(Bron foto's: Suriname Mirror) |
Op de paradijselijke Surinamerivier naar een paradijs, Menimi Eco Resort, een verademing
Eindelijk, op weg naar de sula, op weg naar het paradijs. Schoon, rustig, stilte, slechts het snel stromende water tussen de rotsblokken in de Surinamerivier is te horen, de sula – een soort horizontale waterval -. Dat is de inleiding naar de sula, naar een mooie rit in een taxibusje en een onvergetelijke tocht in een korjaal op de Surinamerivier, naar het paradijs, Menimi Eco Resort, idyllisch gelegen aan een van de vele grillige bochten in de daar schone Surinamerivier.
Het taxibusje vertrekt rond half negen, vol passagiers met bagage, vanaf de Saramaccastraat in Paramaribo naar Atjoni (ook Pokigron genoemd), aan de Surinamerivier, bekend vertrekpunt van vele korjalen naar dorpen her en der aan de rivier gelegen. Het is het laatste dorp in het binnenland dat vanuit Paramaribo over de weg te bereiken is en ligt ongeveer 180 kilometer ten zuiden van de hoofdstad. De chauffeur van het busje rijdt netjes, correct. Zijn busje is mooi, het is een comfortabele zit.
Gelukkig, want de rit duurt zo'n 2.5 uur.
Het moet gezegd worden, de weg naar Atjoni is mooi, geasfalteerd. Hier en daar zijn groepjes arbeiders bezig om de berm langs de weg te maaien met 'brushcutters'. Netjes, het groen wordt gemaaid. De weg gaat op en neer, heuvel op, heuvel af. De kronkelige weg is voorzien van vele (waarschuwings-)verkeersborden. Ook de weg is een verademing. Nu en dan duiken links en rechts van de weg kleine houten bouwsels op, huisjes, kleine 'dorpjes', verstoken van elektriciteit en drinkwater uit de kraan, maar midden in ongerepte natuur, rustig.
Atjoni is bereikt. De chauffeur rijdt het busje zo dicht mogelijk naar de vele korjalen aan de oever in de Surinamerivier. De mooie rit zit er op. Nu overstappen – na enige tijd wachten – in een van de aangemeerde korjalen voor het vervolg van de reis naar het paradijs. Het is chaotisch druk bij de korjalen. Rommelig. Hectisch. Luide muziek knalt uit de Parbo-bier ruimte, waar even rustig zitten door het geluid amper mogelijk is. De geurende walm van patat waait over, afkomstig van een oude frites-snack wagen.
Het moet gezegd worden, de weg naar Atjoni is mooi, geasfalteerd. Hier en daar zijn groepjes arbeiders bezig om de berm langs de weg te maaien met 'brushcutters'. Netjes, het groen wordt gemaaid. De weg gaat op en neer, heuvel op, heuvel af. De kronkelige weg is voorzien van vele (waarschuwings-)verkeersborden. Ook de weg is een verademing. Nu en dan duiken links en rechts van de weg kleine houten bouwsels op, huisjes, kleine 'dorpjes', verstoken van elektriciteit en drinkwater uit de kraan, maar midden in ongerepte natuur, rustig.
Atjoni is bereikt. De chauffeur rijdt het busje zo dicht mogelijk naar de vele korjalen aan de oever in de Surinamerivier. De mooie rit zit er op. Nu overstappen – na enige tijd wachten – in een van de aangemeerde korjalen voor het vervolg van de reis naar het paradijs. Het is chaotisch druk bij de korjalen. Rommelig. Hectisch. Luide muziek knalt uit de Parbo-bier ruimte, waar even rustig zitten door het geluid amper mogelijk is. De geurende walm van patat waait over, afkomstig van een oude frites-snack wagen.
De korjaal met bestemming het paradijs is gevonden. Menimi wacht zo'n dertig kilometer verderop aan de rivier. De boot in, een verkleurd oranje zwemvest om doen, zittend op een laag houten bankje in de smalle korjaal. De reis voort voortgezet.
Diverse dorpen worden voorbij gevaren, zoals Abenaston, Jaw Jaw, Anaula, Laduani, Aurora. De rivier kronkelt zich een weg het diepe binnenland in. De eerste rotsblokken in de rivier doemen op. Hoe zijn die daar ooit in grillige formaties beland? Fascinerend. Het rivierwater wordt woester. De bootsman loodst zijn korjaal behendig tussen de rotsen door, over de stroomversnellingen. Af en toe geholpen door iemand die voorin de boot bijstuurt met een spaan. Het zijn vakmensen, die dit dagelijks doen. De rivier oogt schoon, slechts een enkele petflesje drijft verdwaald voorbij. Soit. Een verademing. Een groot verschil met de rivier tussen Domburg en Paramaribo. De korjaal stopt bij een paar dorpen om passagiers met hun bagage uit te laten stappen, zelfs een nieuw gasfornuis verlaat de boot met een vrouw bij een van de dorpen.
Diverse dorpen worden voorbij gevaren, zoals Abenaston, Jaw Jaw, Anaula, Laduani, Aurora. De rivier kronkelt zich een weg het diepe binnenland in. De eerste rotsblokken in de rivier doemen op. Hoe zijn die daar ooit in grillige formaties beland? Fascinerend. Het rivierwater wordt woester. De bootsman loodst zijn korjaal behendig tussen de rotsen door, over de stroomversnellingen. Af en toe geholpen door iemand die voorin de boot bijstuurt met een spaan. Het zijn vakmensen, die dit dagelijks doen. De rivier oogt schoon, slechts een enkele petflesje drijft verdwaald voorbij. Soit. Een verademing. Een groot verschil met de rivier tussen Domburg en Paramaribo. De korjaal stopt bij een paar dorpen om passagiers met hun bagage uit te laten stappen, zelfs een nieuw gasfornuis verlaat de boot met een vrouw bij een van de dorpen.
Na 1.5 varen is het einddoel bereikt, Menimi.
Menimi betekent 'Herinner Mij' in de taal van de Sarramaccaanse marrons. Het paradijs wordt gerund door eigenaar en oprichter Pije Armand Abauna meer bekend als Mandje, zijn vrouw Kasima en hun acht kinderen. Mandje begroet zijn gasten en verwijst ze naar hun verblijf. Uitzicht op de rivier en een sula.
Menimi betekent 'Herinner Mij' in de taal van de Sarramaccaanse marrons. Het paradijs wordt gerund door eigenaar en oprichter Pije Armand Abauna meer bekend als Mandje, zijn vrouw Kasima en hun acht kinderen. Mandje begroet zijn gasten en verwijst ze naar hun verblijf. Uitzicht op de rivier en een sula.
Eindelijk, de sula ervaren. Een heus groot bubbelbad in de natuur. Het water stroomt zeer snel. Schuimkoppen. Erin liggen is een verademing. Het verblijf te Menimi is een verademing. Heerlijk en voor herhaling vatbaar.
Na het verblijf in het paradijs wacht de terugreis, wacht het drukke Paramaribo, helaas. Nu maar uitkijken naar Menimi in de herhaling. Het binnenland is mooi, Suriname is mooi, maar daarvoor moet wel een paar uren gereisd worden.
Hoogachtend,
Na het verblijf in het paradijs wacht de terugreis, wacht het drukke Paramaribo, helaas. Nu maar uitkijken naar Menimi in de herhaling. Het binnenland is mooi, Suriname is mooi, maar daarvoor moet wel een paar uren gereisd worden.
Hoogachtend,
Den Blauwvinger,
21 januari 2020
Paramaribo – Suriname
Geen opmerkingen:
Een reactie posten