woensdag 17 juni 2020

Demonstranten vallen Boliviaanse journalisten van Unitel TV en El Deber aan

'Demonstranten dreigden de journalisten levend te verbranden'


Het onderzoek van de Boliviaanse autoriteiten naar aanvallen op journalisten van Unitel TV en El Deber moet grondig en transparant zijn, en de verantwoordelijken moeten ter verantwoording worden geroepen, aldus het  Committee to Protect Journalists, CPJ, dinsdag 16 juni 2020.

Op 11 juni viel een menigte van ongeveer 50 demonstranten in de centrale Boliviaanse stad Entre Ríos een groep van drie journalisten en hun chauffeur aan, terwijl ze een demonstratie hielden tegen de Covid-19-lockdown van de stad, volgens berichtgeving van de Unitel TV-omroep en de krant El Deber. Demonstranten schopten en sloegen Unitel TV-verslaggever Rodolfo Orellana en zijn camera-operator Joel Orellana, dwongen hen te stoppen met filmen en vernietigden vervolgens hun camera, volgens het bericht van de omroep. Demonstranten sloegen volgens de krant ook Iván Escobar, de chauffeur van de journalisten.


In een interview met haar werkgever en in een telefonisch interview met CPJ zei El Deber-verslaggeedster Soledad Prado, dat de demonstranten dreigden de journalisten levend te verbranden. De journalisten zochten hun toevlucht in hun voertuig, maar werden omringd door de demonstranten, die de auto heen en weer schommelden en de achterbanden doorsneden, vertelde Prado aan CPJ. Ze zei dat de politie tussenbeide kwam en de journalisten, die geen van allen ernstig gewond waren, naar veiligheid in het nabijgelegen stadje Yapacaní begeleidde.

Franklin Villazón, hoofd van de politie in Yapacaní, zei dat de aanval volgens nieuwsberichten wordt onderzocht.

Op Twitter beschreef minister van Binnenlandse Zaken Arturo Murillo het incident als een 'ontvoering' en zwoer dat de daders ter verantwoording zouden worden geroepen.


'We prijzen de stappen van de Boliviaanse autoriteiten om journalisten van Unitel TV en El Deberte te beschermen toen ze werden aangevallen in Entre Ríos, en om een ​​onderzoek in te stellen naar dit zorgwekkende incident', zegt Natalie Southwick, programmacoördinatrice van CPJ Midden- en Zuid-Amerika in New York. 'We dringen er bij de regering op aan de aanvallers ter verantwoording te roepen en een bericht te sturen, dat journalisten vrij moeten zijn om protesten te verslaan zonder bang te zijn dat ze zullen worden aangevallen of bedreigd.'

Prado vertelde CPJ ook, dat de demonstranten de journalisten ervan beschuldigden te werken voor rechtse media die 'uitverkocht' waren aan de regering. Ze zei, dat de demonstranten voorstanders zijn van de voormalige linkse Boliviaanse president Evo Morales, die vorig jaar onder druk ontslag nam en werd vervangen door interim-presidente Jeanine Añez.

Entre Ríos is de locatie geweest van talloze demonstraties, waaronder het blokkeren van snelwegen, om te protesteren tegen de regering van Añez, aldus het rapport van Unitel TV.

Raúl Peñaranda, een Boliviaanse perscriticus en redacteur van de Brújula Digital-nieuwswebsite, vertelde CPJ dat mensen in Entre Ríos en nabijgelegen steden journalisten hebben lastiggevallen, omdat ze lokale inwoners hadden gefilmd die door de regering jngestelde Covid-19 maatregelen schonden door hun bedrijf te heropenen of door aanbevelingen voor sociale afstand te negeren.

Sinds de Covid-19-pandemie in maart in Bolivia uitbrak, zijn er volgens de onafhankelijke krant in La Paz Página Siete minstens tien aanvallen geweest op journalisten die erover hebben bericht.

(Suriname Mirror/Committee to Protect Journalists/Twitter)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten