Bankgelden gebruikt die tot ernstige financiële schade voor CBvS hebben geleid
Het Openbaar Ministerie (OM) stelt dat Robert van Trikt als president van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) alleen, tezamen en in vereniging, althans in nauw overleg met minister Gillmore Hoefdraad van Financiën bankgelden heeft gebruikt die tot ernstige financiële schade voor de CBvS hebben geleid. Dit schrijft Starnieuws vandaag, woensdag 17 juni 2020. De nieuwswebsite heeft kennelijk de dagvaarding helemaal uit gepluisd en bericht er over in een aantal uitgebreide artikelen met teksten uit de dagvaaridng.
Er zouden blanco kredieten zijn verstrekt, panden zijn gekocht, middelen zijn verduisterd en de verdachte en/of mededader(s) zouden mogelijk eigen voordeel hebben opgedaan, ten koste van de Staat.
Het OM ziet minister Hoefdraad als mededader in de zaak Van Trikt.
De verdenking van de bewindsman blijkt uit de dagvaarding die is uitgebracht aan de verdachte ex-governor. Volgens de dagvaarding zou de CBvS één of meer onroerende goederen (zeventien panden) hebben gekocht. Aan de Financiën-minister is hiervoor een 'blanco krediet of een voorschot ter waarde van totaal Srd 869.055.000', verstrekt. Het OM stelt, dat de onroerende goederen niet noodzakelijk waren voor de bedrijfsvoering van de CBvS. De zeventien panden zijn niet overgedragen aan de bank en twee van de onroerende goederen waren vooraf bezwaard door hypotheken.
De vervolging verwijst naar een overeenkomst die Van Trikt en Hoefdraad op 1 november 2019 hebben getekend naar aanleiding van project Lagarde 1. Op basis hiervan zou Van Trikt alleen, tezamen en in vereniging met minister Hoefdraad, 'een of meer geldbedrag(en) tot een totaal groot Srd 2.073.205.996' als een voorschot 'in ieder geval als blanco krediet' hebben verstrekt aan Hoefdraad als minister.
Het OM spreekt hier van overtreding van de Anti-Corruptiewet.
Van Trikt en/of zijn mededader(s) zouden verboden handelingen hebben verricht en/of besluiten hebben genomen, waardoor de CBvS opzettelijk financieel benadeeld is. Door het aangaan van overeenkomsten zou(den) Van Trikt en/of zijn mededader(s) enig onrechtmatig voordeel hebben verkregen. Onder ditzelfde strafbare feit wordt onder meer verwezen naar een ander mogelijk financieel voordeel van ongeveer Srd 3 miljard voor het ministerie van Financiën en/of minister Hoefdraad.
Van Trikt wordt verdacht van het tezamen en in vereniging met Ashween Angnoe, managing partner bij Orion Assurance & Advisory, Hans Buysse Managing Partner van de Clairfield Belgium NV en met Hoefdraad als minister van Financiën, plegen van meerdere strafbare feiten. De meeste van de delicten zouden zijn begaan tussen maart en december 2019; enkele lopen door tot zelfs mei 2020.
Het OM verdenkt Van Trikt ook van verduistering van staatsgelden onder beheer van de CBvS. Mededader minister Hoefdraad wordt ook in deze verdenking meegenomen.
Project Lagarde 1 is één van de vijf contracten die Van Trikt op 13 september 2019 is aangegaan met Clairfield Belgium NV en/of Buysse. De bank betaalde hiervoor een voorschot van 300.000 euro op de overeengekomen ‘non-refundable’ vergoeding van 620.000 euro. De CBvS kan dit geld niet terugvorderen, bijvoorbeeld ingeval dat het Belgisch bedrijf zich niet aan het contract houdt.
Van Trikt moest op 4 juni voor de rechter verschijnen. Zijn advocatenduo Irvin Kanhai en John Kraag hebben zijn dagvaarding aangevochten, echter zonder succes. Zij vroegen de rechter ook om de buitenvervolgingstelling van hun cliënt. De rechter heeft op 8 juni het verzoek in zijn geheel gemotiveerd verworpen. In de beschikking is de dagvaarding opgenomen.
De verdediging van de ex-governor bracht in het bezwaarschrift onder meer naar voren, dat het OM in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel: de verdachte minister Hoefdraad wordt niet vervolgd, terwijl zijn naam wel in de tenlastelegging voorkomt.
De rechter stelde hierop, dat er geen sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel. Hoefdraad is als verdachte aangemerkt en het OM heeft in overeenstemming met de wet een vordering ingediend bij De Nationale Assemblee (DNA) om hem te mogen vervolgen. Het parlement wees dit verzoek 19 mei af en het OM treft geen verwijt 'dat zij haar plichten heeft verzaakt'.
Verschillende parlementariërs beargumenteerden onder andere, dat hun onderzoek heeft uitgewezen, dat de bewindsman geen voordeel heeft verkregen uit de door hem getekende overeenkomsten. Ze vonden zijn verdenking van overtreding van de Anti-Corruptiewet dan ook ongegrond.
In de beschikking van 8 juni verwierp de rechter het argument, dat Van Trikt geen onrechtmatig voordeel heeft genoten uit de door hem getekende overeenkomsten. De rechter greep hiervoor naar de toelichting van de Anti-Corruptiewet. Strafbaarheid gaat verder dan alleen eigen voordeel halen; door een strijdige handeling kan de Staat of een staatsinstelling nadeel worden toegebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten