'We hebben ons geld nodig om benzine te kopen en kunnen pas daarna het werk garanderen'
Boothouders die leerkrachten in het binnenland vervoeren, weigeren mogelijk binnenkort uit te varen. Zij hebben te maken met achterstallige betaling vanuit de overheid. 'We hebben ons geld nodig om benzine te kopen en kunnen pas daarna het werk garanderen', zegt boothouder Reinier van Dalen van het Boven-Surinamegebied vandaag, zaterdag 6 juli 2019, in de Ware Tijd.
Aan het begin en eind van elk kwartaal zorgen de boothouders voor het transport van de leerkrachten. Daarnaast zijn zij belast met verhuizingen van onderwijzers naar andere dorpen. 'Er zijn boothouders die hun betaling van augustus en september hebben gekregen, maar daarna hebben ze geen geld meer gezien', zegt Van Dalen. Hij schat dat er in het Boven-Surinamegebied ongeveer dertig boothouders zijn.
Volgens Van Dalen houden functionarissen van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur de boothouders voor, dat zij hun werk met betrekking tot de betaling reeds hebben gedaan en dat het ministerie van Financiën tot uitbetaling moet overgaan.
'De prijs van brandstof is intussen gestegen, maar de hoogte van de betaling blijft dezelfde', aldus Van Dalen.
Ook Robby Pinas, die leerkrachten vervoert in het Cotticagebied, wacht op zijn betaling. 'Ik heb een onderneming en als ik niet word betaald, is dat lastig', zegt hij. Pinas duimt dat hij binnenkort wordt betaald en ziet graag dat de overheid geen financiële achterstand meer creëert.
Pogingen om Julius Pahalwankhan, onderdirecteur Technische Diensten van het ministerie, gisteren via verschillende kanalen te bereiken bleven vruchteloos, aldus de krant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten