maandag 19 december 2011

Foutencircus bij De Ware Tijd door incompetente hoofdredactie

Falende hoofdredacteur heeft geen oog voor kwaliteit

19-12-2011 Door: Paul Kraaijer


Paramaribo – Met plezier en instemming lees ik eindelijk het boek ‘Het komt nooit meer goed’ van de eigenzinnige en goedgebekte drs. Julian S. With. Het in eigen beheer uitgegeven driehonderdenvierenveertig pagina’s tellende amusante boek, leidde een aantal maanden geleden in Suriname tot de nodige felle reacties. With was in september naar Suriname gereisd om tijdens een paar lezingen zijn boek te promoten en te verkopen. Vooral de toonzetting van With en zijn directe en nuchtere wijze van benadering van zaken oogsten nogal wat kritiek. Veel Surinamers zijn niet gewend aan kritiek en kunnen er nauwelijks mee omgaan. Toch, wie even de moeite neemt om door de ongenadige toonzetting van With te prikken, kan niet anders dan concluderen dat de man het simpelweg bij het rechte eind heeft.

De Ware Tijd amateuristisch
Ik wil mij hier – logischerwijs – beperken tot het hoofdstuk ‘Meredith Helstone: de incompetentste en onbeschaafdste hoofdredacteur die De Ware Tijd ooit gehad heeft’. Het hoofdstuk lezende kan ik een bevestigende glimlach niet onderdrukken. With heeft gelijk met zijn uitgesproken kritiek op de inhoudelijke kwaliteit van deze krant en de hoofdredactionele kwaliteiten van Helstone.
Hij somt een scala van fouten op die – werkelijk – dagelijks terug te vinden zijn in De Ware Tijd. Dat aantal fouten doet vermoeden dat de krant niet beschikt over een adequate hoofdredacteur en/of eindredacteur. Een aantal malen heb ik mij – eigenlijk naief tegen beter weten in - via email opgeworpen als kandidaat sollicitant voor de functie van eindredacteur. Ik heb immers de ‘arrogante’ gedachte er zeker van te zijn dat het aantal fouten in De Ware Tijd dagelijks drastisch zal dalen zo niet geheel zal verdwijnen als ik eindredacteur zou zijn. Maar, nooit heb ik welke reactie dan ook mogen ontvangen.

Meredith Helstone wil kennelijk haar krant laten voortmodderen op het huidige amateuristische niveau, waarbij het zorgdragen voor een goede inhoudelijke kwaliteit kennelijk niet in de taakomschrijving van de hoofdredacteur voorkomt. Nog afgezien van de dagelijkse hoeveelheid fouten in de krant, is er totaal geen sprake van kritische, onafhankelijke (onderzoeks)journalistiek. Zo heeft bijvoorbeeld tot heden geen enkele journalist op kritische wijze bericht over de Amerikaanse goudmijnmultinational Newmont die op dit moment onderhandelingen met de Surinaamse regering voert over haar plannen om twee goudmijnen op te zetten in het Nassau Gebergte, dat een unieke biodiversiteit rijk is. Geen enkele journalist heeft bericht over de problemen die Newmont nu ondervindt in Peru, Ghana, Indonesië en Australië. Kennelijk mag de gewone Surinamer niet geïnformeerd worden over het schenden van rechten van inheemsen door Newmont en het aanrichten van aanzienlijke milieuschade. Suriname mag niet weten wat haar wellicht te wachten staat.

Journalistiek beoefenen moet hobby zijn
Ook bekruipt mij wel het eens het gevoel dat de journalist van een artikel nauwelijks begrijpt wat hij of zij zelf heeft geschreven, zoals berichtgeving over CO2-compensatiegelden en REDD+. Zelden tot nooit wordt door een journalist in begrijpelijke taal aan de lezer uitgelegd wat bijvoorbeeld REDD+ is., waarschijnlijk niet omdat de journalist het zelf niet kan uitleggen, het zelf niet begrijpt. Verder wordt met regelmaat bewust of onbewust verzuimd om bij overname van artikelen uit andere, buitenlandse, media de nieuwsbronnen te vermelden.

Surinaamse journalisten werken tijdens kantooruren: daarna wordt de journalistiek uit het oog verloren, wordt niet gewerkt aan artikelen, wordt geen onderzoek gedaan. ‘Daar word ik niet voor betaald’, zal de reactie van menig Surinaams journalist zijn. Ik ben opgegroeid met het motto dat een journalist vierentwintig uur per dag en zeven dagen in de week journalist is. Het werk moet een hobby zijn. Je moet het leuk vinden om mensen van nieuws te voorzien en nieuwsvoorziening stopt niet om drie- of vier uur ’s middags of je dat nu doet als journalist, blogger of 'gewoon' schrijver zoals ik.

Ongenadig
In zijn boek krijgt Helstone er van With ongenadig, maar wat mij betreft terecht, van langs.
With: ‘(...) Helstone is een ramp voor De Ware Tijd, omdat ze de deskundigheid mist om slecht geschreven artikelen af te keuren, dus worden de lezers bijna dagelijks geconfronteerd met artikelen in die krant die zelfs door een eerstejaarsstudent journalistiek zouden worden geweigerd. (...) Die weigert artikelen van goede schrijvers en biedt ruimte aan anderen die koeterwaals produceren. (...) Ridicule fouten in artikelen van medewerkers en publicisten in de krant zijn niet goed te praten. Toch komen die eerder in aanmerking voor vergiffenis dan de blunders in de redactionele commentaren waarvoor Helstone direct verantwoordelijk is.
Vanwege haar taalhandicap verwordt het belangrijkste onderdeel van de krant tot een lachwekkend product. (...) Als ik een hele jaargang van de krant kritisch zou lezen, dan zou ik honderden pagina’s kunnen vullen met de krakkemikkige taal die onder het hoofdredacteurschap van mevrouw Meredith Helstone in de redactionele commentaren van de krant gepubliceerd wordt. (...)’

Belabberde kwaliteit
De kritiek van With op de hoofdredacteur van De Ware Tijd mag dan wellicht wat ongenuanceerd overkomen en kort door de bocht, maar in essentie legt hij zijn vinger op de zere plek: journalistiek in Suriname staat nog in de kinderschoenen. Inhoudelijke kwaliteit is ver te zoeken, zo niet onvindbaar. Prijsschieten op fouten. Niet openstaan voor bijdragen van goede journalisten en voor goede objectieve en onafhankelijke journalistiek.
Zolang kranten als De Ware Tijd daar niet voor openstaan, zolang blijven die kranten aanmodderen en een belabberde kwaliteit leveren.

Wat mij betreft verschijnt in een eventuele herdruk van het boek van With een soortgelijk hoofdstuk, maar dan over de hoofd- of eindredactie van en inhoud van de Surinaamse nieuwswebsite Starnieuws.....