'We kopen hiermee tijd om het iets langer uit te zingen'
Refineria Isla kan op eigen kracht nog twee tot vier maanden salarissen betalen. Het
antwoord op de vraag wat er gebeurt met de voorraad van 360.000 vaten fuel oil (stookolie), die een
waarde vertegenwoordigt van 32 miljoen gulden, bepaalt of hier nog twee maanden bij kunnen
worden opgeteld.
Bepalend is ook of moedermaatschappij PdVSA
toestemming gevraagd wordt en zij die vervolgens geeft om
de 400.000 vaten ruwe olie die opgeslagen liggen in de tanks
bij Bullenbaai gebruikt kunnen worden om er eveneens fuel
oil van te raffineren.
In het gunstigste scenario, als het allebei mogelijk blijkt,
geeft dit de exploitant van de Isla-raffinaderij iets meer
lucht, hoewel het - gezien de huidige zeer ongunstige omstandigheden - feitelijk slechts uitstel van
executie is.
'We kopen hiermee tijd om het iets langer uit te zingen', zegt Isla-woordvoerder Earl
Balborda in een toelichting in het Antilliaans Dagblad vandaag, dinsdag 26 maart 2019.
Isla kampt met vier min of meer structurele factoren:
vanaf 2016 is sprake van teruglopende
toelevering van ruwe olie vanuit Venezuela tot nihil anno 2019;
de CRU-centrale (Curaçao Refinery
Utilities) functioneerde lange tijd niet optimaal;
moederbedrijf PdVSA wordt geconfronteerd met
gigantische schulden (ten aanzien van ConocoPhillips alleen al zo’n 11 miljard dollar);
en de sancties
van de Verenigde Staten tegen Venezuela/PdVSA van president Nicolás Maduro.
Deze vier factoren zijn een vast gegeven, ofwel harde feiten, waarmee de lokale raffinaderij te maken
heeft en er ook niet onderuit kan.
'Wij kunnen hoog of laag springen, maar dit hebben wij hier niet in
eigen hand', zegt Balborda. Intussen droogt de cashflow op en komen langzaamaan de uitgaven,
waaronder de salarissen, in gevaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten