'Afkeurenswaardig dat officiële autoriteiten zich niet of nauwelijks bewust zijn van verkiezingswetgeving'...
Het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) gaat in zijn proces-verbaal gedetailleerd in op het verkiezingsproces, de verschillende bezwaren en incidenten die hebben plaatsgevonden. De verkiezingsorganisatie was volgens OKB op zijn zachtst uitgedrukt niet op niveau. Zo is gebleken, dat overwegend personen ingezet zijn die nooit eerder betrokken zijn geweest bij de organisatie hetgeen geleid heeft tot ernstige zaken zoals het drukken van verkeerde stembiljetten, waardoor ruim 500.000 stembiljetten vernietigd moesten worden: een verspilling zonder weerga. Dit bericht Starnieuws vandaag, zaterdag 20 juni 2020.
Het Hoofdstembureau Paramaribo, als enige van de tien, heeft geweigerd het OKB toe te laten tot de door de politieke partijen ingediende documenten in verband met de kandidaatstelling waarbij leden in een vergadering op zeer onbetamelijke wijze zijn geschoffeerd en vernederd. Later is dit rechtgetrokken, maar dat neemt niet weg dat een dergelijke vijandigheid niet geaccepteerd is. Dit is één van de dieptepunten van de verkiezing, aldus voorzitster Jennifer van Dijk-Silos.
De organisatie van de verkiezingen was plotseling van mening, dat het meetmoment voor de leeftijd van 21 jaar (de eis van het passief kiesrecht) de stemmingsdag is en niet de dag van de kandidaatstelling. Dit werd gedoceerd door de trainers tijdens de training van de leden van het Hoofdstembureau.
Het OKB heeft dit onder de aandacht van de autoriteiten gebracht, omdat er daaraan ongekend vastgehouden werd. Onder verwijzing naar artikel 59 van de grondwet en artikel 6a van de Kiesregeling stelt het OKB dat men 21 jaar oud moet zijn om zich verkiesbaar te kunnen stellen. Op de dag van de kandidaatstelling, stelt men zich verkiesbaar en dat betekent dat men op de dag van de kandidaatstelling 21 jaar oud moet zijn. Dit geeft aan hoe ondeskundig de organisatie van deze verkiezingen geweest is.
Het is zeer afkeurenswaardig vindt het OKB dat officiële autoriteiten zich niet of nauwelijks bewust zijn van verkiezingswetgeving en daardoor diverse wettelijke regelingen niet of niet goed toegepast hebben.
In het algemeen kan gesteld worden dat interpretatieverschillen van de wetgeving hebben geleid tot verkeerde instructies, welke hun weerslag hebben gevonden bij de uitvoering.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten