Overbruggings- en hervormings- programma met acht focusgebieden
Het kabinet-Rhuggenaath benadrukt in de voorstellen aan het College
financieel toezicht (Cft), dat Curaçao in een diepe recessie verkeert door de gevolgen van
de coronacrisis. Acties op korte termijn zijn van levensbelang om de crisis door te komen.
Alleen dan hebben de noodzakelijke structurele hervormingen kans van slagen.
Het pakket dat Cft-voorzitter
Raymond
Gradus zaterdag heeft
ontvangen is daarom
een ‘ambitieus maar
realistisch’
programma met
structurele
hervormingen op
middellange termijn
in combinatie met
overbruggingsacties
op korte termijn. Dat
blijkt uit informatie waarover het Antilliaans Dagblad beschikt, aldus het dagblad vandaag, maandag 15 juni 2020.
De regering stuurde
gisteravond ook een algemeen persbericht uit.
De focus is gericht op acht gebieden en de voorgestelde acties en hervormingen borduren
grotendeels verder op projecten die al in de Groeistrategie en het Groeiakkoord zijn
opgenomen.
In het algemeen stelt het kabinet dat de hulp via het steunfonds ‘Fondo di Sostén’
voorlopig nodig blijft om bedrijven overeind te houden en banen te behouden. Dan gaat
het bijvoorbeeld om loonsubsidie via de Noodregeling Overbrugging Werkgelegenheid
(NOW), de financiële bijstand voor zelfstandige ondernemers en kredietfaciliteiten voor
het midden- en kleinbedrijf. Ook zou in dat kader worden genoemd dat ondernemers
eenzijdig tot een tijdelijke arbeids- of werktijdverkorting kunnen beslissen.
De arbeidsmarkt is één van de voornaamste terreinen waar structurele hervormingen
broodnodig zijn. Het invoeren van een meer flexibele arbeidswetgeving is al jaren
onderwerp van discussie en dat de vraag naar en het aanbod van werknemers niet op
elkaar aansluiten is ook niets nieuws.
Ander aandachtsgebied zijn natuurlijk de
begrotingstekorten van de overheid.
Wat dat betreft is al het een en ander gebeurd in verband met de strenge condities die
Nederland stelde aan het verlenen van financiële noodhulp, zoals het korten op de
arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren (12,5 procent) en van de ministers en Statenleden
(25 procent), de invoering van de nullijn en het normeren van de topsalarissen in de
(semi-)publieke sector.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten