RvC van CBCS heeft vastgesteld dat sprake
is geweest van schending geheimhoudingsplicht
De Raad van Commissarissen van de Centrale Bank CBCS heeft het directielid
Leila Matroos-Lasten een sanctie aangezegd; naar verluidt krijgt zij vooralsnog een formele
waarschuwing in de ‘kwestie-Neysa’ die de CBCS al enkele maanden achtervolgt. Deze
voorlopige sanctie kan nog worden gewijzigd zodra daar aanleiding toe bestaat, zo schrijft het Antilliaans Dagblad vandaag, vrijdag 12 juli 2019.
Het al dan niet door haar verplicht opnemen van
vakantiedagen - waarover de laatste dagen in diverse
media is gespeculeerd als mogelijke sanctie - staat hier
in principe los van, maar werd Matroos-Lasten al
eerder dringend verzocht, onder meer in verband met
het feitenonderzoek dat door het Openbaar Ministerie
(OM) is opgestart.
Alles wijst erop. dat de RvC van de CBCS heeft vastgesteld dat sprake
is geweest van schending van de geheimhoudingsplicht door Leila Matroos-Lasten, destijds
als waarnemend president maar tegenwoordig is zij directeur-secretaris van de CBCS.
De RvC heeft geoordeeld, dat dit zeer ernstig is.
Toch zou er door de raad ook rekening zijn
gehouden met de omstandigheden waaronder Matroos-Lasten heeft gehandeld, toen zij op
22 maart een intern en vertrouwelijk memo van de CBCS over op dat moment nog kandidaat-minister
Neysa Schoop-Isenia doorstuurde naar de privémail van Financiën-minister Kenneth
Gijsbertha (MAN).
Schoop-Isenia, die zich mede hierdoor op een bepaald moment terugtrok voor het
ministerschap, deed bij de Landsrecherche aangifte tegen de CBCS en ook Matroos-Lasten
persoonlijk. De RvC van de CBCS had direct al een eigen onderzoek aangekondigd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten