zondag 2 augustus 2020

IsDB-lening voor babyvoeding in Covid-19 Noodfonds verdampt

'Hoefdraad heeft afgelopen maanden niet voldaan aan aflossings- regeling lening'


De ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, heeft in april een lening afgesloten bij de Islamic Development Bank (IsDB). Het gaat om ondersteuning van de IsDB in het kader van de bestrijding van Covid-19, aldus De West zaterdag 1 augustus 2020. 

De leningsvoorwaarden van de bestaande leningsovereenkomst tussen de International Islamic Trade Finance Corporation (ITFC, een dochteronderneming van de Islamic Development Bank) en Suriname voor een bedrag van US$ 25 miljoen, werden als gevolg van Covid-19 versoepeld. Hierbij werd de import van babyvoeding en andere essentiële middelen gegarandeerd door de Murabaha-leningsovereenkomst tussen de ITFC en Suriname. Deze overeenkomst werd reeds ingezet voor de import van medicijnen en medische verbruiksartikelen via het Bedrijf Geneesmiddelen Voorziening Suriname (BGVS) samen met het ministerie van Volksgezondheid. Het ging onder andere om tarwe via meelmaatschappij De Molen, babyvoeding via Nutrisur, brandstof via Staatsolie en inputs voor de agrarische sector via het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij.

Volgens De West is van deze lening geen administratie terug te vinden bij het ministerie van Financiën. 'Wij denken dat het geld dat beschikbaar was gesteld door de IsDB, gewoon samen is gezet in het Covid-19 Noodfonds en dat er van daaruit geen verdere administratie is bijgehouden en dat het geld daardoor is verdampt. De ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, heeft de afgelopen maanden verzuimd te voldoen aan aflossingsregeling van deze lening. Er is hierdoor een betalingsachterstand ontstaan bij de IsDB, waardoor de levering van tarwe, babyvoeding en medicijnen, degelijk gevaar konden lopen', aldus een bron van De West.

Naar verluidt heeft de minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing, vorige week toch een deelbetaling kunnen doen aan de IsDB, zodat er voor de komende periode geen stagnatie zal ontstaan in de aanschaf van deze hoognodige middelen.

Vorige week maakte de minister van Financiën en Planning tijdens een persconferentie van de Ministerraad er gewag van, dat de administratie van het Covid-19 Noodfonds, niet te vinden is op het ministerie van Financiën. De bewindsman stelde, dat de directie en stafleden op het ministerie niet over de administratie van het noodfonds beschikken. Van de Srd 400 miljoen die in het Noodfonds was, is een bedrag van Srd 110 miljoen overgebleven.

De betalingsopdrachten werden doorgegeven aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS). De CBvS beschikt over de financiële mutaties van de betalingsopdrachten. In dit geval is de CBvS niet bevoegd om de opdracht tot uitbetaling te beoordelen, omdat zij de kassier is van de staat. Vanuit de CBvS kunnen de mutaties wel gevolgd worden.

Achaibersing gaf verder aan, dat de regering niet te lang toe zal kunnen met het resterende bedrag van Srd 110 miljoen. Er zal gekeken worden of de betalingen die zijn gedaan uit het fonds nodig waren.

De Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 moet uiterlijk 9 augustus in het parlement behandeld worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten