maar, de voedselveiligheid is niet in het geding.’ Als sinaasappelsap veroudert, wordt de kleur donkerder. De smaak verandert ook. Niet per se in negatieve zin. De meerderheid van het testpanel vond het sap uit een pak dat veertien maanden over de datum was het lekkerst. Een biertje dat acht jaar over de datum was scoorde heel goed. Brood dat zes weken in de vrieskist had doorgebracht, was ook nog prima van smaak. Yoghurt blijkt door het zuur dat erin zit nauwelijks te bederven, ook niet als het weken over de datum is. Smaak en samenstelling veranderen wel na verloop van tijd. Maar ziek word je er niet van.

Bij voedsel dat ongeopend lang bewaard kan worden, is het risico dat je er ziek van wordt heel klein. Het wordt hoogstens muf (rijst), ranzig (pindakaas, hagelslag) of je treft er mijt in aan (meel). Als je dat ziet, ruikt of proeft, is het vroeg genoeg om de inhoud van een verpakking weg te gooien.

‘Met producten die je gekoeld moet bewaren, is het een ander verhaal’, aldus Van der Staak. Het is wel zaak daarbij op te passen, omdat je er, als er sprake is van bederf, goed ziek van kunt worden.

Volgens de levensmiddelentechnoloog IJsbrand Velzeboer gebruikt de consument nauwelijks nog de eigen ogen en neus. ‘Het dagelijks voedsel staat steeds verder van ons af. Mijn grootmoeder wist precies welk gedeelte van de koe er door de gehaktmolen moest. Maar tegenwoordig weten mensen daar niets meer van en denken ze er ook niet over na. Gehakt is gehakt. Het kopen en consumeren van voedsel is een technisch verhaal geworden. We gebruiken onze ogen en onze neus nauwelijks meer. We vertrouwen op de producent en op wat er op de verpakking staat.’
Bij sommige voedingsmiddelen moet je als consument wel opletten, aldus Velzeboer. Te denken valt aan zuivel, vlees en eieren, alle eiwitrijke producten van dierlijke oorsprong. Die kunnen ook bedorven zijn zonder dat je het kunt ruiken, zien of proeven. ‘Maar gezouten vlees­producten als gerookte ham en rookvlees zullen zelden gevaarlijk bederven. Het hoge zoutgehalte zorgt ervoor dat ziekteverwekkers als cholera, salmonella en listeria niet kunnen uitgroeien.’

Voedsel in blik is in principe heel lang houdbaar. Maar goed kijken blijft belangrijk. Staat een blik bol of is het roestig, gooi het dan maar liever weg.
Schimmel op kaas? Velzeboer raadt aan om zo’n geval een rand van 15 millimeter weg te snijden, om de schimmel te verwijderen.

Consumenten in Suriname worden al jaren geconfronteerd met vervallen producten in winkels, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Als consument moet je simpelweg heel goed opletten voor je een product afrekent aan de kassa.

Roest op blikken groente
De Nederlandse krant Reformatorisch Dagblad berichtte jaren geleden al over vervallen producten op de schappen van Surinaamse winkels. In een artikel op 16 augustus 1999 is onder andere te lezen: ‘Pakjes instant pudding waarvan de vervaldatum reeds een jaar verstreken is, yoghurt zonder duidelijk etiket, roestige blikken wortelen en dubieuze partijen boterhamworst in blik; als het aan het Surinaamse ministerie van Volksgezondheid ligt behoort dat vanaf vandaag tot het verleden. Het departement heeft aangekondigd dat alle producten die niet beschikken over een etiket met een deugdelijk opschrift, uit de handel worden gehaald. (...)’
‘Bij de druk bezochte Grote Boommarkt aan de Gemenelandseweg lijkt de eigenaar geen enkel belang te hechten aan een frisse uitstraling van zijn zaak. In de glazen koelkasten liggen uitgedroogde en beschimmelde kazen naast zakken met een grijs-oranje drab, wat volgens het opschrift ooit uit Holland geïmporteerde penen zouden zijn geweest. De blikken doperwten hadden uiterlijk een jaar geleden verkocht moeten zijn, zo valt op het etiket te lezen. Als het al te lezen valt, want roestvlekken maken dat grotendeels onmogelijk.’

In het artikel is verder te lezen dat in een Chinese winkel aan de Kwattaweg van de zestien soorten verkochte lokale ketjap, dertien niet voldeden aan de voorschriften. ‘De productie- en uiterste verkoopdata ontbreken, evenals gegevens over de producent en de inhoud. Datzelfde geldt voor tientallen andere producten in de zaak. Ook voor wat betreft de importgoederen valt het ergste te vrezen. De Saroma-pudding blijkt als uiterste verkoopdatum augustus 1997 te hebben, bij de Van Nelle-koffie en de Verkade-koekjes zijn die gegevens knullig maar doeltreffend met een stift zwart gemaakt. Meestal een teken dat er iets niet in de haak is. (...)’

De Consumentenbond Suriname pleitte in oktober 2007 voor onderzoek naar malversaties met buitenlandse aankoopnota’s door enkele malafide importeurs. Het aantal klachten van consumenten over producten op schappen in winkels waarvan de vervaldata bijna waren verdwenen, nam toe.
De voorzitter van de Consumenbond Suriname, Rudy Balker, zei hierover op 20 oktober 2007 in het Dagblad Suriname: 
‘Aan de hand van de klachten die wij ontvingen, hebben wij steekproeven uitgevoerd in Groot-Paramaribo. Ook hebben wij de hulp ingeroepen van onze buitenlandse counterparts. Het is ons al langer duidelijk dat er sprake is van een patroon waarbij onbetrouwbare Surinaamse importeurs bewust producten inkopen die op korte termijn zullen vervallen. Het voordeel is dat ze lagere prijsafspraken kunnen maken. In bijna alle gevallen gaat het om levensmiddelen die met fikse kortingen van soms wel 80 procent worden ingekocht. Deze lui betalen regelmatig maar een fractie van de werkelijke prijs. De winkeliers en consumenten in ons land moeten echter het volle pond betalen. Uit onze steekproeven is duidelijk naar voren gekomen dat sommige importeurs door deze module excessief hoge winsten maken. Als wij de aankoopbonnen opvragen, krijgen wij de indruk alsof alles klopt en de winstmarges acceptabel zijn. Bij verder onderzoek blijkt echter, dat de importeurs enorme winsten maken en dat er regelmatig wordt geknoeid met de bedragen die op de buitenlandse aankoopbonnen zijn vermeld. Het komt ook veelvuldig voor dat deze lieden opzettelijk verwarring veroorzaken door prijzen in euro’s te berekenen,terwijl de aankoop in US dollar geschied.’

Maar, er veranderde weinig. Diverse malen bereiken consumentenzaken de lokale media. Artikelen verschenen over bijvoorbeeld vervallen producten in winkels en over illegaal op de markt gebrachte producten met nauwelijks tot geen informatie op de verpakkingen. Hieronder een willekeurig overzicht van enkele opmerkelijke consumentenzaken die aandacht kregen in de media sinds 2011.

Misbruik
Het Bureau Openbare Gezondheidszorg ontving in augustus 2011 klachten van consumenten over vervallen producten die door enkele winkeliers werden verkocht. Dat was een direct gevolg van een stakingsactie van milieu-inspecteurs waar winkeliers misbruik van maakten door dergelijke producten snel op de schappen te plaatsen.

Maart 2012: in supermarkt Albina producten met vervaldata in 2008
Bij een controle in maart 2012 van de Economische Controledienst (ECD) in winkels in het oostelijke grensstadje Albina. Zes supermarkten werden bezocht en in alle winkels werden producten zonder prijsaanduiding gevonden. In drie supermarkten bevonden zich ook nog eens diverse vervallen producten.  Korte tijd later troffen agenten veel vervallen levensmiddelen, frisdranken en babymelk aan in een lokale supermarkt. Er bleken zelfs producten te worden verkocht met vervaldata in 2008.... Het was de vierde winkel in een week tijd waar vervallen goederen werden onderschept en vernietigd.

Let op bij aankoop bara’s, roti’s en kokosdrankjes in winkels
Een maand, april 2012, later dook een andere kwestie op in winkels. Volgens het BOG leveren diverse zogenoemde huisnijverheidondernemers voedselproducten aan winkels, zoals bara’s en roti’s. Op de verpakkingen blijken veelal niet gegevens van de leverancier te zijn vermeld en het BOG constateerde ook dat veel van die producten onjuiste vervaldata op de verpakking hadden vermeld. Er zouden verder ondernemers zijn die bijvoorbeeld chips bakken in oude olie en dan op de verpakking vermelden dat de houdbaarheid na twee weken vervalt. Maar, omdat de chips in oude olie zijn gebakken vervalt de houdbaarheid echter eerder. Dergelijke ondernemers maken zich schuldig aan het overtreden van een economisch delict.
Ook in april 2012 riep het ministerie van Handel en Industrie winkeliers op om per direct alle kokosdrank van het merk Coco Naturel uit de schappen te halen. Dat sap bleek namelijk onder zeer onhygiënische omstandigheden geproduceerd te worden door een man die ook nog zonder vergunning een klein bedrijf aan het Garnizoenspad exploiteerde. De man werd aangehouden. De malafide sapproducent werd ontdekt door inspecteurs van de Economische Controle Dienst van het ministerie.

Onleesbare vervaldata
Eind april 2012 waren er problemen met vervaldata van halve liter bakjes magere yoghurt van de Melkcentrale. Deze keer waren het winkeliers die klaagden, omdat de vervaldata vrijwel onleesbaar waren. Dat zou veroorzaakt worden bij het opstapelen van de producten: de vervaldata waren vermeld op de dekseltjes en lieten zich eenvoudig weg krassen.

* Overigens zijn vervaldata op diverse soorten producten, zoals op de plastic verpakkingen van brood en op de plastic zakjes melk, moeilijk te lezen. Het zou aan te bevelen zijn dat producenten beter leesbare houdbaarheidsdata op hun verpakkingen afdrukken.

In het plaatsje Papatam vonden leden van de districtsraad van Marowijne in de eerste week van juli 2012 vervallen producten in een supermarkt.

Goedkope producten zonder voldoende informatie op verpakkingen
Het VHP-Assembleelid Shailendra Girjasing benaderde in februari 2013 minister Raymond Sapoen van het ministerie van Handel en Industrie met het verzoek om op te treden tegen malafide ondernemers die bonafide ondernemers op een oneerlijke wijze beconcurreerden. Volgens de politicus waren er veel producten in de handel afkomstig uit een illegaal circuit. Die producten werden tegen een lage prijs verkocht en waren niet voorzien van de wettelijk verplichte informatie op de verpakkingen. ‘Er staat helemaal geen informatie op deze producten, maar ze worden wel ten verkoop aangeboden in de verschillende winkels voor een lager bedrag, waardoor er een oneerlijke concurrentie ontstaat’, zei Girjasingh. ‘Ik heb al een probleem als producten in andere talen zijn beschreven, laat staan als ze helemaal geen beschrijving hebben.’

Dumpen van vervallen producten

(Bron foto: Bestuurs Informatie Centrum Nickerie)
Een enkele keer blijkt een ondernemer in de maag te zitten met zijn vervallen producten. Dat was het geval medio april van dit jaar in het district Nickerie. Een ondernemer dumpte illegaal een grote hoeveelheid producten op de vuilstortplaats. Vervallen sapsoorten, deodorant en zelfs maandverband waren op onverantwoorde wijze gedumpt, aldus maakte het Bestuurs Informatie Centrum, BIC, Nickerie dinsdag 23 april 2013 bekend. Zo’n tien dagen eerder had het BIC Nickerie gezorgd voor de vernietiging van duizenden op de vuilstort gestorte flesjes vervallen tomatensap.

Gelukkig werden alle gedumpte producten op tijd verwijderd en vernietigd. Daardoor kon worden voorkomen dat onverlaten er mee aan de haal zouden gaan en de producten toch zouden trachten in de handel te brengen.....

zondag 16 juni 2013

Maak een uitstapje met een betrouwbare touroperator

Dramatisch ongeluk met busje in Brokopondo leidt tot hernieuwde oproep regulering sector

Nederlandse stagiaire dodelijk verongelukt – Chauffeur busje reed te hard

16-06-2013 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Een dramatisch ongeluk met een tourbusje in het district Brokopondo op zondag 9 juni 2013, leidde tot een hernieuwde oproep vanuit de Vereniging van Surinaamse Touroperators (VESTOR) voor regulering van deze sector.

Bij het ongeluk kwam de 21-jarige Nederlandse stagiaire Debbie Sijm uit het Noord-Hollandse Bergen om het leven. Zij werd uit het busje geslingerd en kwam er onder terecht. Het meisje overleed op weg naar een kleine poli in het dorp Brownsweg. Sijm zat met vijf andere stagiaires in het busje dat over de kop sloeg. Vier andere inzittenden raakten ernstig gewond en werden opgenomen in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. De Nederlandse was werkzaam in de toeristische sector in Suriname voor haar opleiding aan een Hogeschool. De stagiaires hadden een bezoek gebracht aan Ston Eiland en waren op de terugweg naar de stad, Paramaribo.


 

Bravouregedrag en stomdronken een tourbusje besturen
Surinaamse media berichtten dat de oorzaak van het ongeluk niet duidelijk was. Maar, de Nederlandse krant het Reformatorisch Dagblad wist te berichten, dat de chauffeur te hard had gereden en vervolgens de macht over het stuur verloor. De krant memoreert dat in december vorig jaar, op Eerste Kerstdag, ook een busje met elf Nederlanders over de kop sloeg – vanwege te hard rijden en een klapband - op de bekende Afobakaweg, die naar het binnenland voert, bij Marshallkreek. Hierbij raakten enkele inzittenden lichtgewond. Tegenover de Nederlandse correspondent van het Reformatorisch Dagblad in Suriname, Armand Snijders, zei een politiewoordvoerder dat ‘de meeste ongevallen buiten de verstedelijkte gebieden’ veroorzaakt worden door te hard rijden. Ook onervarenheid van bestuurders speelt volgens hem een rol. Snijders schrijft verder, dat chauffeurs van tourbusjes vaak jong zijn en nog niet lang over hun rijbewijs beschikken. Daarnaast zouden ze ‘bravouregedrag’ vertonen om indruk te maken op stagiaires. Volgens de correspondent zou de politie ‘onlangs’ een busje met toeristen staande hebben gehouden, dat bestuurd werd door een stomdronken, bier drinkende, chauffeur: de passagiers durfden niets te zeggen. Ook voor wat betreft het meest recente ongeluk kun je je afvragen of de inzittenden al of niet de chauffeur gevraagd hebben de snelheid van het busje te minderen.

Het in zee gaan met dit soort ‘touroperators’ is en blijft in essentie natuurlijk wel de eigen verantwoordelijkheid van de toerist/stagiaire zelf. Die zou zich van tevoren bij bijvoorbeeld een reisbureau of op de stageplek kunnen laten informeren over wat de beste en meest veilige manier is om iets van ons land te kunnen zien.

Een paar passagiers van een lijnbus op weg van Paramaribo naar Lelydorp verzocht eind november 2012 de chauffeur te stoppen om ze te laten uitstappen vanwege zijn onverantwoordelijke en gevaarlijke rijgedrag.

VESTOR: Tijd voor regulering sector
VESTOR vindt het nu welletjes. Volgens de vereniging zijn er nu nauwelijks eisen en regels waaraan tourbedrijven zich dienen te houden. Iedereen mag zich touroperator noemen, sinds in 2011 de vergunningsplicht werd afgeschaft. VESTOR is ervan overtuigd, dat degene die de trip van het verongelukte busje heeft georganiseerd, niet bij de organisatie is aangesloten. Volgens VESTOR maken stagiaires vaak gebruik van ‘informele’ touroperators, omdat die nu eenmaal goedkoper zijn. Helaas blijkt regelmatig goedkoop duurkoop te zijn.

 

Op haar website bericht de Vereniging van Surinaamse Touroperators, dat zij al enige tijd bezig is met het opstellen van een keurmerk voor touroperators, welke in 2013 gelanceerd moet worden. Het doel van het VESTOR-keurmerk is het bevorderen van hoge kwaliteitseisen binnen de touroperating. De kwaliteitseisen in het keurmerk zijn op internationaal geldende standaarden voor de toerismebranche gebaseerd. De consument kan en mag hierop afgaan en weet zich bij voorbaat verzekerd van een kwalitatieve dienstverlening, aldus de vereniging.

De voorzitter van VESTOR, Ratna Rewat, laat in een reactie weten: 'Sinds kort is het SSB (Surinaams Standaarden Bureau) de enige instantie in Suriname die standaarden en keurmerken mag afgeven. Wij zijn dan ook inmiddels met hen in overleg om alsnog op korte termijn dit voor elkaar te krijgen. Een aantal bestuursleden van de VESTOR neemt zitting in de technische commissie die hierover gaat. Vooruitlopend op de uitkomst heeft de VESTOR alvast haar Huishoudelijk Reglement aangescherpt.'

Als het om regulering van de sector blijft Rewat positief. 'De VESTOR heeft zowel met het bedrijfsleven als de overheid en non profit organisaties een goede verstandhouding en relaties opgebouwd. Helaas geldt dat niet voor de gehele sector en ondanks het feit dat wij blijven lobbyen krijgt het toerisme in de praktijk weinig prioriteit. Er is zowel voor het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme, maar nog meer voor Stichting Toerisme Suriname, als werkarm van dit ministerie, nog veel werk te verzetten. Om enige controle op touroperating te krijgen zal er verscherpt, met eventuele sancties in het verschiet, controle moeten plaatsvinden op in ieder geval alle geregistreerde touroperators bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken.'

Rewat laat verder weten dat de 'informele sector', 'waarbij lui snel hun slag proberen te slaan' de VESTOR een doorn in het oog. 'Dat geld natuurlijk niet alleen voor onze branche, maar meerdere sectoren hebben te kampen met dit probleem, dat niet alleen ten koste gaat van het imago, maar vooral oneerlijke concurrentie met zich meebrengt.'
Reis met een betrouwbare touroperator
Toeristen, stagiaires en anderen die een toeristisch uitstapje willen maken doen er goed aan om op pad te gaan met een bij VESTOR aangesloten touroperator. Door met zo’n bedrijf op pad te gaan ben je als toerist verzekerd van veilig vervoer zowel op de heen- als terugweg. Ga dus niet met het eerste de beste goedkope tourbedrijfje in zee. Betaal liever een paar Surinaamse dollarcenten meer voor een veilige reis, dan een paar Surinaamse dollarcenten minder om uiteindelijk ergens langs de weg te belanden......