Schoop-Isenia: 'Geheimhoudingsplicht bewust overtreden'
Neysa Schoop-Isenia, enige tijd kandidaat-minister, heeft gisteren de daad bij het woord
gevoegd en bij de Landsrecherche aangifte gedaan tegen de Centrale Bank CBCS alsmede tegen
interim-president Leila Matroos-Lasten.
Terwijl de waarnemend president van de CBCS een
‘absolute geheimhoudingsplicht’ kent, is het volgens de
aangifte zeker niet uit te sluiten dat Matroos-Lasten het
screeningsproces ter benoeming van Schoop-Isenia als
minister ‘heeft willen obstrueren en op zijn minst
beïnvloeden’. 'Dit is echter niet de taakstelling van de
Centrale Bank.' Dit meldt het Antilliaans Dagblad vandaag, vrijdag 24 mei 2019.
Verwezen wordt naar de e-mailstring betreffende een intern
vertrouwelijk memo inzake Schoop-Isenia over de periode dat zij voor 2013 werkzaam was geweest
bij de Girobank - overigens in een niet beleidsbepalende functie - dat Matroos-Lasten op 22 maart
heeft gestuurd naar het persoonlijke gmail-adres van minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van
Financiën.
Uit de aangifte blijkt dat er méér pogingen zijn geweest de gewraakte informatie over het memo naar
buiten te brengen. Door MAN-Statenlid Giselle Mc William is verklaard, dat Allison Manuel haar al
op 8 maart had gewezen op het bestaan van oordelende en vooral ook beschadigende berichtgeving
over de kandidaat-minister.
En Etienne Rosario meldt dat een (nog niet bij naam genoemde) hoge functionaris van de CBCS op
omstreeks 9 maart premier Eugene Rhuggenaath (PAR) de stukken, vermoedelijk de e-mailstring, zou
hebben overhandigd. De inhoud van het memo lag dus al eerder ‘op straat’. Schoop-Isenia begrijpt
daaruit dat, toen eerdere ‘informelere’ verspreiding - met als doel haar voordracht als minister
opzettelijk te obstrueren - mislukte, de mail aan Gijsbertha volgde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten