'Van directe overheidsinmenging hoeft in
beginsel geen sprake te zijn'
De Sociaal Economische Raad (SER) schiet het plan voor het instellen van een officiële
vrije dinsdagmiddag vóór de afscheidsoptocht van carnaval af. Dat blijkt uit een nu pas algemeen
bekend geworden advies.
'Het is naar de mening van de SER een individuele keuze en
vooral een individuele verantwoordelijkheid van de
deelnemers om tijd en geld te steken in deelname aan de
carnavalsoptochten. Van directe overheidsinmenging hoeft in
beginsel dan ook geen sprake te zijn', aldus de SER, zo schrijft het Antilliaans Dagblad vandaag, dinsdag 9 april 2019..
Daarnaast merkt het adviesorgaan op, dat het verzoek voor de
vrije middag herhaaldelijk is aangekaart door de organisatie
van het carnaval, maar dat er geen overleg is geweest met de
private en semi-private sector. 'Immers, het onderhavige wetsvoorstel heeft niet alleen financiële
gevolgen voor de overheidsbegroting, maar tevens voor de private sector', zo wordt beargumenteerd.
Aangevoerd wordt ook, dat het voordeel van de carnavalsdeelnemers om geen halve werkdag te
hoeven opnemen niet opweegt tegen de nadelen die anderen ondervinden van deze extra vrije middag. 'De nadelen zijn niet alleen van financieel-economische aard, maar betreffen ook de beperkende
werking die van een officiële vrije middag uitgaat naar de toegang tot goederen en diensten. Van een
‘treffen van een juiste balans tussen de verschillende belangen’, zoals in de Nota van Toelichting
(NvT) wordt gesteld, is naar de mening van de SER dan ook geen sprake.'
Wat de SER ook niet begrijpt is, dat er in Nota van Toelichting (NvT) aangevoerd wordt dat de
‘Marcha di Despedida’ op tijd moet kunnen beginnen en eindigen, omdat dit op een doordeweekse dag
plaatsvindt. Dit valt echter niet te rijmen met het feit dat het verbranden van koning Momo altijd rond
middernacht plaatsvindt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten