woensdag 15 mei 2019

Aanstellen Misiekaba en Parmessar als ministers een etnische troef om zieltjes te winnen bij 2020-verkiezingen

'De populariteit van de is NDP dalende'


Het aanstellen van ← André Misiekaba en Rabin Parmessar →, beiden NDP, als respectievelijk minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo) en minister van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB ) wordt door critici gezien als een etnische troef ingezet om zielen te winnen bij de komende verkiezingen, zo schrijft de Ware Tijd vandaag, woensdag 15 mei 2019.

Politiek analist Hardeo Ramadhin zegt, dat het geen uitvinding van de NDP is. In het verleden is deze troef volgens hem ook ingezet door andere politieke partijen. 'Geen slecht idee om de verkiezingen te winnen. Of deze methode succesvol zal zijn weet ik niet. Je maakt meer kansen als je het veld als minister ingaat. Mensen hun belangen kunnen dan beter behartigd worden.'

In het geval van Misiekaba zegt Ramadhin, dat de verloren stemmen op zo'n manier teruggehaald kunnen worden. In 2005 behaalde Misiekaba namelijk 1.328 stemmen. In 2010 kreeg de politicus 6.724 kiezers achter zich. Echter, bij de laatste verkiezingen maakte hij een terugval naar 3.187 stemmen. Ramadhin zegt, dat Misiekaba de stemmen aan Edward Belfort (ABOP) is kwijtgeraakt. Belfort behaalde bij de stembusgang in 2015 als nieuwkomer 5.759 stemmen. 'De NDP is terrein onder de marrons aan het verliezen. De kracht van Belfort moet niet onderschat worden.'

Over Parmessar stelt Ramadhin, dat na zijn Assemblee-schap hij als minister op Openbare Werken terechtkwam en later bij de EBS als directeur. 'Nu op de valreep bij RGB. Voor overige ambtenaren geldt dat je op je zestigste met pensioen gaat en Parmessar wordt dit jaar 67.' In 2005 behaalde Parmessar 863 stemmen en is 2010 maakte hij een behoorlijke sprong naar 5.500 met in 2015 een enorme terugval naar783 stemmen.

Bestuurskundige August Boldewijn is voorzichtiger in het vellen van een oordeel over de 'move' van de regering om Misiekaba en Parmessar aan te stellen. Omdat de peilingen die worden gehouden niet landelijk zijn, ziet hij geen indicatoren om met de critici mee te gaan. 'De wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen zouden peilingen moeten houden om na te gaan welke personen de partij verlaten en of er sprake is van een afname, daar er over en weer wordt overgelopen.'

Wat Boldewijn wel met zekerheid stelt is, dat de populariteit van de NDP dalende is. Hij noemt enkele verschijnselen die duiden op wanbeleid van de regering: 'De leugen van minister Gillmore Hoefdraad van Financiën, rond Glenn Gersie, ex-governor van Centrale Bank, de leugen en het bedrog van ex-minister van RGB, RolineSamsoedien en de kwestie van seksueel misbruik van de zoon van Samsoedien, de kwestie van de 30 procent aandelen in het Saramacca-gebied die door de regering aan Rosebel Goldmines verkocht zouden worden en de kwestie van malversaties bij de Surinaamse Postspaarbank. Al deze zaken houden de samenleving in de greep en duiden op de neergang van de NDP.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten