Import van brandstof door Suriname na sluiting van de Trinidadiaanse raffinaderij Petrotrin (Petroleum Company of Trinidad and Tobago Limited) zal geen probleem opleveren, stelt Staatsolie directeur Rudolf Elias vandaag, vrijdag 31 augustus 2018, in de Ware Tijd. 'Wel kan het ertoe leiden dat brandstof hier een beetje duurder wordt, omdat het land zal moeten uitwijken naar andere leveranciers, waarbij gedacht kan worden aan Amerikaanse bedrijven die grote depots hebben op St. Croix, St. Lucia en St. Eustatius. Alleen wordt de afstand naar Suriname groter en het aanbod minder, bij een constante vraag.'
'Dat heeft doorgaans invloed op de prijs', concludeert hij.
Zijn bedrijf voorziet de totale Surinaamse markt van diesel, maar slechts tussen de dertig en veertig procent ongelode benzine. Die productie is voldoende voor haar eigen Gow2-pompen, maar Sol en andere distributeurs draaien op importolie. De leiding van Sol was niet bereikbaar voor een reactie.
Petrotrin kondigde dinsdag aan haar raffinaderij te sluiten. Ze zal zich voortaan slechts richten op exploratie en productie van ruwe olie. Ongeveer 2.000 mensen komen bij de transformatie van het bedrijf, die op 1 oktober al van start gaat, op straat.
De sluiting van de raffinaderij is geen verrassing voor Elias. 'We zagen het aankomen, ja. De Trinidadiaanse overheid pompte er miljoenen in. Dat kan zo niet verder blijven gaan.' Hij verwacht dat op termijn een andere partij de fabriek overneemt. 'Dat is ook gebeurd toen Shell vertrok uit Curaçao. Het Venezolaanse PdVSA (Petróleos de Venezuela S.A.) nam de zaak over.' De raffinaderij op dat eiland ligt nu ook stil, vanwege de kritieke toestand waarin staatsbedrijf PdVSA nu zelf verkeert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten