Twee circulerende e-mails over vergaderen op school niet conform woorden waarnemend hoofd van Inspectie Basisonderwijs
Er is geknoeid met de oorspronkelijke e-mail waarin inspecteurs van het basisonderwijs, schoolleiders hebben geïnformeerd over het vergaderen tijdens schooltijden. Orwine Velanti, het waarnemend hoofd van Inspectie Basisonderwijs, heeft de inspecteurs in een mail eraan herinnerd, dat schoolhoofden wanneer ze willen vergaderen geen leerlingen naar huis mogen sturen. Echter vindt Velanti het een kwalijke zaak, dat dezelfde mail verder is bewerkt en doorgestuurd.
Er zijn twee versies die rond worden gestuurd. In de eerste wordt aan schoolleiders doorgegeven dat Velantie genoodzaakt is de toestemming voor het houden van personeelsvergaderingen in te trekken en moeten zij die van de week zouden vergaderen dit tijdig doorgeven aan de ouders.
In de tweede versie wordt schoolleiders op last van de minister gesommeerd vergaderingen na schooltijd te beleggen,
Velanti distantieert zich echter van beide doorgezonden berichten. Zij zegt woensdag 17 oktober 2018 in de Ware Tijd, dat deze niet conform haar woorden zijn.
Het waarnemend hoofd beaamt wel dat minister Lilian Ferrier bij haar aantreden kenbaar had gemaakt, dat er niet tijdens schooluren vergaderd mocht worden. Dat staat nog steeds recht overeind.
Leerkrachten die de mail onder ogen hebben gezien, zijn gebelgd over het schrijven. Hoewel de originele e-mail is gestuurd naar basisscholen, bereidt de voorzitster van het MULO-directeurenberaad, Marissa Meye, zich ook voor op zo'n mededeling vanuit het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.
Meye zegt, dat er de afgelopen periode op dit vlak een gedoogbeleid is gevoerd. Naar zij zich kan herinneren bestaat er daadwerkelijk een schrijven van het ministerie waarin uitdrukkelijk is opgenomen, dat vergaderen tijdens schooluren niet is toegestaan. Zij merkt op, dat deze regel al jaren niet strikt wordt toegepast. Volgens haar moet bij de naleving van deze maatregel rekening gehouden worden met scholen in de districten die sterk afhankelijk zijn van schoolvervoer.
Meye stelt zich voor dat bij het nemen van de beslissing men van Paramaribo is uit gegaan zonder rekening te houden met de districten. Ze is daarom voorstander van een overgangsperiode alvorens deze maatregel tot op de letter toe te passen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten