'Het had Bouterse een keer gesierd als hij ooit deze mensen te woord had gestaan'
'Je zag gewoon paar grassprietjes en nog zandhopen, precies
als voorheen, waar hadden wij het dus 7 maanden lang over?'
Activiste Maisha Neus heeft afgelopen zaterdag deelgenomen aan de protestloop, die georganiseerd werd door een groep activisten. In het Dagblad Suriname van vandaag, woensdag 29 november 2017, stelt zij het fijn te vinden om het Onafhankelijkheidsplein zonder barrières te moeten doorbreken, te betreden. Maar, zij vond de aanblik teleurstellend. 'Zeven maanden lang stonden er hekken daar. En dat ook nog met alle kosten erbij berekend. Als je kijkt naar de grasmat, had ik iets verwacht a la de sportvelden van Barcelona of Real Madrid, glanzend groen. Je zag gewoon een paar grassprietjes en nog zandhopen. Dit is precies als voorheen. Waar hadden wij het dus 7 maanden lang over?', vraagt Neus zich af.
Ze was op het plein ter ondersteuning van het Burgercollectief, We Zijn Moe en Seti Sranan. Er wasn door de organisaties via social media een oproep gedaan. Het effect was een groep van ruim 150 mensen die kwam opdagen.
Het Dagblad Suriname vroeg Neus wat haar nog motiveert om te blijven deelnemen aan dit soort activiteiten, als er vanuit de samenleving fysiek niet wordt gereageerd op oproepen. Ondersteuning en klagen door burgers blijven veelal tot de grenzen van social media, terwijl de klagende stemmen haast nooit op straat te zien zijn.
Neus reageert hierop met één woord: ‘patriottisme’. 'Dat is mijn enige motivatie, vaderlandsliefde. Dat doe je niet voor jezelf of voor je medemens. Dat doe je voor je land. Ik houd ontzettend veel van mijn land.'
Zij laat zich vanwege dit gevoel niet intimideren door uitspraken die gedaan worden door president Desi Bouterse. Het staatshoofd reageerde op dezelfde dag nog met afgunst naar de mensen die deelnamen aan deze protestloop. 'I abi sma di e tak dat unu e vermors moni. Dan den kari sma fu go protesteer. No wan sma go. Mek den 200 of 150 sma san ben de tap a Plein, mek’ den go dok. Mek’ den go rust. Eeuwig mi yere den moe, mek’ den tan moe', zei Bouterse.
Neus vindt het een kwalijke zaak voor een president die in een democratisch land zich op zo'n manier uitlaat.
'Het had hem een keer gesierd als hij ooit deze mensen te woord had gestaan. Wij leven nog altijd in een democratisch land en vrijheid van meningsuiting is daar onderdeel van. Als een deel van de samenleving het oneens is met het beleid dat gevoerd wordt door de regering, dient de president daar respect voor te hebben. Hij kan ze niet zeggen ‘mek deng go dok’, alsof onze mening niets waard is', meent Neus. Voor dialoog stelt Neus altijd open te staan, mits dat in het openbaar geschiedt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten