vrijdag 29 december 2017

Loze beloften in de strijd tegen de mijnbouw in Peru

Omwonende Tintaya kopermijn in Espinar: 'We hebben hulp nodig, we zijn aan het sterven'

(Bron foto: MO.be)
- Zeventien verschillende soorten metaal gevonden in lichaam Melchora...
- Mensen kunnen amper nog lopen door verzwakte botten, vrouwen krijgen miskramen, kinderen verliezen hun zicht, dieren sterven


Al 36 jaar bestaat de Tintaya kopermijn in Espinar al. En zo lang al gaat de kwaliteit van het leven van de inwoners van de gemeenschappen rond de mijn er gestaag op achteruit. In het lichaam van Melchora, die vlak naast de mijn woont, werden zeventien verschillende soorten metaal teruggevonden. Zeventien. ‘We hebben hulp nodig’, zegt ze terecht. ‘We zijn aan het sterven.’ Dit bericht MO.be Mondiaal Nieuws donderdag 28 december2017.

Melchora is een sleutelfiguur in de strijd van de lokale gemeenschap tegen de vervuiling van de mijn in Espinar. Drie jaar geleden stond ze centraal in de korte documentaire Pacpacco die werd gemaakt door Broederlijk Delen-partner DocuPerú.



Ook in de film van de campagne van Broederlijk Delen in 2015 deed ze haar verhaal.



Datzelfde jaar mocht ze haar getuigenis zelfs afleggen voor het Internationaal Hof voor de Mensenrechten (CIDH) in Washington DC. ‘We willen gewoon dat onze rechten gerespecteerd worden. Nu worden we mishandeld door de staat, we worden opgelicht’, zegt ze.

De giftige metalen uit de mijnbouw belanden namelijk in het water van de gemeenschappen rondom de mijn. Dat water wordt gebruikt om te drinken, te koken, dieren te voederen, te vissen… Krampen, diarree en overgeven zijn nog maar lichte gevolgen van het gebrek aan drinkbaar water. Mensen kunnen amper nog lopen door de verzwakte botten, vrouwen krijgen miskramen. Kinderen verliezen hun zicht, dieren sterven. Steeds meer gevallen van kanker worden vastgesteld. Wassen en plassen doet pijn.

En de regering doet niks. Hoewel. Ze maken beloften, dat doen ze wel. Die nakomen is een ander verhaal.

In 2010 werd het bloed en de urine van 506 inwoners van Espinar voor het eerst onderzocht. De resultaten werden echter verzwegen voor het publiek. Pas twee jaar later, tijdens een groot conflict in 2012 waarbij drie mensen het leven lieten, kwamen de onthutsende resultaten aan het licht. In 100 procent van de onderzochte personen werden gevaarlijke hoeveelheden kwik, lood, cadmium en arsenicum in het lichaam teruggevonden.

Het ministerie van Gezondheid bleek op de hoogte te zijn van het onderzoek, maar heeft geen enkele actie ondernomen. Pas in 2013 werd er een eerste plan opgesteld om de inwoners van Espinar tegemoet te komen. Hoewel beloofd werd 500 personen te onderzoeken, werd de urine van slechts 180 personen onderzocht. In de lichamen van 71 van die personen werd de maximale hoeveelheid van metalen in het lichaam ver overschreden.

Lees hier het vervolg van dit artikel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten