zaterdag 25 april 2020

Hoefdraad verdacht van corruptie, overtreding Bankwet, oplichting en ambtsverduistering

Van Trikt heeft gezongen als een kanarie 



Sedert het verzoek van 28 januari van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) om een strafrechtelijk onderzoek te starten tegen haar governor Robert-Gray van Trikt is heel wat boven water gekomen. Dit komt voornamelijk door het feit dat Van Trikt, geconfronteerd met alle harde bewijsmiddelen, heeft gezongen als een kanarie, aldus het Dagblad Suriname vandaag, zaterdag 25 april 2020.

Uit het voorlopig onderzoek van het Speciaal Onderzoeks Team is komen vast te staan, dat alle strafbare feiten in nauwe en bewuste samenwerking met minister Gillmore Hoefdraad zijn gepleegd. In een overeenkomst, gedateerd 9 september 2019, is aangegeven dat de CBvS een mogelijkheid bekijkt om een waarderings- en billijkheidsadvies te verkrijgen van de royaltyrechten uit Rosebel Gold Mines NV en ondersteuning heeft gevraagd van Clairfield Benelux NV. Verder, dat de CBvS in samenwerking met de Surinaamse overheid wil komen tot een schuldsanering. Voorgesteld werd om het royaltyrecht van 6,5% voor 10 jaren in zekerheid te plaatsen bij de CBvS. Deze overeenkomst is op 18 september 2019 ondertekend door Van Trikt. Bij de politie heeft Van Trikt verklaard dat deze overeenkomst in afstemming met Hoefdraad is ondertekend. Alhoewel Hoefdraad ontkend heeft in zijn verklaring op de hoogte te zijn geweest van de afspraken tussen de CBcS en Clairfield Benelux, is dit klaarblijkelijk een leugen.

Op 11 oktober 2019 werd een missive ondertekend door de voorzitter van de Raad van Ministers (RvM), vicepresident Ashwin Adhin, waarin aan de minister van Natuurlijke Hulpbronnen te kennen werd gegeven, dat de regering heeft besloten dat de royalty’s, welke Rosebel Gold Mines NV afdraagt aan Grassalco en de 2% van het goud dat IAmGold/Rosebel Gold Mines afdraagt aan Grassalco, voor de duur van 15 jaren zal worden afgedragen aan de CBvS. Dit besluit is ingegaan op 1 oktober 2019 en eindigt op 1 oktober 2034. Hoefdraad was wel degelijk op de hoogte van deze overeenkomst, anders had hij geen goedkeuring kunnen verkrijgen van de RvM.

Op 1 november 2019 wordt tussen Hoefdraad en Van Trikt een overeenkomst ondertekend, inhoudende dat de Staat ingaande 1 november 2019 voor de duur van 15 jaar en wel tot 1 november 2034 zijn royalty’s die Grassalco NV verkrijgt van IAmGold, voortvloeiend uit de Delfstoffenovereenkomst van 7 april 1994, afdraagt aan de CBvS. In de overeenkomst zijn de verwachte inkomsten gecalculeerd tot een totaalbedrag van US$ 300 miljoen. Deze overeenkomst is zogenaamd bedoeld om alle schulden die de Staat heeft bij de CBvS aft te lossen, alsmede de overschrijding op lopende rekeningen.

Uit het onderzoek blijkt, dat deze constructie is bedacht door Hoefdraad en dat hiermee in strijd is gehandeld met de Bankwet. Alhoewel Hoefdraad deze handelingen ontkend zijn er voice apps in het bezit van de politie, waarop Hoefdraad deze constructie haarfijn uitlegt aan regeringscommissaris van de CBvS, Kirpalani Vidjai. In deze voice app geeft Hoefdraad ook aan, dat in de onderhandelingen met het Amerikaanse Oppenheimer een borgstelling nodig is om de lening te kunnen krijgen. Hoefdraad heeft toen de royalty’s, die rechtens de CBvS toebehoren, als borg gegeven voor een tweede lening. Dit gedrag is vooral verwerpelijk, omdat Hoefdraad vanaf het eerste moment wist dat deze tweede borgstelling vals was, aangezien de royalty’s de CBvS toebehoren. In dezelfde voice app laat Hoefdraad weten, dat hij weer met Oppenheimer aan het onderhandelen is om midden maart 2020 een lening (zonder een borgstelling) aan te gaan, waarbij die van december 2019 meteen wordt afgelost. Hoefdraad heeft hierdoor doelbewust onjuiste informatie verstrekt aan Kirpalani, toen die vragen begon te stellen over het dubbel verpanden van de royalty’s.

Op grond van de overeenkomst van 1 november 2019 heeft Hoefdraad op 5 verschillende dagen in totaal Srd 2,216,729,120.00 (miljard) getrokken van de CBvS. Deze trekkingen zijn door Hoefdraad geaccordeerd. Hieruit werd ook de lening van de overheid bij de Hakrinbank en de VCB afgelost. Het gaat om een totaalbedrag van Euro 80.536.666,67 omgerekend naar Srd tegen een koers van 8,359. Van Trikt heeft de betaling van deze twee leningen van de Staat voortgang doen vinden, terwijl hij wist dat Hoefdraad de royalty’s van de CBvS voor een tweede borg had aangeboden en dat hij 90 dagen had om dit te corrigeren. Van Trikt verklaart dat hij zich beetgenomen voelt door Hoefdraad.

Hoefdraad ontkent op de hoogte zijn van de afspraken betrekking hebbende op de overeenkomsten tussen Van Trikt en Clairfield Benelux, maar hij gebruikt wel informatie afkomstig van deze afspraken om de overeenkomst van 1 november 2019 te laten opmaken. Ook uit (whatsapp) voice berichten tussen Van Trikt en Hoefdraad blijkt, dat hij op de hoogte was van de afspraken en aanwijzingen heeft gegeven om zaken zo geruisloos mogelijk te laten verlopen. De vergoeding aan Clairfield was Euro 2.500.000, waarvan bij de ondertekening gelijk Euro 1.250.000 is betaald met de voorwaarde dat ongeacht de uitkomst van de opdracht, de CBvS verplicht is tot betaling van het overeengekomen bedrag. Hier is dus duidelijk sprake van een wurgcontract. De CBVS heeft hierbij in strijd met artikel 16 van de Bankwet gehandeld. Van Trikt blijft erbij dat zulks in nauwe en bewuste samenwerking met Hoefdraad is gedaan.

Op 10 mei 2019 werd de overeenkomst Project prodigy Valuation of the Assets of the Government of Suriname getekend. Conform deze overeenkomst zal de CBvS mogelijkheden nagaan om een waardering te verkrijgen van alle belangrijke activa en participaties van de Staat, vallende onder het aandeelhoudersbeleid. Clairfield Benelux zou hierbij ondersteuning geven. Hoefdraad heeft hierbij bezittingen van de Staat zodanig hoog laten waarderen, dat hij daardoor gelden kon trekken bij de CBvS en daardoor heeft Van Trikt in strijd met artikel 18 van de Bankwet gehandeld. Hoefdraad gebruikte een strategie om 17 overheidspanden 'te verkopen' aan de CBVS. In het schrijven waarin deze panden worden opgesomd, wordt aangegeven door Hoefdraad dat deze panden een geschatte marktwaarde hebben van Euro 45 miljoen.

Uit het onderzoek is gebleken dat deze panden nimmer zijn getaxeerd. Genoemde panden zijn ook nimmer overgedragen aan de CBvS, terwijl de betalingen reeds hebben plaatsgevonden aan Hoefdraad. Hoefdraad en Van Trikt hebben zich hiermede schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 18 en 21 van de Bankwet, alsook artikel 386 jo 67 en 423 van het Wetboek van Strafrecht (oplichting/ ambtsverduistering). Voor drie van de panden was er reeds een koop– en verkoopovereenkomst opgemaakt, waarbij mevrouw Woei L., in haar hoedanigheid van directrice van het ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer is opgetreden als 'verkoper' en Van Trikt als governor van de CBVS als koper. Met de aankoop van de panden hebben Van Trikt en Hoefdraad zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 18 lid 4 van de Bankwet, alsook artikel 13 van de Anti-Corruptiewet.

Abdoel (NDP): 'Het schrijven van de pg roept meer vragen ot dan antwoorden'

'Ik zal niet toelaten dat minister Hoefdraad veroordeeld wordt alvorens een eerlijk proces te hebben gehad'


'Na een globale bestudering van het dossier dat door de procureur-generaal (pg) naar De Nationale Assemblee (DNA) is gestuurd, moet ik wel aangeven, dat het schrijven meer vragen oproept dan het beantwoordt. Na ampele bestudering zit ik ten eerste mij af te vragen, wat de haast was achter het besluit van de pg om deze vordering in te stellen tegen minister Gillmore Hoefdraad van Financiën. Over de feitelijke omschrijving kan er best wel aangegeven worden dat de 11 punten tellende overwegingen zoals opgesomd door de pg, niet veel zegt als u nagaat hoeveel dossiers door de regering-Bouterse naar het Openbaar Ministerie zijn gestuurd met diezelfde strekking om onderzocht te worden. Ik zal niet toelaten dat minister Hoefdraad veroordeeld wordt alvorens een eerlijk proces te hebben gehad.'

Dit zegt de NDP-fractieleider Amzad Abdoel in een eerste reactie vandaag, zaterdag 25 april 2020, op Starnieuws. Abdoel zegt niet te begrijpen op basis waarvan en welke argumentatie, de pg dit onderzoek topprioriteit geeft.

'In elk geval wil ik bij deze ook aangeven dat als parlementariër ik niet gediend ben van de gekozen bewoording in de vordering met name "De Nationale Assemblee, onverwijld overgaat tot het nemen van het besluit ter zake onderhavige vordering met betrekking tot het in staat van beschuldiging stellen van de minister van Financiën. De Wet In Staat van Beschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers beschrijft een duidelijk proces. Ik zou me aan dat proces willen houden. Indien na verdere bestudering blijkt dat de gevraagde vordering niet steekhoudend is, zal deze ook worden afgewezen door het parlement', stelt Abdoel.

De wet schrijft ook voor, dat het parlement een onderzoekscommissie mag instellen om zelf onderzoek te doen. 'Bij de bestudering valt het me vooral op dat het voornamelijk gaat om verdenkingen en vooral het trekken van conclusies op basis van eigen interpretaties. Bij de beschrijvingen wordt veelal gebruik gemaakt van delen van communicaties, die makkelijk uit haar context gehaald kunnen worden. Ook wordt veelal beleidsintenties beschreven als te zijn gepleegde handelingen zonder de achterliggende gedachten toe te lichten. Verder heeft nergens toetsing plaatsgevonden of de minister van Financiën binnen zijn wettelijke bevoegdheden heeft gehandeld, waarbij er formele stukken door hem zijn getekend die een onoorbare handeling staven. Hoewel in de vordering aangegeven wordt dat de minister zich schuldig zou hebben gemaakt aan misleiding, witwassen en corruptie, gaat u nergens in het dossier concreet lezen wie misleid is, hoeveel witgewassen is, wanneer dat gebeurd is en wie de klacht heeft ingediend tegen de minister.'

'Wat u wel gaat lezen bij de overwegingen is dat het gaat om strafbare feiten die gepleegd zijn in overtreding van de Bankwet en daarmee verbonden/meegelezen andere wetten. Ik krijg snel het gevoel alsof het van levensbelang is voor de pg om de minister zo spoedig als mogelijk daarmee te linken. In elk geval worden woorden als uitlokking en tezamen en in vereniging ook vaker gebruikt. Om de andere verdachten te vervolgen heeft de pg geen goedkeuring van DNA nodig. Hij kan dus verder zijn werk doen en DNA de ruimte bieden om ook haar werk te doen. Of was de minister de enige andere verdachte? Verder wil ik op dit moment aangeven dat we de zaak nog diepgaand en juridisch technisch zullen en willen bekijken', zegt de NDP-fractieleider.