woensdag 31 januari 2018

Advocaat Truideman vraagt in 8 decemberproces vrijspraak voor verdachte Etienne Boerenveen

Truideman twijfelt aan betrouwbaarheid getuigenverklaringen


Advocaat Frank Truideman heeft dinsdag 8 december 2018 in het 8 decemberproces vrijspraak gevraagd voor zijn cliënt Etienne Boerenveen voor alle hem ten laste gelegde feiten, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs zou zijn.

Truideman ging zakelijk en puntsgewijs in op de ten laste gelegde feiten moord, uitlokken van levensberoving met voorbedachte rade in vereniging en medeplichtigheid. Tegen Boerenveen is door auditeur-militair Roy Elgin 20 jaar gevangenisstraf geëist.

Truideman merkte op, aldus Starnieuws, dat 35 jaren verstreken zijn sedert de feiten. Na 18 jaar is het strafrechtelijk onderzoek begonnen. 'Getuigenverklaringen, zelfs indien deze oprecht op het geheugen gebaseerd zijn, zijn door dergelijk tijdsverloop per definitie minder betrouwbaar', stelde de advocaat. Hij merkte op dat het gaat om gebeurtenissen op 7, 8 en 9 december 1982. Er kan gemakkelijk een vergissing worden gemaakt over een herinnering op een specifiek moment.


Hij wees ook op het gevaar van vooringenomenheid. Vooral personen met leidinggevende functies binnen het leger - zoals zijn cliënt - zouden daarvan het slachtoffer kunnen worden. Truideman voerde aan, dat zijn cliënt pas in augustus 1981, 18 maanden na de staatsgreep van 25 februari 1980, in Suriname aankwam, door Elgin wordt opgevoerd als een politieke machthebber. Hij deelde mee dat Boerenveen niet behoorde tot het tweehoofdige Militair Gezag, dat de politiek-bestuurlijke koers in het land bepaalde.

De advocaat meent, dat de auditeur-militair zonder harde argumentatie, eigenlijk meer aan de hand van vermoedens tot de conclusie, dat Boerenveen als een van de planberamers dan wel pleger, medepleger of medeplichtige moet worden beschouwd. Het dossier bevat daarvoor echter geen enkel bewijs, benadrukte Truideman. De advocaat betoogde dat aan de Krijgsraad een moeilijke taak is opgedragen, namelijk waarheidsvinding.

'Rechtspraak geschiedt door middel van vaststelling van de feiten, gevolgd door een op die vaststelling geënte beoordeling. Indien de feiten door een onvoldoende graad van zekerheid niet onomstotelijk kunnen worden vastgesteld, dan dient een vrijspraak te volgen', meent Truideman. 'Niemand heeft verklaard dat mijn cliënt bij enige vorm van planning of voorbereiding van de gepleegde daden dan wel bij het doden van de opgebrachte personen betrokken zou zijn geweest.'

De stelling van de auditeur-militair, dat er sprake is geweest van een draaiboek en één alomvattend plan, dat ook tevoren bekend was bij zijn cliënt, wordt volgens Truideman door geen enkel schriftelijk stuk gesteund. In deze procedure gaat het volgens de raadsman niet om collectieve boetedoening af te dwingen of om morele verantwoordelijkheid toe te delen. Het gaat er om, dat per verdachte moet worden vastgesteld of hij op strafwaardige wijze betrokken was bij de feiten.

'De uitkomst van de beoordeling kan slechts zijn, dat het aan bewijs ontbreekt om de heer Boerenveen schuldig te achten aan het medeplegen van meervoudige moord, dan wel aan het uitlokken van meervoudige moord, dan wel medeplichtigheid daaraan of daarbij', betoogde de advocaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten