Vlak voor maatregel stond 560 miljoen gulden aan ‘cash’ op de rekeningen in de VS
Na het uitroepen van de noodregeling voor de Ennia Groep zijn er ‘forse verliezen’
geleden op beleggingen doordat de rekeningen bij Merill Lynch in de Verenigde Staten zijn bevroren.
Dat stelt de verdediging van de op Curaçao
gevestigde bv Parman International,
eigenaar van verzekeringsmaatschappij
Ennia, in het Kort Geding tegen de Centrale
Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Dit bericht het Antilliaans Dagblad vandaag, vrijdag 11 januari 2019.
Vlak voor de maatregel stond er nog een
bedrag van 560 miljoen gulden aan ‘cash’
en ‘cash equivalents’ op de rekeningen in
Amerika. Dat bedrag zou nu zijn gedaald
naar 410 miljoen gulden. 'Dat betekent een
verlies van 150 miljoen gulden op de
beleggingen', aldus het pleidooi van de Parman-advocaten.
Eigen schuld, vinden de advocaten van de CBCS op hun beurt. Want Parman werkt niet mee en komt
keer op keer haar beloftes niet na. Ook de toezegging aan de rechter in Amerika om de gelden bij
Merill Lynch beschikbaar te stellen, krijgt geen vervolg.
Het gaat volgens advocaten Sabine Altena en
Karina Keizer van Ox & Wolff in totaal om 250 miljoen dollar waar de Centrale Bank nu niet aan kan
komen. Keizer zegt, dat woensdag een motie in de VS is ingediend om CBCS namens Ennia toegang te
geven tot de bankrekeningen. 'Nu de medewerking van Parman uitblijft, hebben we besloten
eenzijdig een verzoek in te dienen.'
Keizer heeft weinig begrip voor de situatie: 'We kunnen het zo
oplossen. Er is genoeg geld. Waarom gebeurt er niets?'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten