(Bron foto: Faccebook) |
Bedrijf begon vanaf september 2018 steeds later het loon uit te betalen
Tijdige betaling van loon, zoals omschreven in het Burgerlijk Wetboek (BW), is een van de hoofdverplichtingen van de werkgever. Aldus de rechter. De omstandigheid dat de (slechte) financiële situatie van een bedrijf in de weg staat van zijn loonbetalingsverplichting jegens personeel ‘komt voor rekening en risico’ van de baas.
Dit overkwam de onderneming Shalimar, een winkel gevestigd aan de De Ruyterkade in Punda, aldus het Antilliaans Dagblad vandaag, vrijdag 24 januari 2020.
De zaak Shalimar nv met Bhagwan Vasandani als directeur werd voor de rechter gesleept door een werkneemster, omdat het bedrijf vanaf september 2018 steeds later het loon begon uit te betalen. Zo werd het loon van die maand pas op 10 oktober uitbetaald. Van oktober 2018 deels op 14 en 15 november. En zo ging dat verder. Totdat het loon van maart 2019 deels op 15 april en zelfs op 8 mei werd uitbetaald. En het loon van april werd pas in juni volledig uitbetaald. Het loon over mei 2019 kreeg de werkneemster in drie delen uitbetaald: op 27 juni, 16 juli en 29 juli. Het loon van juni 2019 is niet tijdig en volledig betaald en juli is helemaal niet betaald.
Toen was de maat vol voor de nu 50-jarige Curaçaose vrouw, die al sinds 1991 in dienst is van Shalimar, laatstelijk in de functie van verkoopster tegen een brutoloon van 1.623 gulden per maand.
In augustus vorig jaar stelde zij, na 28 jaar voor dezelfde baas te hebben gewerkt, Shalimar per brief in gebreke. Ze kreeg ook per brief antwoord, maar betaling bleef uit. De verkoopster begon een rechtszaak en verzocht het gerecht daarbij ‘kosteloos te mogen procederen’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten