Insel Air veroordeeld tot betaling van
de proceskosten
InterCaribbean Airways, de luchtvaartmaatschappij die Insel Air zou overnemen, heeft in
Hoger Beroep ‘ex tunc’ (zoals de situatie toen was), gelijk gekregen en hoeft de dwangsom van
500.000 dollar niet te betalen.
Sterker nog, Insel Air wordt
veroordeeld tot betaling van
de proceskosten, wat neerkomt
op een bedrag van 9.764
gulden. Dit meldt vandaag, vrijdag 8 maart 2019, het Antilliaans Dagblad.
Het belangrijkste
argument van het Hof is, dat er
ook voor interCaribbean te
veel onzekerheden waren,
zoals de concernstructuur. Ook
de bewindvoerder van Insel
Air was zich hiervan bewust
en ging om deze reden ervan
uit, dat het gerecht akkoord
zou gaan met een soepelere kredietstelling voor het verlenen van de homologatie (de goedkeuring van
de rechter-commissaris) van belang voor het crediteurenakkoord. Dit was echter niet het geval.
In een Kort Gedingvonnis van 28 december 2018 werd beslist, dat interCaribbean onder bepaalde
voorwaarden een dwangsom van 500.000 dollar moest betalen als het bedrijf niet de zekerheid stelde
aan Insel Air die nodig was om het crediteurenakkoord van Insel te homologeren. Tegen dit vonnis
ging interCaribbean, zo blijkt nu met succes, in beroep.
Overigens stelt het Hof erbij dat de kwestie
met het faillissement van Insel Air eigenlijk niet meer aan de orde is. De vraag of interCaribbean zich
moest houden aan het zekerheidsbeding zoals vastgelegd in de Heads of Agreement (HoA) wordt dan
ook ‘ex tunc’ beantwoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten