dinsdag 30 januari 2018

Advocaat Hugo Essed: 'Urenlang pleidooi van Irvin Kanhai was een politiek betoog'

'De vermoorde slachtoffers worden door Kanhai gecriminaliseerd'


Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden van de 8 decemberslachtoffers, bestempelt het gisteren gehouden urenlange pleidooi van de raadsman van Desi Bouterse, Irvin Kanhai, als een politiek betoog. 'Kanhai begint zijn pleidooi met de stelling dat Nederland, de Nederlandse en Surinaamse pers, het Surinaamse volk 35 jaar lang gehersenspoeld hebben, met anti-propaganda tegen Bouterse en hem van moord hebben beschuldigd, zonder dat ook maar vaststaat dat er sprake is van moord', zegt Essed vandaag, dinsdag 30 januari 2018, op Starnieuws. 

De werkelijkheid was volgens Kanhai, dat Nederland en Amerika een invasie hadden voorbereid en dat de 15 overleden mannen maatschappelijke onrust zouden creëren en na de invasie ingezet worden als nieuwe regering. De 15 slachtoffers hadden volgens Kanhai deelgenomen aan de voorbereidingen voor dat invasieplan en pleegden daarmee hoogverraad. De toen legitieme regering moest dus ingrijpen en het Surinaamse volk moet de militaire leiding daarvoor dankbaar zijn. Door in te grijpen hebben zij Suriname behoed voor de rampspoed van een invasie met honderden doden. Kanhai voegt daaraan toe, dat het te betreuren is dat als gevolg ‘van een verwoestende uitbarsting van spanningen onder de militairen’ de 15 slachtoffers het leven lieten, maar dat indien overheden noodzakelijkerwijs moeten optreden en daarbij ‘niet correct handelen, dat niet betekent dat het strafwaardig is’.

'Dit deel van het betoog is niet meer dan een politieke beschouwing, waarbij de leugens van de eeuw in Suriname herhaald worden, namelijk dat op 8 december 1982 een coup of invasie verijdeld is en dat de dood van de arrestanten het gevolg was van onenigheid onder de militairen over wat te doen met de arrestanten', stelt Essed.

'De derde leugen is dat Bouterse tijdens het plegen van de moorden niet in het Fort Zeelandia aanwezig was. De auditeur-militair heeft geoordeeld, dat er voldoende bewijs is dat Bouterse op bepaalde momenten, gedurende de uren dat de moorden gepleegd werden, wel degelijk in het fort was', stelt Essed.

'Voor de nabestaanden was het stuitend om te moeten aanhoren, dat de vermoorde mannen zich schuldig zouden hebben gemaakt aan hoogverraad, zonder dat er ook maar een rechter aan te pas is gekomen. Het is dat taak van de verdediging om Bouterse te verdedigen en zijn vermeende onschuld aannemelijk te maken, maar in plaats daarvan worden de vermoorde slachtoffers gecriminaliseerd. Dat is de wereld op zijn kop zetten en stuitend, omdat de slachtoffers zich niet kunnen verdedigen', benadrukt Essed.

Essed zegt vooral verbijsterd te zijn door de bedenkelijke opvatting van de verdediging van Bouterse, dat indien overheden noodzakelijkerwijs moeten optreden tegen strafbare feiten en daarbij incorrect handelen, dat eigenlijk niet strafbaar is.

'Deze opvatting druist loodrecht in tegen het beginsel van de rechtsstaat, namelijk dat alle wetten ook gelden voor de overheid en bestuurders. Kanhai verdedigt echter een andere opvatting. Hij stelt dat voor overheden en bestuurders de strafwet niet geldt, indien zij naar hun oordeel moeten optreden tegen burgers die een strafbaar feit begaan. Dat is nu precies de rampzalige opvatting die geleid heeft tot de moorden op 8 december 1982. Maar, dat is nu ook precies waar het in het 8 decemberstrafproces eigenlijk om gaat, namelijk dat Suriname een rechtsstaat blijft, waarin geen plaats is voor de opvatting zoals door de verdediging van Bouterse is geponeerd, maar waarbij ook het handelen van bestuurders aan de strafwet is onderworpen.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten