woensdag 1 april 2020

Rechter Kasdipowidjojo trekt zich terug als kandidaat-voorzitter Constitutioneel Hof

Kasdipowidjojo betreurt dat Hof van Justitie betrokken raakte bij proceduregang voorzitter en leden Constitutioneel Hof


Rechter Jimmy Kasdipowidjojo heeft zich teruggetrokken als kandidaat-voorzitter voor het Constitutioneel Hof. Hij maakte zijn besluit al in januari bekend aan Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons, maar bevestigde dit pas maandag in een brief aan Geerlings-Simons, aldus Starnieuws vandaag, woensdag 1 april 2020. 

Kasdipowidjojo was in december 2019 voorgedragen door de NDP-fractie om dit rechtsorgaan te leiden.

In zijn brief herhaalt hij, dat hij niet meer beschikbaar is als kandidaat-lid en voorzitter voor het Constitutioneel Hof. Voordat hij ‘ja’ zei tegen zijn kandidaatstelling heeft hij tijdens de voorgesprekken, het belang benadrukt van een breed gedragen voordracht. 'Deze voorwaarde is dan ook mijn enige geweest om in te stemmen met mijn voordracht', staat in zijn brief. Hij is ervan uitgegaan dat zijn ervaring bij de Democracy Unit (DU) op de Anton de Kom Universiteit van Suriname, het proces om te komen tot een breed gedragen ondersteuning voor zijn voordracht in de Assemblee zou vergemakkelijken. Achteraf gezien maakte hij een verkeerde inschatting, geeft Kasdipowidjojo aan.

In de media is steeds verwezen naar zijn functie als plaatsvervangend lid van het Hof van Justitie. Zijn kennis en ervaring als docent, decaan van de Faculteit Maatschappij Wetenschappen en DU-voorzitter bleven onderbelicht. Volgens Kasdipowidjojo zijn deze zaken juist doorslaggevend geweest 'voor het benaderen van mijn persoon bij deze voordracht'.

De door de NDP voorgedragen Kasdipowidjojo betreurt dan ook, dat het Hof hierdoor als 'onafhankelijke en onpartijdig rechtsprekend instituut ongewild en ongewenst' is meegenomen in de perikelen rond de voordracht en benoeming van de voorzitter en leden van het Constitutioneel Hof.

Kasdipowidjojo was secretaris en daarna voorzitter van de DU en werkte met diverse politici samen aan het creëren van een breed draagvlak onder politieke partijen om te werken aan dit wetenschappelijk universiteitsproject. Voornaamste doel was het bevorderen en versterken van democratische processen bij de besluitvorming binnen politieke partijen. Vorig jaar februari werd hij beëdigd als plaatsvervangend lid van het Hof en fungeert als rechter in de strafsector.

Volgens artikel 2 van de Wet Constitutioneel Hof worden de voorzitter, de vicevoorzitter, de leden, alsmede de plaatsvervangende leden van het Hof op voordracht van de Assemblee, voor een periode van vijf jaren door de president benoemd. De wet spreekt niet van voordrachten van de coalitie en/of oppositie.

Op 23 december stemde de coalitie voor haar lijst met kandidaten. Hierop stonden de namen van Kasdipowidjojo, Gloria Stirling-Karg (ondervoorzitster), Anoeradha Ramautar-Akkal, Magda Venoaks-Hoever en Maya Manohar-Fokké (leden). En als plaatsvervangers werden voorgedragen Rinette Djokarto, Bien Sojo en Jornell Vinkwolk. Een dag later stuurde de coalitie alleen deze voordrachten door naar president Desi Bouterse.

De oppositie was woedend over de werkwijze van de coalitie; haar voordrachten zijn niet besproken in de huishoudelijke vergadering en dus ook niet doorgestuurd naar de president. De voordrachten van de oppositie waren Sarswatie van der Hoef-Ramlagansing, Henry Mac Donald, Geetapersad Gangaram Panday, Kenneth Amoksi en Roy Chitanie. Kandidaat Harish Monorath werd vanwege de leeftijdsgrens van 40 jaar vervangen door Ronny Oemar.

Op 9 januari gaf de president aan, dat hij akkoord ging met de Assemblee-voordrachten en werd het proces van benoeming inzet. Maar, op 17 januari stuurde de president weer een brief naar het parlement met het verzoek om alle voordrachten opnieuw te doen. Er was een procedurele fout gemaakt. Bouterse had de inwerkingtreding van de Wet Constitutioneel Hof nog niet afgekondigd. De wet moet eerst in werking treden, alvorens de voordracht en benoeming kan plaatsvinden. De coalitie had geblunderd met haar voordracht en had daarmee de president die akkoord was gegaan, in verlegenheid gebracht.

Op 17 januari werd tijdens de huishoudelijke vergadering in De Nationale Assemblee besloten beide voordrachten voor bemensing naar het Constitutioneel Hof naar de president te sturen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten