'Ik vraag u mij te beschermen tegen elke vorm van een oneerlijk politiek proces'
'Delen in staat van beschuldiging onderbelicht én verkeerd en tendentieus weergegeven'
Minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft De Nationale Assemblee (DNA) in een verweerschrift van 46 pagina's gevraagd hem te beschermen tegen procureur-generaal (pg) Roy Baidjnath Panday. Na in het verweer uitvoerig te zijn ingegaan op de tenlasteleggingen van de pg, zegt Hoefdraad: 'Ik vraag u daarom mij te beschermen tegen elke vorm van een oneerlijk politiek proces en in het verlengde daarvan ook bescherming van de rechtsstaat Suriname'.
De bewindsman zegt dat, nadat hij met 'stijgende verbazing' kennis heeft genomen van de berichten rond zijn handelen als minister van Financiën, hij heeft gezwegen. Echter, hij is van mening dat het dossier dat Baidjnath Panday heeft opgestuurd naar het parlement om hem in staat van beschuldiging te stellen, de juiste uitleg van onderdelen van wat zich daadwerkelijk heeft afgespeeld onderbelicht zijn én 'verkeerd en tendentieus' zijn weergegeven.
Volgens Hoefdraad is er een ware hetze tegen hem ontketend in het justitieel onderzoek naar Robert-Gray van Trikt, voormalig governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Zo zou er zijn afgeweken van de gebruikelijke procedurele regels en is selectief informatie verstrekt aan DNA.
Hoefdraad, die donderdag zijn verweer tegenover een parlementaire commissie verdedigde, zegt dat de pg het parlement vraagt de bewindsman in staat van beschuldiging te stellen, maar dat hij heeft verzuimd om het volledig strafdossier naar het parlement te sturen.
Volgens het verweer van Hoefdraad ontbreken processen-verbaal van het verhoor van Van Trikt en andere personen, waaruit blijkt dat hij niet betrokken zou zijn bij zaken die hem ten laste worden gelegd. Daarnaast zijn ook de processen-verbaal van hemzelf, waar hij bij de politie en bij de rechter-commissaris (rc) als getuige is gehoord, niet meegestuurd. In die processen-verbaal reageert Hoefdraad op verklaringen die Van Trikt zou hebben afgelegd bij de politie en rc.
Hoefdraad zegt dat het onderzoek van de pg in strijd is geweest met zijn recht op een eerlijk proces, wat als een ernstig verzuim moet worden aangemerkt. 'Ik werd als een verdachte gehoord in mijn eigen strafzaak', zei de Financiën-minister tegenover de parlementaire commissie. Hij noemt de formulering van de pg een bevestiging dat hij ruim vóór zijn verhoor op 14 en 16 maart bij de politie en daarna op 9 april bij de rc, al de status van verdachte had gekregen.
'Het is duidelijk dat ik aan het einde van een veelomvattend onderzoek, waaraan ik mijn volledige medewerking heb verleend in urenlange verhoren, ben gehoord als getuige. Het gevoel bekruipt mij dat op het moment van horen, mijn persoon reeds als verdachte werd gezien.'
Hoefdraad zegt dat op grond van het Wetboek van Strafvordering hij geconfronteerd zou moeten worden over zijn status waarin het verhoor zou plaatsvinden en dat is nagelaten hem te wijzen op zijn zwijgrecht. Hij motiveert in zijn verweer, dat hem als verdachte aanmerken een aangelegenheid is van DNA, op basis van de wet op politieke ambtsdragers. Daarbij worden door het parlement afwegingen gemaakt die alleen hem toekomt. De pg zou daarom volledig in strijd hebben gehandeld met deze wettelijke bepalingen.
Volgens Hoefdraad is er geen andere conclusie mogelijk, dan dat de pg hem als getuige heeft willen horen zonder hem de nodige waarborgen als verdachte te bieden. 'Daarom heeft de pg niet alleen mij niet naar behoren geïnformeerd over mijn status als verdachte, maar ook bij het verhoor van 9 april de rc in het ongewisse gelaten over reeds gerezen verdenkingen jegens mij.' Door deze misleiding van de pg, heeft volgens Hoefdraad, de rc hem niet kunnen beschermen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten