Ureum gegarandeerd voor de rijstsector in het district Nickerie

1.800 Ton ureum inmiddels gelost in haven Nieuw-Nickerie


De behoefte aan ureum voor de rijstsector in het district Nickerie is ook dit seizoen weer gegarandeerd. Onlangs is een schip met 1.000 ton ureum in de algemene haven in Nieuw-Nickerie aangemeerd, zo bericht het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) maandag 6 januari 2020.

Op dit moment wordt weer een partij van 800 ton gelost. Deze ureum vloeit voort uit een samenwerking tussen het rijstbedrijf D. Ramadhin en Sons en het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij.

In juni 2019 is een overeenkomst getekend voor de import en verkoopprijs van ureum. Overeengekomen is, dat de nieuwe maximale verkoopprijs van ureum 46% per zak van 50 kilo is vastgesteld op Srd 160; bij de algemene haven Nieuw-Nickerie en het rijstbedrijf Ramadhin is de maximale verkoopprijs Srd 165.

Volgens de directeur-eigenaar van het rijstbedrijf, Bhagwatpersad Ramadhin, wordt deze week een derde lading ureum verwacht. Per seizoen heeft de rijstsector uitgaande van een inzaai van 30.000 hectare ongeveer 100.000 balen ureum nodig. Volgens Ramadhin kan er op elk moment en op tijd in elke behoefte van de sector worden voorzien.

De verkoop van ureum is op 26 december 2019 van start gegaan. Boeren kunnen net als het vorig seizoen het ureum tegen de genoemde prijzen opkopen. Het beschikbaar hebben van deze zeer belangrijke input voor de sector, heeft volgens boeren een positief effect gehad op de kostprijs van hun product. Tot voordat het ministerie van LVV en het rijstbedrijf Ramadhin de prijs van ureum naar Srd 160 brachten, werden er door verschillende importeurs bedragen van Srd 195 tot zelfs Srd 225 voor een baal ureum gevraagd.

Deze partij ureum komt ook op tijd voor boeren die de afgelopen maand hun arealen hebben ingezaaid en momenteel toe zijn aan hun eerste bemesting. Het is de bedoeling van het ministerie van LVV om boeren op verschillende manieren tegemoet te komen, zodat niet alleen de kwaliteit van ons product wordt verhoogd, maar vooral ook het kostenaspect voor de boeren wordt verlaagd. 'Wij moeten allemaal samenwerken om zo samen te verdienen', aldus minister Rabin Parmessar.