De derde twinningfaciliteit Nederland-Suriname is goedgekeurd, zo meldt de Uitvoeringsorganisatie Twinningfaciliteit Suriname-Nederland (UTSN) op haar website. Het subsidieplafond is € 6,5 miljoen, terwijl er per project een maximum bijdrage van € 200.000 verstrekt kan worden. De derde twinningfaciliteit is het vervolg van de eerste twinningfaciliteit (€ 11,8 miljoen) en de tweede twinningfaciliteit (€ 6,5 miljoen), die beiden positief zijn geëvalueerd. Dit beicht onder andere Starnieuws vandaag, vrijdag 6 april 2018.
Via de eerste en tweede faciliteit zijn zo'n 150 projecten in Suriname gefinancierd.
In december 2017 mochten Nederlandse bedrijven inschrijven voor de subsidieverlening van de derde twinningfaciliteit tussen Nederland en Suriname. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft de subsidie, na beoordeling van alle inschrijvingen, op 12 maart toegekend aan de Berenschot Groep B.V. Dit bedrijf heeft ook de subsidie van de eerste en tweede twinningfaciliteit beheerd.
De centrale doelstelling van de twinningfaciliteit is het versterken van de sociale banden tussen Nederland en Suriname door kennisuitwisseling en samenwerking van maatschappelijke organisaties. Door deze interactie kunnen instituties worden ondersteund en de capaciteitsopbouw van het Surinaamse maatschappelijk middenveld worden versterkt. Ook is daarbij aangegeven dat er sprake is van een toenemende vermaatschappelijking van de relatie tussen Suriname en Nederland. Dat wil zeggen, dat de relaties tussen beide landen zich veel meer zijn gaan ontwikkelen buiten de overheid. Onder meer is dat zichtbaar op de gebieden van taal, cultuur, onderwijs, gezondheidszorg en welzijn.
Er zijn vier sectoren die in aanmerking komen voor financiering via de twinningfaciliteit, te weten onderwijs/opleiding, zorg/welzijn, taal/cultuur of milieu/ecologie. Tot de sector onderwijs worden ook gerekend het bijzonder onderwijs en beroepsopleidingen. De eerste drie sectoren waren ook al opgenomen in de tweede twinningfaciliteit, terwijl de vierde sector (milieu/ecologie) erbij is gekomen.
Elk project dient ingediend te worden door tenminste één Surinaamse en één Nederlandse maatschappelijke organisatie. Deze organisaties moeten tot de non-profit sector behoren en kunnen dus geen bedrijven, organisaties met een commercieel oogmerk of overheidsinstanties zijn.
De Surinaamse partner van de Berenschot Groep N.V. is het NGO Instituut voor Kaderontwikkeling en Onderzoek in Suriname (NIKOS). Samen hebben deze partners de Uitvoeringsorganisatie twinningfaciliteit Suriname Nederland (UTSN) opgericht. Ook de derde twinningfaciliteit zal via UTSN worden geïmplementeerd. Nu de subsidie is toegekend is verwachtbaar dat het eerste loket van de derde twinningfaciliteit binnenkort wordt opengesteld, deelt Usha Schalkwijk-Doerga van NIKOS mee.
https://www.utsn.nl/ |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten