Aruba en Nederland nog steeds in gesprek
De regering van Curaçao heeft afgelopen week officieel gereageerd op het
Nederlandse voorstel in verband met de (consensus)rijkswet Caribische
hervormingsentiteit. Uit alles blijkt dat dit geen volmondig ‘ja’ is; eerder een mix van
standpunten, zo schrijft vandaag, vrijdag 31 juli 2020, het Antilliaans Dagblad.
Het kabinet-
Rhuggenaath doet
officieel geen
mededelingen.
Informeel krijgt het dagblad vanuit
regeringskringen wel
bevestigd, dat er
dinsdag een brief
naar Den Haag is
gestuurd. Over de
inhoud wordt (nog)
niets gezegd, maar het ziet ernaar uit dat de Curaçaose regering enkele kanttekeningen zet
bij het voorstel en de wijze waarop het volgens Nederland zou moeten worden
geïmplementeerd.
Overigens is er nog van géén van de drie Caribische landen van het Koninkrijk - Curaçao,
Aruba en Sint Maarten - instemmingsantwoord. De regering-Jacobs in Philipsburg heeft
sinds de laatste Rijksministerraad (RMR), drie weken geleden op 10 juli, taal noch teken
van zich laten horen. En met Aruba wordt gepraat.
Zoals de Nederlandse staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Koninkrijksrelaties direct al na de laatste RMR aan de
Tweede Kamer liet weten, zouden de onderhandelingen met het Arubaanse kabinet-Wever-Croes nog het verst zijn. Knops stelde op 10 juli zelfs dat het gesprek met Aruba
over zijn voorstel ‘de komende dagen’ zou worden voortgezet ‘gericht op het afronden
van de besluitvorming in de komende week’.
Dat bleek te optimistisch, want eind juli wordt met Oranjestad nog steeds ‘gesproken’ - en
ontbreekt dus ook een concreet politiek commitment van Arubaanse zijde.
Volgens
ingewijden is er echter een ‘zakelijk gesprek’ gaande tussen Aruba en Nederland, dat
weliswaar langzaam verloopt, maar wel vordert, zoals premier Evelyn Wever-Croes
(MEP) zelf ook aangaf. Er worden over en weer (wet)teksten uitgewisseld met als doel tot
verbeteringen te komen. De essentie moet van Nederland wel blijven staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten