ICCR-president Vinay Sahasrabudhe ontmoet Surinaamse ambassadrice in India, Aashna Kanhai
Suriname kan rekenen op steun van de Indian Council for Cultural Relations (ICCR) voor wat betreft academische en culturele activiteiten. ICCR-president Vinay Sahasrabudhe heeft de medewerking toegezegd tijdens een onderhoud met de Surinaamse ambassadrice in India, Aashna Kanhai.
De diplomate heeft de ICCR-president gezegd, dat Suriname dit jaar de 145e jaardag viert van de aankomst van de eerste Indiase contractarbeiders in het land. Saharabudhe heeft gezegd, dat hij nog medio dit jaar een bezoek aan Suriname kan brengen, gezien de band die er bestaat tussen de twee landen vanuit het perspectief van de Indiase diaspora in Suriname.
De ICCR staat open voor versteviging van de bestaande samenwerking met Suriname.
Kanhai spreekt van een vruchtbaar onderhoud met Saharabudhe, die de landelijke vicepresident is van de Bharatiya Janata Party, die in de regeringscoalitie zit. Hij is ook lid van het Indiaas parlement, de Rajya Sabha.
Bij de ontmoeting met ambassadrice Kanhai heeft hij een exemplaar ontvangen van de Engelse versie van hetoek ‘Herinneringen aan Mariënburg'.
Overigens, de ICCR-president heeft op zijn (actieve) social media pagina's (Twitter, Facebook) en eigen website niets vermeld over zijn ontmoeting met Kanhai....
Dagelijkse selectie Surinaams nieuws en relevant nieuws uit Latijns-Amerika en Caribisch gebied - Verrassend, actueel, informatief, met oog voor haar lezers!
donderdag 1 februari 2018
Ergens in Paramaribo......
Weer ordinaire vechtpartij tussen scholieren (meisjes), jongens kijken vooral toe.....
en gewoon gefilmd en online geplaatst.....waarom? Domme sensatiezucht!
en gewoon gefilmd en online geplaatst.....waarom? Domme sensatiezucht!
Blokkade van Curaçao, Aruba en Bonaire door Venezuela gaat duren tot presidentverkiezingen
(Bron foto: Twitter) |
Het Nederlands kabinet houdt er rekening mee, dat de blokkade van Curaçao, Aruba en Bonaire door Venezuela in elk geval gaat duren tot de presidentverkiezingen daar. Die moeten voor eind april in het Zuid-Amerikaanse land worden gehouden, zei minister Halbe Zijlstra van Buitenlandse Zaken donderdag 1 februari 2018 in de Tweede Kamer, aldus persbureau ANP.
Venezuela stelde de blokkade begin dit jaar in omdat de Benedenwindse eilanden te weinig zouden doen tegen smokkel vanuit Venezuela.
Inmiddels heeft het land ook een link gelegd met sancties die door de Europese Unie tegen een aantal hooggeplaatste personen in het land zijn afgekondigd. Dat is volgens Zijlstra onterecht.
Intussen leidt de blokkade in Venezuela zelf tot problemen. De gouverneur van de deelstaat die het dichtst bij de ABC-eilanden ligt, heeft volgens Zijlstra al gevraagd om opheffing van de blokkade omdat de economische impact te groot zou zijn.
Jogi (VHP): 'Assembleevoorzitster Geerlings-Simons heeft last van politieke blindheid'
'Zij moet niet kiezen voor de regering, maar voor het volk'
- 'Wij zijn niet bezig te dramatiseren, niet alleen kinderen gaan dood in het ziekenhuis, maar ook volwassenen'
- 'Mensen hebben ledematen laten amputeren, maar kort daarna zijn komen te overlijden door bacteriële infecties'
VHP-parlementariër Mahinder Jogi hekelt het feit dat Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons voorkeur geeft aan een huishoudelijke vergadering over invoering van rij- en voertuigenbelasting vandaag, donderdag 1 februari 2018, in plaats van de problemen waarmee het volk te kampen heeft aan de orde te stellen.
De oppositie had middels een schrijven op 18 januari aan Geerlings-Simons gevraagd een spoedvergadering uit te schrijven om de precaire financiële situatie van de gezondheidszorg te bespreken.
'Nu twee weken verder duurt de alarmerende situatie binnen de gezondheidszorg nog steeds voort. Simons moet die vergadering uitschrijven en ons niet verwijzen naar de begrotingsbehandeling waarop ook geen zicht is. Zij moet niet kiezen voor de regering, maar voor het volk. Niet de regering is gekozen door het volk, maar het parlement. Uiteindelijk gaat de hele samenleving dwars door alle politieke partijen', zegt Jogi in het Dagblad Suriname.
Volgens de parlementariër is dit een zuiver beeld waar te vergaande politieke loyaliteit leidt tot politieke blindheid. Hij denkt dat de Assembleevoorzitster net als haat partijgenoten ook hiervan last heeft. Ook volwassenen gaan dood door bacteriële infecties De politicus voert aan dat hij steeds de indruk krijgt alsof deze vergadering niet wordt uitgeschreven, omdat de regering geen zinnig antwoord en oplossing heeft voor de problemen binnen de zorg. Jogi vindt het vooral erg dat, terwijl kinderen doodgaan in het ziekenhuis, NDP-fractieleider André Misiekaba de oppositie beschuldigt van het dramatiseren.
'Wij zijn niet bezig te dramatiseren. Niet alleen kinderen gaan dood, maar ook volwassenen. Er zijn gevallen geweest waar mensen ledematen hebben laten amputeren, maar kort daarna zijn komen te overlijden wegens bacteriële infecties. Hetzelfde is ook gebeurd met iemand die vanwege een bacteriële infectie in zijn longen is komen te overlijden. Men zwijgt in alle talen', aldus de politicus.
Het feit dat Volksgezondheid-minister Patrick Pengel een week geleden weigerde naar het parlement te komen om de crisis binnen de zorg toe te lichten, is volgens de VHP’er een belediging van het volk en haar vertegenwoordigers in het hoogste college van staat. 'Toen Simons in de oppositie zat, sloeg ze met haar naambord op de tafel en eiste zij dat de toenmalige president en zijn ministers naar het parlement moesten komen. Nu zegt zij niets, terwijl zij als parlementsvoorzitter het recht heeft om ministers te ontbieden tekst en uitleg te komen geven.'
Jogi ergert zich vooral eraan, dat terwijl de situatie in alle sectoren nijpend is, president Desi Bouterse de afgelopen weken ervoor gekozen heeft om een partijvergadering in het NDP-centrum Ocer te beleggen om Financiën-minister Gillmore Hoefdraad een zogenaamde financiële presentatie te laten houden en zelf een bezoek te brengen aan het Tapanahonigebied in het district Sipaliwini. Het staatshoofd heeft ook pakketten meegebracht voor sociaal zwakkeren in het gebied.
'Lekker baden en pakketten verdelen met je politieke campagne, maar je kunt het parlement niet informeren. Het gaat niet alleen om de gezondheidszorg, alles rammelt in het land. Wij willen geen crash hebben in de gezondheidszorg, omdat niemand daarbij is gebaat', aldus Jogi.
Een ander zorgwekkende kwestie volgens de parlementariër is de hervatting van de begrotingsbehandeling over het dienstjaar 2018 welke al lang de afgesproken streefdatum heeft overschreden. 'Sinds de verdaging van de behandeling in december zijn intussen al zes weken verstreken. Als regering zou je in deze tijd dan wel in staat moeten zijn om antwoord te geven op de vele knelpunten in het land.'
- 'Wij zijn niet bezig te dramatiseren, niet alleen kinderen gaan dood in het ziekenhuis, maar ook volwassenen'
- 'Mensen hebben ledematen laten amputeren, maar kort daarna zijn komen te overlijden door bacteriële infecties'
VHP-parlementariër Mahinder Jogi hekelt het feit dat Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons voorkeur geeft aan een huishoudelijke vergadering over invoering van rij- en voertuigenbelasting vandaag, donderdag 1 februari 2018, in plaats van de problemen waarmee het volk te kampen heeft aan de orde te stellen.
De oppositie had middels een schrijven op 18 januari aan Geerlings-Simons gevraagd een spoedvergadering uit te schrijven om de precaire financiële situatie van de gezondheidszorg te bespreken.
'Nu twee weken verder duurt de alarmerende situatie binnen de gezondheidszorg nog steeds voort. Simons moet die vergadering uitschrijven en ons niet verwijzen naar de begrotingsbehandeling waarop ook geen zicht is. Zij moet niet kiezen voor de regering, maar voor het volk. Niet de regering is gekozen door het volk, maar het parlement. Uiteindelijk gaat de hele samenleving dwars door alle politieke partijen', zegt Jogi in het Dagblad Suriname.
Volgens de parlementariër is dit een zuiver beeld waar te vergaande politieke loyaliteit leidt tot politieke blindheid. Hij denkt dat de Assembleevoorzitster net als haat partijgenoten ook hiervan last heeft. Ook volwassenen gaan dood door bacteriële infecties De politicus voert aan dat hij steeds de indruk krijgt alsof deze vergadering niet wordt uitgeschreven, omdat de regering geen zinnig antwoord en oplossing heeft voor de problemen binnen de zorg. Jogi vindt het vooral erg dat, terwijl kinderen doodgaan in het ziekenhuis, NDP-fractieleider André Misiekaba de oppositie beschuldigt van het dramatiseren.
'Wij zijn niet bezig te dramatiseren. Niet alleen kinderen gaan dood, maar ook volwassenen. Er zijn gevallen geweest waar mensen ledematen hebben laten amputeren, maar kort daarna zijn komen te overlijden wegens bacteriële infecties. Hetzelfde is ook gebeurd met iemand die vanwege een bacteriële infectie in zijn longen is komen te overlijden. Men zwijgt in alle talen', aldus de politicus.
Het feit dat Volksgezondheid-minister Patrick Pengel een week geleden weigerde naar het parlement te komen om de crisis binnen de zorg toe te lichten, is volgens de VHP’er een belediging van het volk en haar vertegenwoordigers in het hoogste college van staat. 'Toen Simons in de oppositie zat, sloeg ze met haar naambord op de tafel en eiste zij dat de toenmalige president en zijn ministers naar het parlement moesten komen. Nu zegt zij niets, terwijl zij als parlementsvoorzitter het recht heeft om ministers te ontbieden tekst en uitleg te komen geven.'
Jogi ergert zich vooral eraan, dat terwijl de situatie in alle sectoren nijpend is, president Desi Bouterse de afgelopen weken ervoor gekozen heeft om een partijvergadering in het NDP-centrum Ocer te beleggen om Financiën-minister Gillmore Hoefdraad een zogenaamde financiële presentatie te laten houden en zelf een bezoek te brengen aan het Tapanahonigebied in het district Sipaliwini. Het staatshoofd heeft ook pakketten meegebracht voor sociaal zwakkeren in het gebied.
'Lekker baden en pakketten verdelen met je politieke campagne, maar je kunt het parlement niet informeren. Het gaat niet alleen om de gezondheidszorg, alles rammelt in het land. Wij willen geen crash hebben in de gezondheidszorg, omdat niemand daarbij is gebaat', aldus Jogi.
Een ander zorgwekkende kwestie volgens de parlementariër is de hervatting van de begrotingsbehandeling over het dienstjaar 2018 welke al lang de afgesproken streefdatum heeft overschreden. 'Sinds de verdaging van de behandeling in december zijn intussen al zes weken verstreken. Als regering zou je in deze tijd dan wel in staat moeten zijn om antwoord te geven op de vele knelpunten in het land.'
Ontsnapte moordverdachte Palm al zo'n 10 maanden voortvluchtig
Palm verdachte in Nederlandse dubbele moordzaak
Het Dagblad Suriname attendeert haar lezers er vandaag, donderdag 1 februari 2018, op dat arrestant Gerel Palm al zo'n 10 maanden voortvluchtig is. Hij is op 12 maart 2017 rond vijf uur 's middags op een spectaculaire wijze ontvlucht uit de Penitentiaire Inrichting Duisburglaan (PID) in Paramaribo.
Palm was aangehouden ter zake poging tot moord, poging tot doodslag en overtreding van de Vuurwapenwet.
Hij zou volgens planning spoedig worden uitgeleverd aan de Nederlandse autoriteiten, omdat hij verdacht wordt van een dubbele moord gepleegd in Nederland. Twee Rotterdammers van 28 en 35 jaar van Antilliaanse afkomst, werden zaterdag 10 december 2016, even voor middernacht op de Middenweg in Noordeloos beschoten. De twee zijn bekenden van de politie. Ze werden ernstig gewond gevonden in een weiland langs de provinciale weg N214 tussen Noordeloos en Hoornaar. Echter, voordat de uitlevering kon plaatsvinden, is Palm ontvlucht. Hij is tot nu toe onvindbaar.
Uit het ingesteld onderzoek bleek, dat deze ingesloten verdachte rond vier uur bezoek kreeg van zijn advocaat. Kort na dat bezoek was de verdachte naar de toiletruimte gegaan. Frappant in deze, is dat de advocaat in kwestie enige tijd voor Palm ook gebruik zou hebben gemaakt van het toilet. Vanuit het toilet kwam Palm gewapend terug.
Hij liep vervolgens naar de postwacht en hield daarbij de ploegcommandant I.M. onder schot. Onder bedreiging van het wapen werd M. ontwapend. De verdachte rende toen met het dienstwapen van M. naar buiten en verliet de plek in een gereedstaande auto, een Toyota Mark-X. Daarna zou Palm enkele weggebruikers hebben aangereden.
Sindsdien is Palm uit het zicht van de politie verdwenen. De afdeling Recherche Kapitale Delicten van het Korps Politie Suriname is zo'n10 maanden bezig met de opsporing van deze ontvluchte arrestant.
https://www.politie.nl/gezocht-en-vermist/nationale-opsporingslijst/2017/juni/gerel-palm.html
Het Dagblad Suriname attendeert haar lezers er vandaag, donderdag 1 februari 2018, op dat arrestant Gerel Palm al zo'n 10 maanden voortvluchtig is. Hij is op 12 maart 2017 rond vijf uur 's middags op een spectaculaire wijze ontvlucht uit de Penitentiaire Inrichting Duisburglaan (PID) in Paramaribo.
Palm was aangehouden ter zake poging tot moord, poging tot doodslag en overtreding van de Vuurwapenwet.
Hij zou volgens planning spoedig worden uitgeleverd aan de Nederlandse autoriteiten, omdat hij verdacht wordt van een dubbele moord gepleegd in Nederland. Twee Rotterdammers van 28 en 35 jaar van Antilliaanse afkomst, werden zaterdag 10 december 2016, even voor middernacht op de Middenweg in Noordeloos beschoten. De twee zijn bekenden van de politie. Ze werden ernstig gewond gevonden in een weiland langs de provinciale weg N214 tussen Noordeloos en Hoornaar. Echter, voordat de uitlevering kon plaatsvinden, is Palm ontvlucht. Hij is tot nu toe onvindbaar.
Uit het ingesteld onderzoek bleek, dat deze ingesloten verdachte rond vier uur bezoek kreeg van zijn advocaat. Kort na dat bezoek was de verdachte naar de toiletruimte gegaan. Frappant in deze, is dat de advocaat in kwestie enige tijd voor Palm ook gebruik zou hebben gemaakt van het toilet. Vanuit het toilet kwam Palm gewapend terug.
Hij liep vervolgens naar de postwacht en hield daarbij de ploegcommandant I.M. onder schot. Onder bedreiging van het wapen werd M. ontwapend. De verdachte rende toen met het dienstwapen van M. naar buiten en verliet de plek in een gereedstaande auto, een Toyota Mark-X. Daarna zou Palm enkele weggebruikers hebben aangereden.
Sindsdien is Palm uit het zicht van de politie verdwenen. De afdeling Recherche Kapitale Delicten van het Korps Politie Suriname is zo'n10 maanden bezig met de opsporing van deze ontvluchte arrestant.
https://www.politie.nl/gezocht-en-vermist/nationale-opsporingslijst/2017/juni/gerel-palm.html
EBS neemt een hybride opwekcentrale te Pokigron in gebruik - Opening door president Bouterse
Eerste pilot project van de EBS waarbij zonne-energie gebruikt zal worden
De NV Energiebedrijven Suriname (EBS) zal zaterdag een hybride opwekcentrale te Pokigron in gebruik nemen. Ruim 400 huishoudens en bedrijven zullen 24 uur stroom per dag beschikbaar hebben. Momenteel wordt het gebied dagelijks, voor 5 á 6 uren, door twee dieselgeneratoren voorzien van elektriciteit, zo meldt het bedrijf donderdag 1 februari 2018.
Met financieringsmiddelen van de Inter-American Development Bank (IDB) is de EBS in staat het bestaand opweksysteem te integreren met een 500 kWp zonnepanelen plant. Een deel van de energie die overdag wordt opgewekt wordt opgeslagen in batterijen om deze ‘s avonds te gebruiken.
Dit is het eerste pilot project van de EBS waarbij zonne-energie gebruikt zal worden om de gemeenschap te voorzien van elektrische energie, meldt het bedrijf. Voor dit project werd de huidige centrale in 2015 zowel civiel- als elektrotechnisch aangepast. In oktober van datzelfde jaar is een aanvang gemaakt met de upgrading van het onderstation.
Richting Pokigron zijn hoogspanningsdistributielijnen gebouwd. Ook is voor dit project een compleet nieuw 12 kV hoogspanningsnetwerk in het voorzieningsgebied gebouwd om de distributie effectiever en efficiënt te doen verlopen.
Het door de IDB gefinancierd project heeft tot doel de kwaliteit en de duurzaamheid van de elektriciteitsvoorziening in Pokigron en de aanmeersteiger Atjoni met haar faciliteiten te verbeteren. Ook de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, die niet altijd op tijd beschikbaar zijn, zal hiermee sterk gereduceerd worden.
De hybride opwekcentrale wordt ceremonieel geopend door president Desi Bouters. De beschikbaarheid van 24 uur stroom per dag levert een bijdrage aan de sociaal-economische ontwikkeling in dit gebied. Economische activiteiten die door de beperkte beschikbaarheid aan stroom niet plaatsvinden, zullen nu wel mogelijk zijn. Zo kan het toerisme beter op gang komen, studenten kunnen ook ‘s avonds hun lessen leren en zal het gevoel van veiligheid in het dorp, vooral ’s nachts, hierdoor verbeteren, meent de EBS.
Landelijk zijn er nog veel gebieden die voor de energielevering afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. De integratie van dit zonnepanelensysteem in het bestaand diesel opweksysteem stelt de overheid in staat om de kosten voor brandstof te reduceren en draagt bij aan een efficiëntere en duurzamere energievoorziening in het Pokigron-gebied. Het beleid van de EBS is erop gericht om meer energie te verkrijgen uit hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie, biomassa en hydro-energie.
De NV Energiebedrijven Suriname (EBS) zal zaterdag een hybride opwekcentrale te Pokigron in gebruik nemen. Ruim 400 huishoudens en bedrijven zullen 24 uur stroom per dag beschikbaar hebben. Momenteel wordt het gebied dagelijks, voor 5 á 6 uren, door twee dieselgeneratoren voorzien van elektriciteit, zo meldt het bedrijf donderdag 1 februari 2018.
Met financieringsmiddelen van de Inter-American Development Bank (IDB) is de EBS in staat het bestaand opweksysteem te integreren met een 500 kWp zonnepanelen plant. Een deel van de energie die overdag wordt opgewekt wordt opgeslagen in batterijen om deze ‘s avonds te gebruiken.
Dit is het eerste pilot project van de EBS waarbij zonne-energie gebruikt zal worden om de gemeenschap te voorzien van elektrische energie, meldt het bedrijf. Voor dit project werd de huidige centrale in 2015 zowel civiel- als elektrotechnisch aangepast. In oktober van datzelfde jaar is een aanvang gemaakt met de upgrading van het onderstation.
Richting Pokigron zijn hoogspanningsdistributielijnen gebouwd. Ook is voor dit project een compleet nieuw 12 kV hoogspanningsnetwerk in het voorzieningsgebied gebouwd om de distributie effectiever en efficiënt te doen verlopen.
Het door de IDB gefinancierd project heeft tot doel de kwaliteit en de duurzaamheid van de elektriciteitsvoorziening in Pokigron en de aanmeersteiger Atjoni met haar faciliteiten te verbeteren. Ook de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, die niet altijd op tijd beschikbaar zijn, zal hiermee sterk gereduceerd worden.
De hybride opwekcentrale wordt ceremonieel geopend door president Desi Bouters. De beschikbaarheid van 24 uur stroom per dag levert een bijdrage aan de sociaal-economische ontwikkeling in dit gebied. Economische activiteiten die door de beperkte beschikbaarheid aan stroom niet plaatsvinden, zullen nu wel mogelijk zijn. Zo kan het toerisme beter op gang komen, studenten kunnen ook ‘s avonds hun lessen leren en zal het gevoel van veiligheid in het dorp, vooral ’s nachts, hierdoor verbeteren, meent de EBS.
Landelijk zijn er nog veel gebieden die voor de energielevering afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. De integratie van dit zonnepanelensysteem in het bestaand diesel opweksysteem stelt de overheid in staat om de kosten voor brandstof te reduceren en draagt bij aan een efficiëntere en duurzamere energievoorziening in het Pokigron-gebied. Het beleid van de EBS is erop gericht om meer energie te verkrijgen uit hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie, biomassa en hydro-energie.
'Nederland en media in beklaagdenbank'
'Advocaat Kanhai heeft zijn Muppet show goed weten op te voeren'
Voorafgaand aan het pleidooi in de strafzaak tegen hoofdverdachte Desi Bouterse, had advocaat Irvin Kanhai via de pers laten weten honderd pagina's tellend pleidooi te hebben voorbereid. De oren van vele mensen zouden klapperen. De nabestaanden zouden horen waarmee hun dierbaren bezig waren, het wordt mijn forum zei advocaat Irvin Kanhai. Inderdaad, het was zijn forum. Inderdaad klapperden de oren van veel mensen bij het horen van zijn pleidooi. Hij heeft zijn Muppet show goed weten op te voeren.
In plaats van een juridisch betoog te houden, was het afschuwelijk om een politiek pleidooi uit de mond van advocaat Kanhai te zien komen, net als het water uit een fontein zonder oponthoud.
Volgens advocaat Kanhai zouden de 15 slachtoffers zich schuldig hebben gemaakt aan hoogverraad. Wat een kletsverhaal van deze advocaat, leugens fabriceren is zijn sterkste kant, volgens mij gelooft hij in zijn eigen leugens. Als je niet in staat bent de onschuld van je cliënt te bewijzen, moet je geen show komen opvoeren in de rechtszaal. Zijn pleidooi was doorspekt met insinuaties en leugens. Zijn betoog is opgevoerd op basis ‘horen zeggen en getuigen’.
Er zijn geen overtuigende argumenten aangevoerd waaruit zou moeten blijken dat de hoofdverdachte Desi Bouterse, onschuldig is aan de decembermoorden. Als Bouterse zegt dat hij onschuldig is, waarom moet hij dan hemel en aarde bewegen hem vrij te pleiten?
Opvallend was dat de slaafse advocaat van Desi Bouterse, Irvin Kanhai, Nederland en de media in de beklaagdenbank heeft willen plaatsen met zijn politiek pleidooi, terwijl Nederland en de media er niets mee te maken hebben. Feit is dat er in de nacht van 7 op 8 december 1982, 15 weerloze burgers op gruwelijke wijze zijn vermoord.
In de zaak tegen de verdachten van de Decembermoorden zou er volgens advocaat Irvin Kanhai geen veroordeling moeten komen, omdat de toenmalige overheid rechtmatig is opgetreden. Kanhai vergeleek het optreden tegen de later doodgeschoten vijftien critici van het toenmalige beruchte militaire bewind met de roofmoordenaar Arisin Sampie. Wat een vergelijking van deze slaafse advocaat. Deze vergelijking gaat totaal mank, geen touw aan vast te knopen. De vuurwapengevaarlijke Sampie werd door politieagenten doodgeschoten tijdens een confrontatie, terwijl de 15 weerloze en ongewapende burgers thuis zijn opgehaald en op barbaarse wijze vermoord in Fort Zeelandia. Sommige van de slachtoffers zijn zelfs uit de gevangenis opgehaald.
Advocaat Kanhai zegt zeer veel dank verschuldigd te zijn voor de sublieme doortastendheid van de legerleiding, dank aan de Groep van Zestien en dank aan het Nationale Leger in zijn geheel, voor de wijze waarop ze ons in december 1982 voor een verschrikkelijke ramp hebben behoed. Hetgeen advocaat Irvin Kanhai heeft gezegd, komt neer op schuldbekentenis van de legerleiding(lees: Bouterse) over de decembermoorden, de legerleiding heeft ingegrepen, dus de legerleiding is volkomen aansprakelijk voor de moorden.
Bouterse moet zijn verantwoordelijkheid nemen en niet schuilen achter: A No Mie. Het oordeel over de Decembermoorden laat ik over aan de krijgsraad.
Idris Naipal
Voorafgaand aan het pleidooi in de strafzaak tegen hoofdverdachte Desi Bouterse, had advocaat Irvin Kanhai via de pers laten weten honderd pagina's tellend pleidooi te hebben voorbereid. De oren van vele mensen zouden klapperen. De nabestaanden zouden horen waarmee hun dierbaren bezig waren, het wordt mijn forum zei advocaat Irvin Kanhai. Inderdaad, het was zijn forum. Inderdaad klapperden de oren van veel mensen bij het horen van zijn pleidooi. Hij heeft zijn Muppet show goed weten op te voeren.
In plaats van een juridisch betoog te houden, was het afschuwelijk om een politiek pleidooi uit de mond van advocaat Kanhai te zien komen, net als het water uit een fontein zonder oponthoud.
Volgens advocaat Kanhai zouden de 15 slachtoffers zich schuldig hebben gemaakt aan hoogverraad. Wat een kletsverhaal van deze advocaat, leugens fabriceren is zijn sterkste kant, volgens mij gelooft hij in zijn eigen leugens. Als je niet in staat bent de onschuld van je cliënt te bewijzen, moet je geen show komen opvoeren in de rechtszaal. Zijn pleidooi was doorspekt met insinuaties en leugens. Zijn betoog is opgevoerd op basis ‘horen zeggen en getuigen’.
Er zijn geen overtuigende argumenten aangevoerd waaruit zou moeten blijken dat de hoofdverdachte Desi Bouterse, onschuldig is aan de decembermoorden. Als Bouterse zegt dat hij onschuldig is, waarom moet hij dan hemel en aarde bewegen hem vrij te pleiten?
Opvallend was dat de slaafse advocaat van Desi Bouterse, Irvin Kanhai, Nederland en de media in de beklaagdenbank heeft willen plaatsen met zijn politiek pleidooi, terwijl Nederland en de media er niets mee te maken hebben. Feit is dat er in de nacht van 7 op 8 december 1982, 15 weerloze burgers op gruwelijke wijze zijn vermoord.
In de zaak tegen de verdachten van de Decembermoorden zou er volgens advocaat Irvin Kanhai geen veroordeling moeten komen, omdat de toenmalige overheid rechtmatig is opgetreden. Kanhai vergeleek het optreden tegen de later doodgeschoten vijftien critici van het toenmalige beruchte militaire bewind met de roofmoordenaar Arisin Sampie. Wat een vergelijking van deze slaafse advocaat. Deze vergelijking gaat totaal mank, geen touw aan vast te knopen. De vuurwapengevaarlijke Sampie werd door politieagenten doodgeschoten tijdens een confrontatie, terwijl de 15 weerloze en ongewapende burgers thuis zijn opgehaald en op barbaarse wijze vermoord in Fort Zeelandia. Sommige van de slachtoffers zijn zelfs uit de gevangenis opgehaald.
Advocaat Kanhai zegt zeer veel dank verschuldigd te zijn voor de sublieme doortastendheid van de legerleiding, dank aan de Groep van Zestien en dank aan het Nationale Leger in zijn geheel, voor de wijze waarop ze ons in december 1982 voor een verschrikkelijke ramp hebben behoed. Hetgeen advocaat Irvin Kanhai heeft gezegd, komt neer op schuldbekentenis van de legerleiding(lees: Bouterse) over de decembermoorden, de legerleiding heeft ingegrepen, dus de legerleiding is volkomen aansprakelijk voor de moorden.
Bouterse moet zijn verantwoordelijkheid nemen en niet schuilen achter: A No Mie. Het oordeel over de Decembermoorden laat ik over aan de krijgsraad.
Idris Naipal
Amsterdamse advocaat Gerard Spong: 'Advocaat Kanhai pleegt geschiedvervalsing'
'Schuld afschuiven en eigen straatje schoonvegen'
'Bouterse door verdediging neergezet als lulletje rozenwater die als de staatsnood het hoogst is en sublieme doortastendheid van het leger vereist is, bij zijn vriendin in bed kruipt'
De verdediging van mr. Kanhai oogt op zeer veel onderdelen zwak en juridisch-technisch weinig imponerend, reeds door het zeer kwistig gebruiken van de aanspreektitel ‘mevrouw de voorzitter’. Ruim 50 keer! Met veel omhaal van woorden wordt eerst geschiedvervalsing gepleegd door een dreigende buitenlandse interventie in 1982 voor te wenden. Kennelijk is deze geschiedvervalsing bedoeld om de 8-decembermoorden een staatsnoodrechtelijk sausje te geven.
Vervolgens wordt op staatsrechtelijk miserabele gronden gepoogd het waanidee te doen postvatten dat een militaire couppleger na zijn staatsrechtelijke snode daad ineens het wettelijk gezag belichaamt. De voorgewende staatsnood heeft vooral ten doel om aannemelijk te maken dat van voorbedachte raad, een delictsbestanddeel van moord, geen sprake zou zijn geweest. Want het zou slechts gaan om een uit spanning geboren verwoestende uitbarsting van die arme militairen, die zich de vreselijkste beledigingen hebben moeten laten welgevallen.
Een tranen trekkend verhaal, kortom. Daarna volgt operatie schuld afschuiven en eigen straatje schoonvegen. De overleden Bhagwandas blijkt in de verdediging de kwaaie pier. Aan het gezegde ‘over de doden niets dan goeds’ heeft de verdediging geen boodschap. Bhagwandas was de hoofdmatador en de geëxecuteerden waren levensgevaarlijke subversieve elementen die tijdig geëlimineerd moesten worden. Door Bhagwandas wel te verstaan. Hier openbaart zich een gespletenheid in de verdediging. Want enerzijds was de staatsnood zo hoog, dat krachtdadig optreden tegen hoogverraadplegers dringend noodzakelijk was, maar anderzijds moet dat krachtdadig optreden vooral niet op het conto van Bouterse komen. De sublieme doortastendheid van de legerleiding op dit punt en de blinde heldenverering die de militairen verdienen is duidelijk niet voor Bouterse, maar alleen voor Bhagwandas bedoeld. Want Bouterse was toch niet aanwezig bij dat moedige optreden van het leger, dat het Surinaamse volk voor verschrikkelijke ellende heeft weten te sparen. Nee, Bouterse wordt door de verdediging neergezet als een ‘lulletje rozenwater’ die als de staatsnood het hoogst is en sublieme doortastendheid van het leger vereist is, bij zijn vriendin in bed kruipt.
Uiteraard wordt met selectief winkelen in de getuigenverklaringen de betrouwbaarheid van getuigen bestreden. De verdediging valt in dit verband op door datgene wat niet betoogd is. Met geen woord wordt gerept over de talrijke publiekelijke verklaringen op televisie van de steeds niet op zijn post aanwezige legerleider, waarin de verantwoordelijkheid voor het drama wordt genomen en het ‘op de vlucht neergeschoten’-verhaal van de daken wordt geschreeuwd. Door hieraan geen aandacht te besteden en de context weer te geven wordt de alom geprezen legerleider in wezen als een randdebiel weggezet. Want wie neemt nou verantwoordelijkheid voor executies als je in bed bij je vriendin de vleselijke geneugten des levens smaakt. Dat doet alleen iemand die niet goed bij zinnen is.
Bewijsrecht is verder niet het sterkste wapen van de verdediging.
Uitvoerig wordt stilgestaan bij rechtspraak van de Hoge Raad uit dat vermaledijde land dat 35 jaar lang verantwoordelijk was voor een voortdurende en keiharde hersenspoeling van het Surinaamse volk. Opmerkelijk is dat in deze rechtspraak over medeplegen volstaan wordt met verwijzingen naar oude rechtspraak uit 1981, 2002 en 2007, terwijl de Hoge Raad toch in 2014 een zogeheten overzichtsarrest over medeplegen heeft gewezen waarin belangrijke nieuwe wegen zijn ingeslagen. Daarin benadrukt de Hoge Raad dat van medeplegen bij een dader die geen uitvoeringshandeling heeft gepleegd, desalniettemin ook sprake van medeplegen kan zijn vanwege het gewicht van de intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict.
Teneinde te voorkomen dat gezegd kan worden dat de legerleider een intellectuele bijdrage aan de moorden heeft geleverd, is daarom doorzichtig gepoogd hem als een psychisch gemankeerde womanizer die zijn manschappen op het moment suprême in de steek laat en hem peert neer te zetten. Volgens de verdediging is verder strafrechtspleging geen spel van vermoedens maar van bittere ernst. Daarin heeft de verdediging een punt. Strafrechtspleging gaat niet zonder zekerheid, aldus de verdediging. Had de verdediging de moeite genomen zich iets meer te verdiepen in Nederlandse rechtsliteratuur, dan had zij kunnen weten, dat er in het strafrecht geen absolute zekerheid hoeft te zijn. Wiskundig bewijs waar geen speld tussen is te krijgen, wordt niet vereist, aldus G.J.M. Corstens en M.J. Borgers, Het Nederlands strafprocesrecht, p. 755, 8e dr.
Met de stelling dat bewijs van historische feiten herleid moet kunnen worden uit beschikbaar bewijsmateriaal, ziet de verdediging verder voorbij aan de ook in Suriname geldende bewijsregel dat feiten en omstandigheden van algemene bekendheid geen bewijs behoeven (zie artikel 325, Wetboek van Strafvordering Suriname). Dus dat Suriname op 25 november 1975 onafhankelijk is geworden hoeft niet door wettig bewijs bewezen te worden. Overigens is de verdediging in dit opzicht niet consequent. Want terwijl zij voormelde bewijsregel miskent, wordt, niet gehinderd door bewijsrechtelijke kennis op dit punt, betoogd dat het een feit van algemene bekendheid zou zijn dat schrijver dezes betrokken zou zijn geweest bij het opstellen van de lijst van verdachten. En ook dat het een feit van algemene bekendheid zou zijn dat het Surinaamse volk na de onafhankelijkheid verpauperde en dat de medische voorziening een puinhoop was.
Vergeten wordt te vermelden, dat de verpaupering anno 2017 door de torenhoge inflatie en financieel wanbeleid van de hoofdverdachte aanzienlijk erger was dan kort na de onafhankelijkheid en het Academisch Ziekenhuis van Suriname over dusdanig goed gekwalificeerde medici beschikte dat de Rijksuniversiteit van Groningen en Amsterdam een samenwerkingsverband aangingen.
In een wanhoopspoging wordt tenslotte getracht om met miskenning van het gesloten stelsel van rechtsmiddelen de Krijgsraad alsnog over de streep te trekken om gedane rechterlijke en onherroepelijke uitspraken over de Amnestiewet terug te draaien.
In wezen wordt betoogd, dat de Krijgsraad wat dit betreft moet rebelleren tegen het Hof van Justitie. Voor een integere strafrechter is dit evenwel evident teveel gevraagd. Iedere goede strafrechter is zeker bevattelijk voor pleitbare standpunten.
Maar, kansloze verweren worden subiet naar de prullenbak verwezen. De grotendeels politieke verdediging lijkt dit lot beschoren te zijn.
Mr. Gerard Spong
'Bouterse door verdediging neergezet als lulletje rozenwater die als de staatsnood het hoogst is en sublieme doortastendheid van het leger vereist is, bij zijn vriendin in bed kruipt'
De verdediging van mr. Kanhai oogt op zeer veel onderdelen zwak en juridisch-technisch weinig imponerend, reeds door het zeer kwistig gebruiken van de aanspreektitel ‘mevrouw de voorzitter’. Ruim 50 keer! Met veel omhaal van woorden wordt eerst geschiedvervalsing gepleegd door een dreigende buitenlandse interventie in 1982 voor te wenden. Kennelijk is deze geschiedvervalsing bedoeld om de 8-decembermoorden een staatsnoodrechtelijk sausje te geven.
Vervolgens wordt op staatsrechtelijk miserabele gronden gepoogd het waanidee te doen postvatten dat een militaire couppleger na zijn staatsrechtelijke snode daad ineens het wettelijk gezag belichaamt. De voorgewende staatsnood heeft vooral ten doel om aannemelijk te maken dat van voorbedachte raad, een delictsbestanddeel van moord, geen sprake zou zijn geweest. Want het zou slechts gaan om een uit spanning geboren verwoestende uitbarsting van die arme militairen, die zich de vreselijkste beledigingen hebben moeten laten welgevallen.
Een tranen trekkend verhaal, kortom. Daarna volgt operatie schuld afschuiven en eigen straatje schoonvegen. De overleden Bhagwandas blijkt in de verdediging de kwaaie pier. Aan het gezegde ‘over de doden niets dan goeds’ heeft de verdediging geen boodschap. Bhagwandas was de hoofdmatador en de geëxecuteerden waren levensgevaarlijke subversieve elementen die tijdig geëlimineerd moesten worden. Door Bhagwandas wel te verstaan. Hier openbaart zich een gespletenheid in de verdediging. Want enerzijds was de staatsnood zo hoog, dat krachtdadig optreden tegen hoogverraadplegers dringend noodzakelijk was, maar anderzijds moet dat krachtdadig optreden vooral niet op het conto van Bouterse komen. De sublieme doortastendheid van de legerleiding op dit punt en de blinde heldenverering die de militairen verdienen is duidelijk niet voor Bouterse, maar alleen voor Bhagwandas bedoeld. Want Bouterse was toch niet aanwezig bij dat moedige optreden van het leger, dat het Surinaamse volk voor verschrikkelijke ellende heeft weten te sparen. Nee, Bouterse wordt door de verdediging neergezet als een ‘lulletje rozenwater’ die als de staatsnood het hoogst is en sublieme doortastendheid van het leger vereist is, bij zijn vriendin in bed kruipt.
Uiteraard wordt met selectief winkelen in de getuigenverklaringen de betrouwbaarheid van getuigen bestreden. De verdediging valt in dit verband op door datgene wat niet betoogd is. Met geen woord wordt gerept over de talrijke publiekelijke verklaringen op televisie van de steeds niet op zijn post aanwezige legerleider, waarin de verantwoordelijkheid voor het drama wordt genomen en het ‘op de vlucht neergeschoten’-verhaal van de daken wordt geschreeuwd. Door hieraan geen aandacht te besteden en de context weer te geven wordt de alom geprezen legerleider in wezen als een randdebiel weggezet. Want wie neemt nou verantwoordelijkheid voor executies als je in bed bij je vriendin de vleselijke geneugten des levens smaakt. Dat doet alleen iemand die niet goed bij zinnen is.
Bewijsrecht is verder niet het sterkste wapen van de verdediging.
Uitvoerig wordt stilgestaan bij rechtspraak van de Hoge Raad uit dat vermaledijde land dat 35 jaar lang verantwoordelijk was voor een voortdurende en keiharde hersenspoeling van het Surinaamse volk. Opmerkelijk is dat in deze rechtspraak over medeplegen volstaan wordt met verwijzingen naar oude rechtspraak uit 1981, 2002 en 2007, terwijl de Hoge Raad toch in 2014 een zogeheten overzichtsarrest over medeplegen heeft gewezen waarin belangrijke nieuwe wegen zijn ingeslagen. Daarin benadrukt de Hoge Raad dat van medeplegen bij een dader die geen uitvoeringshandeling heeft gepleegd, desalniettemin ook sprake van medeplegen kan zijn vanwege het gewicht van de intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict.
Teneinde te voorkomen dat gezegd kan worden dat de legerleider een intellectuele bijdrage aan de moorden heeft geleverd, is daarom doorzichtig gepoogd hem als een psychisch gemankeerde womanizer die zijn manschappen op het moment suprême in de steek laat en hem peert neer te zetten. Volgens de verdediging is verder strafrechtspleging geen spel van vermoedens maar van bittere ernst. Daarin heeft de verdediging een punt. Strafrechtspleging gaat niet zonder zekerheid, aldus de verdediging. Had de verdediging de moeite genomen zich iets meer te verdiepen in Nederlandse rechtsliteratuur, dan had zij kunnen weten, dat er in het strafrecht geen absolute zekerheid hoeft te zijn. Wiskundig bewijs waar geen speld tussen is te krijgen, wordt niet vereist, aldus G.J.M. Corstens en M.J. Borgers, Het Nederlands strafprocesrecht, p. 755, 8e dr.
Met de stelling dat bewijs van historische feiten herleid moet kunnen worden uit beschikbaar bewijsmateriaal, ziet de verdediging verder voorbij aan de ook in Suriname geldende bewijsregel dat feiten en omstandigheden van algemene bekendheid geen bewijs behoeven (zie artikel 325, Wetboek van Strafvordering Suriname). Dus dat Suriname op 25 november 1975 onafhankelijk is geworden hoeft niet door wettig bewijs bewezen te worden. Overigens is de verdediging in dit opzicht niet consequent. Want terwijl zij voormelde bewijsregel miskent, wordt, niet gehinderd door bewijsrechtelijke kennis op dit punt, betoogd dat het een feit van algemene bekendheid zou zijn dat schrijver dezes betrokken zou zijn geweest bij het opstellen van de lijst van verdachten. En ook dat het een feit van algemene bekendheid zou zijn dat het Surinaamse volk na de onafhankelijkheid verpauperde en dat de medische voorziening een puinhoop was.
Vergeten wordt te vermelden, dat de verpaupering anno 2017 door de torenhoge inflatie en financieel wanbeleid van de hoofdverdachte aanzienlijk erger was dan kort na de onafhankelijkheid en het Academisch Ziekenhuis van Suriname over dusdanig goed gekwalificeerde medici beschikte dat de Rijksuniversiteit van Groningen en Amsterdam een samenwerkingsverband aangingen.
In een wanhoopspoging wordt tenslotte getracht om met miskenning van het gesloten stelsel van rechtsmiddelen de Krijgsraad alsnog over de streep te trekken om gedane rechterlijke en onherroepelijke uitspraken over de Amnestiewet terug te draaien.
In wezen wordt betoogd, dat de Krijgsraad wat dit betreft moet rebelleren tegen het Hof van Justitie. Voor een integere strafrechter is dit evenwel evident teveel gevraagd. Iedere goede strafrechter is zeker bevattelijk voor pleitbare standpunten.
Maar, kansloze verweren worden subiet naar de prullenbak verwezen. De grotendeels politieke verdediging lijkt dit lot beschoren te zijn.
Mr. Gerard Spong
Peruaans Congreslid Kenji Fujimori door zijn zus Keiko uit oppositiepartij Fuerza Popular gezet
Kenji Fujimori stemde tegen afzetting president Pedro Pablo Kuczynski
Het Peruaanse Congreslid Kenji Fujimori, zoon van voormalig president Alberto Fujimori, is door zijn zus Keiko van oppositiepartij Fuerza Popular uit de partij gezet. Keiko Fujimori, die de partij leidt, en Kenji kwamen in botsing over een stem van afzetting tegen de huidige president Pedro Pablo Kuczynski.
Kenji Fujimori brak met partijregels om tegen de afzetting van de president te stemmen. Zijn stem was de sleutel tot de heer Kuczynski, die de poging tot afzetting overleefde.
Dagen nadat Kenji Fujimori in zijn voordeel had gestemd, verleende de heer Kuczynski gratie aan Alberto Fujimori, iets waarvan hij eerder had gezegd dat hij het niet zou doen. Dit leidde tot speculaties in de Peruaanse media, dat de heren Kuczynski en Kenji Fujimori een deal hadden gesloten en de gratie hadden ingeruild voor de stem van Kenji Fujimori.
President Kuczynski heeft heftig ontkend, dat hij een deal heeft gesloten en zegt dat hij de voormalige leider gratie heeft verleend op medische gronden. Ten tijde van de gratie was Alberto Fujimori vanuit de gevangenis naar het ziekenhuis gebracht, waar hij een gevangenisstraf van 25 jaar uitzat voor mensenrechtenschendingen.
Sinds zijn gratie is de 79-jarige vrijgelaten uit het ziekenhuis. De gratie van de voormalige president heeft de Peruanen verdeeld, terwijl duizenden demonstranten op straat gingen terwijl anderen hem loven voor het verslaan van maoïstische rebellen tijdens zijn ambtsperiode van 1990 tot 2000.
De minister van Cultuur en de minister van Defensie traden af vanwege de gratie.
Maar, de meeste bitterheid was de breuk binnen de Fujimori-familie zelf, waarbij Kenji de vrijlating van zijn vader tot prioriteit maakte, terwijl Keiko haar eigen politieke ambities nastreefde, en zonder succes een gooi deed naar het presidentschap in 2016.
(Suriname Mirror/BBC/La Republica/El Comercio/Twitter/YouTube)
Het Peruaanse Congreslid Kenji Fujimori, zoon van voormalig president Alberto Fujimori, is door zijn zus Keiko van oppositiepartij Fuerza Popular uit de partij gezet. Keiko Fujimori, die de partij leidt, en Kenji kwamen in botsing over een stem van afzetting tegen de huidige president Pedro Pablo Kuczynski.
Like A Dog. pic.twitter.com/rQS6NfZhLH— Víctor Y. (@Victor_Y1967) January 31, 2018
Kenji Fujimori brak met partijregels om tegen de afzetting van de president te stemmen. Zijn stem was de sleutel tot de heer Kuczynski, die de poging tot afzetting overleefde.
Dagen nadat Kenji Fujimori in zijn voordeel had gestemd, verleende de heer Kuczynski gratie aan Alberto Fujimori, iets waarvan hij eerder had gezegd dat hij het niet zou doen. Dit leidde tot speculaties in de Peruaanse media, dat de heren Kuczynski en Kenji Fujimori een deal hadden gesloten en de gratie hadden ingeruild voor de stem van Kenji Fujimori.
#KenjiFujimori, the youngest son of Ex-President #AlbertoFujimori, said that he has expelled from the opposition... https://t.co/2PyTams38n pic.twitter.com/ygYtdZ40Qo— The Peru Report (@ThePeruReport) January 31, 2018
President Kuczynski heeft heftig ontkend, dat hij een deal heeft gesloten en zegt dat hij de voormalige leider gratie heeft verleend op medische gronden. Ten tijde van de gratie was Alberto Fujimori vanuit de gevangenis naar het ziekenhuis gebracht, waar hij een gevangenisstraf van 25 jaar uitzat voor mensenrechtenschendingen.
Sinds zijn gratie is de 79-jarige vrijgelaten uit het ziekenhuis. De gratie van de voormalige president heeft de Peruanen verdeeld, terwijl duizenden demonstranten op straat gingen terwijl anderen hem loven voor het verslaan van maoïstische rebellen tijdens zijn ambtsperiode van 1990 tot 2000.
De minister van Cultuur en de minister van Defensie traden af vanwege de gratie.
Maar, de meeste bitterheid was de breuk binnen de Fujimori-familie zelf, waarbij Kenji de vrijlating van zijn vader tot prioriteit maakte, terwijl Keiko haar eigen politieke ambities nastreefde, en zonder succes een gooi deed naar het presidentschap in 2016.
(Suriname Mirror/BBC/La Republica/El Comercio/Twitter/YouTube)
Colombiaanse leger in botsing met inheemse gemeenschappen
Leger beweert dat gedode en gewonde burgers guerrilla's of criminelen waren
Het Colombiaanse leger is deze week in botsing gekomen met verschillende inheemse gemeenschappen en beweerde dat gedode en gewonde burgers guerrilla's of criminelen waren. In ten minste drie militaire operaties werden drie mannen gedood en één 16-jarig jong meisje raakte gewond door toedoen van het leger.
Een van de omgekomen mannen werd betrapt bij een overval en alle anderen waren guerrillastrijders, volgens het leger, die volhoudt dat het geen mensenrechtenschendingen heeft gepleegd.
Het Nationaal Leger voert in heel Colombia militaire operaties uit tegen het ELN (Ejército de Liberación Nacional) en heeft politieoffensieven tegen de paramilitaire groep AGC (Autodefensas Gaitanistas) bijgestaan.
Rouwende leden van het Embera-volk in Choco begroeven dinsdag een inheemse bewaker die door het leger werd beschuldigd van het beroven van voertuigen op de snelweg Medellin-Quibdo. De gemeenschap. die op het moment van de moord protesteerde, ontwapende de soldaten.
De nationale inheemse organisatie ONIC (Organización Nacional Indígena de Colombia) zei, dat de wapens zouden worden overgegeven aan VN-waarnemers van een doorlopend vredesproces.
Het leger trok zijn eerste verklaring van de gebeurtenissen woensdag 31 januari 2018 in en verontschuldigde zich bij de gemeenschap.
Dagen eerder werden twee leden van het Betoy-volk door soldaten gedood in een tweede geschil. De ONIC verwierp een militaire bewering, dat de mannen lid waren van de guerrillagroep ELN.
De inheemse organisatie vroeg ook vredeswaarnemers om de verwonding van een zestienjarig meisje te onderzoeken nadat een bomaanslag van het ELN een tweede inheemse gemeenschap in Choco trof.
Het wetteloze westen van Colombia zag een brute strijd tussen het ELN en de AGC na de demobilisatie van de FARC-guerrillagroep vorig jaar. Het geweld heeft de uitvoering van een vredesproces belemmerd, dat een einde wil maken aan een half-eeuw gewapend conflict met de FARC.
Verwaarlozing door de staat, een van de oorzaken van gewapende conflicten in Colombia, is vaak wijdverbreid in de afgelegen gebieden waar inheemse en zwarte gemeenschappen vaak wonen.ive.
(Suriname Mirror/Colombia Reports/El Tiempo/Twitter/YouTube)
Het Colombiaanse leger is deze week in botsing gekomen met verschillende inheemse gemeenschappen en beweerde dat gedode en gewonde burgers guerrilla's of criminelen waren. In ten minste drie militaire operaties werden drie mannen gedood en één 16-jarig jong meisje raakte gewond door toedoen van het leger.
Een van de omgekomen mannen werd betrapt bij een overval en alle anderen waren guerrillastrijders, volgens het leger, die volhoudt dat het geen mensenrechtenschendingen heeft gepleegd.
#Colombia: govt offensive against #ELN allegedly resulted in civilian casualties, including at least one child, and mass displacement of indigenous communities in #Choco.https://t.co/prW2dhFH0Q— Adrianne Lapar (@AdrianneLapar) January 31, 2018
En #Chocó, @MAPPOEA acompaña acto de #reconciliación entre comunidad Embera Katío del 18 y Fuerza Pública del depto., tras la muerte del guardia indígena Eleazar Tequia. pic.twitter.com/Wnh9ELB4IS— MAPP-OEA (@MAPPOEA) January 31, 2018
Het Nationaal Leger voert in heel Colombia militaire operaties uit tegen het ELN (Ejército de Liberación Nacional) en heeft politieoffensieven tegen de paramilitaire groep AGC (Autodefensas Gaitanistas) bijgestaan.
Rouwende leden van het Embera-volk in Choco begroeven dinsdag een inheemse bewaker die door het leger werd beschuldigd van het beroven van voertuigen op de snelweg Medellin-Quibdo. De gemeenschap. die op het moment van de moord protesteerde, ontwapende de soldaten.
De nationale inheemse organisatie ONIC (Organización Nacional Indígena de Colombia) zei, dat de wapens zouden worden overgegeven aan VN-waarnemers van een doorlopend vredesproces.
Het leger trok zijn eerste verklaring van de gebeurtenissen woensdag 31 januari 2018 in en verontschuldigde zich bij de gemeenschap.
The @ONIC_Colombia (National Indigenous Organization of Colombia) denounces the bombing of a #Waunan indigenous community by the Armed Forces of #Colombia along the San Juan river in the region of #Chocó , in a context of fights with the #ELN #guerrilla. https://t.co/CzBJWJVx2I pic.twitter.com/kOI4CDDPLZ— MiraV fotoperiodismo (@FotoMiraV) January 30, 2018
ONU DDHH acompaña el momento en que el General Mauricio Moreno de la FTC Titán ofrece excusas públicas por la muerte del guardia Indígena Eleazar Tequia en el la comunidad del km 18 pic.twitter.com/sra7ILc32E— ONU Derechos Humanos (@ONUHumanRights) January 31, 2018
Dagen eerder werden twee leden van het Betoy-volk door soldaten gedood in een tweede geschil. De ONIC verwierp een militaire bewering, dat de mannen lid waren van de guerrillagroep ELN.
De inheemse organisatie vroeg ook vredeswaarnemers om de verwonding van een zestienjarig meisje te onderzoeken nadat een bomaanslag van het ELN een tweede inheemse gemeenschap in Choco trof.
Het wetteloze westen van Colombia zag een brute strijd tussen het ELN en de AGC na de demobilisatie van de FARC-guerrillagroep vorig jaar. Het geweld heeft de uitvoering van een vredesproces belemmerd, dat een einde wil maken aan een half-eeuw gewapend conflict met de FARC.
Verwaarlozing door de staat, een van de oorzaken van gewapende conflicten in Colombia, is vaak wijdverbreid in de afgelegen gebieden waar inheemse en zwarte gemeenschappen vaak wonen.ive.
(Suriname Mirror/Colombia Reports/El Tiempo/Twitter/YouTube)
81 Personen in Brazilië overleden aan gele koorts
Regering voert vaccinatiecampagne uit in staten Rio en Sao Paulo, topbestemmingen voor carnaval
Het Braziliaanse ministerie van Gezondheid zei dinsdag 30 januari 2018, dat de regionale uitbraak van gele koorts 81 mensen in het Latijns-Amerikaanse land heeft gedood. Volgens het ministerie zijn sinds juli 2017 in Brazilië in totaal 213 gele koortsgevallen bevestigd.
Van de 1.080 verdachte gevallen in totaal zijn 432 ontslagen en 435 onder bewaking gehouden.
Sinds de laatste update vorige week werd vrijgegeven, is het aantal bevestigde gevallen met 83 toegenomen, met 28 nieuwe geregistreerde sterfgevallen.
Het ministerie van Volksgezondheid zei dat er geen stedelijke gevallen zijn gemeld. Het land heeft gele koorts in de steden uitgeroeid in 1942.
De gele koortsuitbraak in grotere steden en in gebieden dichter bij de meest bevolkte steden van Brazilië, Rio de Janeiro en Sao Paulo, heeft ertoe geleid dat de regering een wijdverspreide vaccinatiecampagne in de staten Rio en Sao Paulo uit voeren, twee topbestemmingen voor de Carnaval-vakantie.
Het stadsbestuur van Rio heeft geadviseerd dat niet-gevaccineerde toeristen het bos en natuurwandelingen moeten vermijden om het risico van blootstelling aan de virusziekte, verspreid door de beet van geïnfecteerde muggen, te minimaliseren.
(Suriname Mirror/Xinhua/Twitter/YouTube)
Het Braziliaanse ministerie van Gezondheid zei dinsdag 30 januari 2018, dat de regionale uitbraak van gele koorts 81 mensen in het Latijns-Amerikaanse land heeft gedood. Volgens het ministerie zijn sinds juli 2017 in Brazilië in totaal 213 gele koortsgevallen bevestigd.
Van de 1.080 verdachte gevallen in totaal zijn 432 ontslagen en 435 onder bewaking gehouden.
Paraguai adota medidas para barrar brasileiros vindos de estados em áreas de risco para a febre amarela https://t.co/dOmSTvfEoc #G1 pic.twitter.com/QthuCFLU6Q— G1 (@g1) February 1, 2018
Sinds de laatste update vorige week werd vrijgegeven, is het aantal bevestigde gevallen met 83 toegenomen, met 28 nieuwe geregistreerde sterfgevallen.
Het ministerie van Volksgezondheid zei dat er geen stedelijke gevallen zijn gemeld. Het land heeft gele koorts in de steden uitgeroeid in 1942.
De gele koortsuitbraak in grotere steden en in gebieden dichter bij de meest bevolkte steden van Brazilië, Rio de Janeiro en Sao Paulo, heeft ertoe geleid dat de regering een wijdverspreide vaccinatiecampagne in de staten Rio en Sao Paulo uit voeren, twee topbestemmingen voor de Carnaval-vakantie.
Do @portaljovempan: Ciclo da febre amarela deve se manter no Estado de São Paulo, dizem autoridades https://t.co/lfQ2FgTN4s pic.twitter.com/VAlAExI6ls— UOL (@UOL) January 31, 2018
Het stadsbestuur van Rio heeft geadviseerd dat niet-gevaccineerde toeristen het bos en natuurwandelingen moeten vermijden om het risico van blootstelling aan de virusziekte, verspreid door de beet van geïnfecteerde muggen, te minimaliseren.
(Suriname Mirror/Xinhua/Twitter/YouTube)
Cuba gaat meer olie importeren uit Algeriije
Algerijnse olie is compensatie voor daling brandstoftransporten
vanuit Venezuela
Cuba kondigde dinsdag 30 januari 2018 de ondertekening aan van een overeenkomst met Algerije om de komende drie jaar meer olie te importeren, ter compensatie van de daling van de brandstoftransporten vanuit Venezuela, meldde het Duitse persbureau DPA.
De overeenkomst werd aangekondigd na een bijeenkomst van de bilaterale intergouvernementele commissie voor economische samenwerking, tussen de Algerijnse minister van Volksgezondheid, Bevolking en Ziekenhuis Hervorming, Mokhtar Hasbellaoui, en zijn Cubaanse ambtgenoot, Roberto Morales.
Cuba ruilt professionele diensten, met name artsen, voor olie en zijn derivaten. De bestaande overeenkomst werd verlengd, aldus een bericht op de staatstelevisie op het eiland. De nieuwe overeenkomst voor de levering aan het eiland bestrijkt de periode van 2019 tot 2021, zei Rodrigo Malmierca, minister van Buitenlandse Handel van Cuba, die aanwezig was op de bilaterale bijeenkomst.
'De overeenkomst is een van de belangrijkste contracten die de twee landen de afgelopen tijd hebben gesloten', zei het officiële persbureau Prensa Latina, hoewel het geen details van de voorwaarden van de nieuwe overeenkomst bevatte.
De contracten waren tussen het Algerijnse oliebedrijf Sonatrach en de Union Cupa-Petróleo (Cupet) van de staat. In 2017 exporteerde Algerije meer dan 2,1 miljoen vaten ruwe olie naar Cuba, zendingen die destijds als omslachtig werden gezien, maar nu wordt verwacht dat dit cijfer in 2018 zal worden geëvenaard.
Gezien de politieke en economische crisis die Venezuela doormaakt in het afgelopen jaar, heeft Cuba zijn olieleveranciers gediversifieerd door overeenkomsten te tekenen met Rusland en Algerije. Venezuela liet zijn leveringen naar Cuba zakken tot iets meer dan 50.000 vaten per dag, terwijl ze in de beste tijden meer dan 100.000 vaten per dag bereikten.
Tijdens zijn verblijf op Cuba heeft Mokhtar Hasbellaoui ontmoetingen gehad met de minister van Economie van Cuba, Ricardo Cabrisas, en met de minister van Buitenlandse Zaken, Bruno Rodríguez.
(Suriname Mirror/Havana Times/Twitter)
Cuba kondigde dinsdag 30 januari 2018 de ondertekening aan van een overeenkomst met Algerije om de komende drie jaar meer olie te importeren, ter compensatie van de daling van de brandstoftransporten vanuit Venezuela, meldde het Duitse persbureau DPA.
De overeenkomst werd aangekondigd na een bijeenkomst van de bilaterale intergouvernementele commissie voor economische samenwerking, tussen de Algerijnse minister van Volksgezondheid, Bevolking en Ziekenhuis Hervorming, Mokhtar Hasbellaoui, en zijn Cubaanse ambtgenoot, Roberto Morales.
Cuba ruilt professionele diensten, met name artsen, voor olie en zijn derivaten. De bestaande overeenkomst werd verlengd, aldus een bericht op de staatstelevisie op het eiland. De nieuwe overeenkomst voor de levering aan het eiland bestrijkt de periode van 2019 tot 2021, zei Rodrigo Malmierca, minister van Buitenlandse Handel van Cuba, die aanwezig was op de bilaterale bijeenkomst.
#Cuba suscribió un convenio intergubernamental con #Argelia para el suministro de combustibles durante los próximos 3 años, destacó hoy el ministro del Comercio Exterior y la #InversiónExtranjera (#Mincex) en esta nación caribeña, Rodrigo Malmierca. @CupetCuba pic.twitter.com/0obDvqMWeI— Fernando Ravsberg (@Ravsberg) January 31, 2018
'De overeenkomst is een van de belangrijkste contracten die de twee landen de afgelopen tijd hebben gesloten', zei het officiële persbureau Prensa Latina, hoewel het geen details van de voorwaarden van de nieuwe overeenkomst bevatte.
De contracten waren tussen het Algerijnse oliebedrijf Sonatrach en de Union Cupa-Petróleo (Cupet) van de staat. In 2017 exporteerde Algerije meer dan 2,1 miljoen vaten ruwe olie naar Cuba, zendingen die destijds als omslachtig werden gezien, maar nu wordt verwacht dat dit cijfer in 2018 zal worden geëvenaard.
Gezien de politieke en economische crisis die Venezuela doormaakt in het afgelopen jaar, heeft Cuba zijn olieleveranciers gediversifieerd door overeenkomsten te tekenen met Rusland en Algerije. Venezuela liet zijn leveringen naar Cuba zakken tot iets meer dan 50.000 vaten per dag, terwijl ze in de beste tijden meer dan 100.000 vaten per dag bereikten.
Tijdens zijn verblijf op Cuba heeft Mokhtar Hasbellaoui ontmoetingen gehad met de minister van Economie van Cuba, Ricardo Cabrisas, en met de minister van Buitenlandse Zaken, Bruno Rodríguez.
(Suriname Mirror/Havana Times/Twitter)
Aantal migranten in Brazilië in vijf jaar met een vijfde gestegen
'Brazilië is opnieuw een aantrekkelijke migratiebestemming geworden'
'Oorzaken zijn de oorlog in Angola, de aardbeving in Haïti, de crisis in Venezuela en de repressie in Congo'
In vijf jaar tijd is het aantal migranten in Brazilië met een vijfde gestegen. De nieuwe golf komt vooral uit Angola, Haïti, Venezuela en Congo. Brazilië is het grootste land van Latijns-Amerika, niet alleen in oppervlakte maar ook in bevolking – het telt 208 miljoen inwoners – maar het is niet langer het migrantenland dat het tot het midden van de vorige eeuw was en dat het zijn grote etnische en culturele verscheidenheid heeft bezorgd.
In 2015 telde Brazilië 713.568 buitenlandse inwoners, 0,3 procent van de totale bevolking. Dat valt in het niets bij Argentinië en Venezuela, waar migranten goed zijn voor respectievelijk 4,5 en 4,8 procent van de bevolking, zegt Marcelo Torelly van het Braziliaanse kantoor van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
Maar, toch is er iets aan het veranderen. Brazilië is opnieuw een aantrekkelijke migratiebestemming geworden, zegt de IOM. Van 2010 tot 2015 steeg het aantal migranten met 20 procent. Oorzaken zijn de oorlog in Angola, de aardbeving in Haïti, de crisis in Venezuela en de repressie in de Democratische Republiek Congo. 'De as van de immigratie is gewijzigd, nu zien we Zuid-Zuid-stromen, vanuit Haïti, Afrika en Azië, stromen die groter zijn dan die uit het Noorden', zegt Leonardo Cavalcanti van het Observatorium voor Internationale Migratie, een gezamenlijk initiatief van het ministerie van Werk en de Universiteit van Brazilië.
De aardbeving in Haïti, in januari 2010, deed de Braziliaanse immigratie weer opflakkeren. Bij de aardbeving vielen meer dan 220.000 doden en gingen 1,5 miljoen mensen op de vlucht. Tienduizenden Haïtianen probeerden een nieuw leven op te bouwen in Brazilië. Op de arbeidsmarkt vormen ze sinds 2013 de grootste groep buitenlanders.
Bob Montinard, een Haïtiaan van 42, woonde in Port-au-Prince toen de aardbeving zijn huis verwoestte. Hij besloot in 2010 naar Rio de Janeiro te migreren, samen met zijn vrouw en twee kinderen. Vorig jaar richtte hij Mawon op, een organisatie die Haïtiaanse migranten ondersteunt. Mawon is Haïtiaans Creools voor bruin, een term die ook werd gebruikt voor zwarte slaven die op de vlucht gingen. 'Mawon is blank noch zwart, het is creools, vroeger betekende het vluchten, nu migratie, diversiteit, een mix, tegen het racisme', zegt Montinard. Mawon helpt Haïtianen aan de slag in de cultuursector. 'Elke migrant brengt zijn cultuur, zijn gerechten, zijn muziek mee. Hij kan die delen en verkopen in het land van bestemming. Iedereen wint daarbij: de migranten hebben een inkomen, de anderen verrijken hun kennis.'
De jongste jaren neemt ook het aantal migranten uit Afrika, Syrië en Venezuela toe. Allemaal zijn ze op de vlucht voor armoede en geweld. Vooral uit Angola komen veel migranten; net zoals in Brazilië spreekt men er Portugees.
Wat Brazilië nu ineens zo aantrekkelijk maakt? Sinds de internationale financiële en economische crisis van 2008 zijn de VS en Europa minder populair geworden bij migranten, de Braziliaanse economie bleef in die periode wel groeien, zegt Cavalcanti. In 2015 belandde Brazilië in een recessie, de werkloosheid nam weer toe. Het totale aantal immigranten nam wel af, maar de migratie uit Afrika hield aan, en de zware politieke en economische crisis in Venezuela blijft veel Venezolanen de grens over jagen.
'We besloten te vertrekken omdat er geen eten meer was', zegt een zwangere Venezolaanse vrouw die met haar man en twee kleine kinderen naar de Braziliaanse deelstaat Roraima is gevlucht (omdat ze nog familie heeft in Venezuela, wil ze anoniem blijven). 'Er waren geen vitaminen meer, ik vreesde dat mijn baby ondervoed zou raken, de kinderen aten alleen nog yuca (maniok) en sardines. Door de inflatie ging onze zaak failliet. Bovendien werden we bedreigd omdat we niet achter de regering stonden.' In Brazilië ziet ze geen crisis. 'De situatie is niet te vergelijken met wat we in Venezuela meemaakten.' Ze is lovend over de hulp die ze kreeg bij de bevalling van haar dochter, over de mogelijkheid om voldoende eten te kopen, en om 'te leven zonder angst'. Eerst kreeg ze enkele maanden financiële steun van hulporganisatie Caritas. Nu heeft haar man werk in een hotel en hoopt ze eindelijk "stabiliteit te vinden en onze kinderen een waardig leven te geven".
De Internationale Organisatie voor Migratie opende zijn kantoor in hoofdstad Brasilia pas in 2016. Vorig jaar al opende het een tweede Braziliaanse kantoor, in Boa Vista, hoofdstad van Roraima, een gevolg van massale stroom Venezolanen die daar het land binnenkomt. De IOM helpt de Braziliaanse overheid 'deze stroom te beheren', zegt Torelly.
Van de 33.865 asielaanvragen die Brazilië vorig jaar ontving, was de helft van Venezolanen. Asiel om politieke of humanitaire redenen biedt mogelijkheden om legaal in Brazilië te verblijven. De jongste jaren kwam bijna een derde van de buitenlanders op die manier het land binnen. Maar weinig aanvragen worden goedgekeurd.
Het Nationaal Vluchtelingencomité, de interministeriële instantie die deze aanvragen behandelt, keurde tot nog toe negenduizend aanvragen goed, meer dan 55.000 aanvragen zijn nog in behandeling, zegt Aryadne Bittencourt, van de organisatie Caritas. Een nieuwe wet, die in 2017 is goedgekeurd, moet immigratie en asiel vergemakkelijken, maar bij de uitvoering blijven obstakels opduiken, en de bureaucratie maakt het ook niet eenvoudiger, zegt ze.
(Suriname Mirror/IPS)
'Oorzaken zijn de oorlog in Angola, de aardbeving in Haïti, de crisis in Venezuela en de repressie in Congo'
In vijf jaar tijd is het aantal migranten in Brazilië met een vijfde gestegen. De nieuwe golf komt vooral uit Angola, Haïti, Venezuela en Congo. Brazilië is het grootste land van Latijns-Amerika, niet alleen in oppervlakte maar ook in bevolking – het telt 208 miljoen inwoners – maar het is niet langer het migrantenland dat het tot het midden van de vorige eeuw was en dat het zijn grote etnische en culturele verscheidenheid heeft bezorgd.
In 2015 telde Brazilië 713.568 buitenlandse inwoners, 0,3 procent van de totale bevolking. Dat valt in het niets bij Argentinië en Venezuela, waar migranten goed zijn voor respectievelijk 4,5 en 4,8 procent van de bevolking, zegt Marcelo Torelly van het Braziliaanse kantoor van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
Maar, toch is er iets aan het veranderen. Brazilië is opnieuw een aantrekkelijke migratiebestemming geworden, zegt de IOM. Van 2010 tot 2015 steeg het aantal migranten met 20 procent. Oorzaken zijn de oorlog in Angola, de aardbeving in Haïti, de crisis in Venezuela en de repressie in de Democratische Republiek Congo. 'De as van de immigratie is gewijzigd, nu zien we Zuid-Zuid-stromen, vanuit Haïti, Afrika en Azië, stromen die groter zijn dan die uit het Noorden', zegt Leonardo Cavalcanti van het Observatorium voor Internationale Migratie, een gezamenlijk initiatief van het ministerie van Werk en de Universiteit van Brazilië.
Migranten aan de grens tussen Brazilië en Venezuela. (Bron foto: Manaure Quintero) |
Bob Montinard, een Haïtiaan van 42, woonde in Port-au-Prince toen de aardbeving zijn huis verwoestte. Hij besloot in 2010 naar Rio de Janeiro te migreren, samen met zijn vrouw en twee kinderen. Vorig jaar richtte hij Mawon op, een organisatie die Haïtiaanse migranten ondersteunt. Mawon is Haïtiaans Creools voor bruin, een term die ook werd gebruikt voor zwarte slaven die op de vlucht gingen. 'Mawon is blank noch zwart, het is creools, vroeger betekende het vluchten, nu migratie, diversiteit, een mix, tegen het racisme', zegt Montinard. Mawon helpt Haïtianen aan de slag in de cultuursector. 'Elke migrant brengt zijn cultuur, zijn gerechten, zijn muziek mee. Hij kan die delen en verkopen in het land van bestemming. Iedereen wint daarbij: de migranten hebben een inkomen, de anderen verrijken hun kennis.'
De jongste jaren neemt ook het aantal migranten uit Afrika, Syrië en Venezuela toe. Allemaal zijn ze op de vlucht voor armoede en geweld. Vooral uit Angola komen veel migranten; net zoals in Brazilië spreekt men er Portugees.
Wat Brazilië nu ineens zo aantrekkelijk maakt? Sinds de internationale financiële en economische crisis van 2008 zijn de VS en Europa minder populair geworden bij migranten, de Braziliaanse economie bleef in die periode wel groeien, zegt Cavalcanti. In 2015 belandde Brazilië in een recessie, de werkloosheid nam weer toe. Het totale aantal immigranten nam wel af, maar de migratie uit Afrika hield aan, en de zware politieke en economische crisis in Venezuela blijft veel Venezolanen de grens over jagen.
'We besloten te vertrekken omdat er geen eten meer was', zegt een zwangere Venezolaanse vrouw die met haar man en twee kleine kinderen naar de Braziliaanse deelstaat Roraima is gevlucht (omdat ze nog familie heeft in Venezuela, wil ze anoniem blijven). 'Er waren geen vitaminen meer, ik vreesde dat mijn baby ondervoed zou raken, de kinderen aten alleen nog yuca (maniok) en sardines. Door de inflatie ging onze zaak failliet. Bovendien werden we bedreigd omdat we niet achter de regering stonden.' In Brazilië ziet ze geen crisis. 'De situatie is niet te vergelijken met wat we in Venezuela meemaakten.' Ze is lovend over de hulp die ze kreeg bij de bevalling van haar dochter, over de mogelijkheid om voldoende eten te kopen, en om 'te leven zonder angst'. Eerst kreeg ze enkele maanden financiële steun van hulporganisatie Caritas. Nu heeft haar man werk in een hotel en hoopt ze eindelijk "stabiliteit te vinden en onze kinderen een waardig leven te geven".
De Internationale Organisatie voor Migratie opende zijn kantoor in hoofdstad Brasilia pas in 2016. Vorig jaar al opende het een tweede Braziliaanse kantoor, in Boa Vista, hoofdstad van Roraima, een gevolg van massale stroom Venezolanen die daar het land binnenkomt. De IOM helpt de Braziliaanse overheid 'deze stroom te beheren', zegt Torelly.
Van de 33.865 asielaanvragen die Brazilië vorig jaar ontving, was de helft van Venezolanen. Asiel om politieke of humanitaire redenen biedt mogelijkheden om legaal in Brazilië te verblijven. De jongste jaren kwam bijna een derde van de buitenlanders op die manier het land binnen. Maar weinig aanvragen worden goedgekeurd.
Het Nationaal Vluchtelingencomité, de interministeriële instantie die deze aanvragen behandelt, keurde tot nog toe negenduizend aanvragen goed, meer dan 55.000 aanvragen zijn nog in behandeling, zegt Aryadne Bittencourt, van de organisatie Caritas. Een nieuwe wet, die in 2017 is goedgekeurd, moet immigratie en asiel vergemakkelijken, maar bij de uitvoering blijven obstakels opduiken, en de bureaucratie maakt het ook niet eenvoudiger, zegt ze.
(Suriname Mirror/IPS)
Beeldend kunstenaar Erwin de Vries (88) overleden
De Vries overleden na kort ziekbed
De bekende beeldend kunstenaar Erwin de Vries is vannacht na een kort ziekbed op 88-jarige leeftijd overleden. Dit bevestigt Jetty Bholasingh-Helstone, onderdirectrice Cultuur, vanochtend, donderdag 1 februari 2018, in de Ware Tijd.
'Het is een zware klap voor ons. We zijn in samenwerking met hem bezig geweest zijn borstbeeld te plaatsen bij 't Vat. En ook is het de bedoeling dat de Kleine Dwarsstraat naar hem vernoemd wordt. Erwin was hiervan op de hoogte.'
In de nacht van zondag 28 op maandag 29 januari werd De Vries onwel en meldde zich bij de Spoed Eisende Hulp van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Hij moest worden geopereerd wegens ernstige inwendige bloedingen.
Na een succesvol verlopen operatie werd De Vries op de Intensive Care behandeld. Maar, de intensiteit van de operatie en de status van zijn conditie eisten hun tol en hij overleed gisteravond.
De Vries vervaardigde niet alleen de beelden van Jagernath Lachmon op het Onafhankelijkheidsplein, maar ook die van Henck Arron tegenover het Kabinet van de President en Fred Derby op het kruispunt van de Dr. Sophie Redmondstraat en de Fred Derbystraat.
In Nederland staan van hem onder meer borstbeelden van Simon Carmiggelt, Joop den Uyl, Clarence Seedorf en het beeld van Toon Hermans dat in Carré staat. Het leverde hem de bijnaam "de Caribische Rembrandt" op.
Erwin de Vries werd op 4 september 2009 door cultuurwethouder Gehrels benoemd tot ereburger van Amsterdam. Met zijn schilderijen exposeerde De Vries solo in het Stedelijk Museum (Amsterdam), op Jamaica en in veel andere landen.
De Vries zei op zijn 85e verjaardag, aldus Starnieuws, dat hij een van zijn wensen was om een eigen museum te hebben. Dat is de ultieme waardering en erkenning die Suriname hem kan geven.
'Wie mijn topwerken, zoals de vele monumenten wil zien, moet maar naar het buitenland. In de grote parken of internationale musea. Men beseft in Suriname niet wat ik waard ben en met welke grote kunstenaars in de wereld ik heb geëxposeerd. Straks ben ik dood, wat gebeurd er dan met mijn werk? Aan wie moet ik ze schenken, om waar te komen staan?', stelde De Vries.
De Vries (1929) zat in 2009 zestig jaar in het vak.
De bekende beeldend kunstenaar Erwin de Vries is vannacht na een kort ziekbed op 88-jarige leeftijd overleden. Dit bevestigt Jetty Bholasingh-Helstone, onderdirectrice Cultuur, vanochtend, donderdag 1 februari 2018, in de Ware Tijd.
'Het is een zware klap voor ons. We zijn in samenwerking met hem bezig geweest zijn borstbeeld te plaatsen bij 't Vat. En ook is het de bedoeling dat de Kleine Dwarsstraat naar hem vernoemd wordt. Erwin was hiervan op de hoogte.'
In de nacht van zondag 28 op maandag 29 januari werd De Vries onwel en meldde zich bij de Spoed Eisende Hulp van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Hij moest worden geopereerd wegens ernstige inwendige bloedingen.
Na een succesvol verlopen operatie werd De Vries op de Intensive Care behandeld. Maar, de intensiteit van de operatie en de status van zijn conditie eisten hun tol en hij overleed gisteravond.
De Vries vervaardigde niet alleen de beelden van Jagernath Lachmon op het Onafhankelijkheidsplein, maar ook die van Henck Arron tegenover het Kabinet van de President en Fred Derby op het kruispunt van de Dr. Sophie Redmondstraat en de Fred Derbystraat.
In Nederland staan van hem onder meer borstbeelden van Simon Carmiggelt, Joop den Uyl, Clarence Seedorf en het beeld van Toon Hermans dat in Carré staat. Het leverde hem de bijnaam "de Caribische Rembrandt" op.
Erwin de Vries werd op 4 september 2009 door cultuurwethouder Gehrels benoemd tot ereburger van Amsterdam. Met zijn schilderijen exposeerde De Vries solo in het Stedelijk Museum (Amsterdam), op Jamaica en in veel andere landen.
De Vries zei op zijn 85e verjaardag, aldus Starnieuws, dat hij een van zijn wensen was om een eigen museum te hebben. Dat is de ultieme waardering en erkenning die Suriname hem kan geven.
'Wie mijn topwerken, zoals de vele monumenten wil zien, moet maar naar het buitenland. In de grote parken of internationale musea. Men beseft in Suriname niet wat ik waard ben en met welke grote kunstenaars in de wereld ik heb geëxposeerd. Straks ben ik dood, wat gebeurd er dan met mijn werk? Aan wie moet ik ze schenken, om waar te komen staan?', stelde De Vries.
De Vries (1929) zat in 2009 zestig jaar in het vak.
Grensconflict tussen Guyana en Venezuela naar het Internationaal Gerechtshof
VN-secretaris-generaal wil niet langer vingers branden aan hete aardappel
Venezuela verwerpt gang naar Internationaal Gerechtshof
Het grensconflict tussen Guyana en Venezuela zal beslecht worden door het Internationaal Gerechtshof. Bemiddeling van toenmalig VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon en zijn opvolger António Guterres leidde niet tot het gewenste resultaat, waardoor de VN-leider het conflict op het bord plaatst van het Gerechtshof. Dit gebeurt tot vreugde van Guyana dat meent een goede kans te maken de zaak in zijn voordeel te beslechten, zo schrijft de Ware Tijd vandaag, donderdag 1 februari 2018.
Venezuela verwerpt de gang naar het Internationaal Gerechtshof, aldus Demerara Waves gisteren:
President David Granger informeerde in een televisietoespraak zijn landgenoten:
Guyana en Venezuela hebben een langlopend geschil, waarbij Venezuela zo'n derde van het land claimt en ook een deel van het maritieme gebied.
De olievondst van Exxon Mobile in mei 2015 deed het geschil weer oplaaien, waarbij Venezuela haar claim onderstreepte.
Ter voorkoming van escalatie besloot Ban Ki Moon te bemiddelen.
Het is de tweede keer dat Guyana gaat voor definitieve vaststelling van haar grenzen. De eerste keer was door het geschil met Suriname in 2000 over de oostgrens. De directe aanleiding betrof ook olie. Partijen belandden voor het Maritieme Gerechtshof van de VN. Zeven jaar later kreeg geen van beide landen waar ze meenden recht op te hebben, maar de Guyanezen lachten het laatst, aangezien het gebied waar CGX in bezig was, aan hen werd toegewezen. Achteraf werd bekend dat de proceskosten van het buurland door de Canadese maatschappij werden gedragen. Naar nu blijkt, zal ook deze keer Guyana niet opdraaien voor de kosten.
Exxon Mobile, die belang heeft bij deze kwestie, heeft achttien miljoen Amerikaanse dollar aan Guyana overgemaakt om de juridische kosten te dekken. De maatschappij werd in de eerste instantie ook rechtstreeks belaagd door Venezuela als zou het illegaal in Venezolaanse wateren bezig zijn. Dat was één van de escalerende factoren, nadat Venezuela eerder besloot geen rijst meer van Guyana af te nemen onder de PetroCaribe-overeenkomst.
Ook intimideerde Venezuela door militaire troepen naar de grens met Guyana te sturen. Het zou gaan om 'reguliere oefeningen', maar de maat was gelijk vol voor de toen pas aangetreden regering-Granger in Guyana. Hij vroeg Ban Ki Moon om bemiddeling, die nu vruchteloos is gebleken.
Venezuela verwerpt gang naar Internationaal Gerechtshof
Het grensconflict tussen Guyana en Venezuela zal beslecht worden door het Internationaal Gerechtshof. Bemiddeling van toenmalig VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon en zijn opvolger António Guterres leidde niet tot het gewenste resultaat, waardoor de VN-leider het conflict op het bord plaatst van het Gerechtshof. Dit gebeurt tot vreugde van Guyana dat meent een goede kans te maken de zaak in zijn voordeel te beslechten, zo schrijft de Ware Tijd vandaag, donderdag 1 februari 2018.
Venezuela verwerpt de gang naar het Internationaal Gerechtshof, aldus Demerara Waves gisteren:
#Venezuela ratifica plena vigencia del Acuerdo de #Ginebra ante comunicado de la #ONU sobre Guayana Esequiba https://t.co/kapqWUPgeC #CorreoOrinocoMultipolaridad pic.twitter.com/F8FZTZijNI— Correo del Orinoco (@correoorinoco) January 31, 2018
President David Granger informeerde in een televisietoespraak zijn landgenoten:
Guyana en Venezuela hebben een langlopend geschil, waarbij Venezuela zo'n derde van het land claimt en ook een deel van het maritieme gebied.
De olievondst van Exxon Mobile in mei 2015 deed het geschil weer oplaaien, waarbij Venezuela haar claim onderstreepte.
Ter voorkoming van escalatie besloot Ban Ki Moon te bemiddelen.
Het is de tweede keer dat Guyana gaat voor definitieve vaststelling van haar grenzen. De eerste keer was door het geschil met Suriname in 2000 over de oostgrens. De directe aanleiding betrof ook olie. Partijen belandden voor het Maritieme Gerechtshof van de VN. Zeven jaar later kreeg geen van beide landen waar ze meenden recht op te hebben, maar de Guyanezen lachten het laatst, aangezien het gebied waar CGX in bezig was, aan hen werd toegewezen. Achteraf werd bekend dat de proceskosten van het buurland door de Canadese maatschappij werden gedragen. Naar nu blijkt, zal ook deze keer Guyana niet opdraaien voor de kosten.
Exxon Mobile, die belang heeft bij deze kwestie, heeft achttien miljoen Amerikaanse dollar aan Guyana overgemaakt om de juridische kosten te dekken. De maatschappij werd in de eerste instantie ook rechtstreeks belaagd door Venezuela als zou het illegaal in Venezolaanse wateren bezig zijn. Dat was één van de escalerende factoren, nadat Venezuela eerder besloot geen rijst meer van Guyana af te nemen onder de PetroCaribe-overeenkomst.
Ook intimideerde Venezuela door militaire troepen naar de grens met Guyana te sturen. Het zou gaan om 'reguliere oefeningen', maar de maat was gelijk vol voor de toen pas aangetreden regering-Granger in Guyana. Hij vroeg Ban Ki Moon om bemiddeling, die nu vruchteloos is gebleken.
NPS Johan Adolf Pengel Instituut: 'Deze regering geeft niets om gezondheid bevolking'
'Ministerie van Volksgezondheid heeft niet de kennis en capaciteit om op professionele wijze de juiste interventies te plegen'
'Lokale deskundigheid is moedwillig overgeslagen en weggewerkt'
Het Johan Adolf Pengel Instituut (Japin) van de NPS is maandag 29 januari 2018 bijeen geweest om zich te buigen over de precaire situatie in de gezondheidszorg. Het instituut bericht, dat zij het volgende moet constateren:
'De regeringen geleid of geregisseerd door de huidige president spelen het steeds weer klaar om Suriname in een financiële crisis te doen belanden, waarbij onze munteenheid keer op keer sterk in waarde vermindert. Dit heeft ernstige gevolgen voor alle sectoren, maar in het bijzonder op de gezondheidszorg, omdat er gespeeld wordt met het leven van onze burgers; de dood is onomkeerbaar. In de gezondheidszorg worden de meeste componenten geïmporteerd (waaronder geneesmiddelen, apparatuur, instrumentarium, medische verbruiksartikelen) en door de steeds stijgende koersen voor de Amerikaanse dollar en de euro zijn deze artikelen sterk in prijs toegenomen. Vanwege de chronische tekorten cq het ontbreken van medische verbruiksartikelen, kunnen operaties geen voortgang vinden met alle gevolgen van dien voor de patiënt en diens familie.
Het door het ministerie van Volksgezondheid gevoerde beleid staat in schril contrast met de beleidsuitgangspunten, zoals vervat in zowel het Meerjaren Ontwikkelingsplan 2016-2021 als in de ingediende begrotingen van de afgelopen jaren. Wij merken geen consistentie in het stellen en bijstellen van prioriteiten afgestemd op de huidige precaire situatie. In tegendeel wordt er nu plotseling hoge prioriteit gegeven aan automatisering van de gezondheidszorg. Dit, terwijl de regering haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de basiszorgverzekerden en de daarbij betrokken actoren niet nakomt!
De bezuinigingen van de Stichting Staatsziekenfonds (SZF) moeten door de verzekerden en dienstverleners worden gedragen, aangezien het SZF regelmatig het voorzieningenpakket van de basiszorgverzekering vermindert (zowel medische diensten als geneesmiddelen) die eerder zijn afgesproken en waarvoor er al premie betaald is door de verzekerden. Verder is er een grote achterstand in de betaling aan artsen en specialisten, waardoor de Vereniging van Medici in Suriname (VMS) genoodzaakt is, zoals in andere sectoren, voorbereidingen te treffen om tot actie over te gaan en zo van de overheid hun betalingen af te dwingen.
Ondanks herhaalde waarschuwingen van met name de DNA-leden van de NPS, is ervoor gekozen de wet basiszorgverzekering overhaast in te voeren. Deze wet vertoont ernstige tekortkomingen, waardoor het niet betaalbaar en dus ook niet duurzaam is. Door de huidige slechte financiële situatie waarin de huidige president met zijn respectieve regeringen, ons land gestort heeft door het voeren van onder andere een structureel slecht beleid, gebrek aan inzicht, het ontbreken van transparantie en welig tierende corruptie, komt dit nadrukkelijk tot uiting.
Vragen
Aangezien DNA-leden uit de oppositie door de onbegrijpelijke houding van DNA-voorzitter niet in een spoedvergadering bijeen konden komen, zijn wij genoodzaakt hier de volgende vragen de stellen aan de regering:
• Wie verricht(en) het onderzoek naar de oorzaak van het doodgaan van baby’s in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP)?
• Is er in de overige ziekenhuizen ook sprake van babysterfte en in welke mate?
• Is er een overzicht van geboorten en sterften van de afgelopen vijf jaren van de diverse ziekenhuizen beschikbaar?
• Is de medische inspectie vanuit het ministerie van Volksgezondheid nog actief?
• Wat is nu het voorzieningenpakket voor de basiszorgverzekering?
• Hoe is de financiering, met name de concrete premie inkomsten van alle categorieën, geregeld?
• Welke maatregelen zal de regering treffen om de aanhoudende inefficiëntie in de gezondheidszorg door gebrek aan monitoring van betalingen op juistheid, rechtmatigheid en doelmatigheid, zowel van de dienstverleners en van het SZF, tot het verleden te doen behoren?
• Wat heeft de mislukking van de spoedeisende hulp van het Sint Vincentius Ziekenhuis de samenleving gekost?
• Wat is de status van het geplande ziekenhuis in het district Wanica?
• Heeft de overheid voor het bovenstaande een consultant vanuit Nederland naar Suriname gehaald, die voor twee (2) weken werken euro 1.500.000 heeft verdiend?
• Wordt de start van de bouw van het nieuwe Academisch Ziekenhuis gestagneerd vanwege gemaakte procedurele fouten, die hebben geresulteerd in diverse rechtszaken die aanhangig zijn gemaakt tegen het ministerie van Volksgezondheid?
• Wanneer vindt de opening van het Ziekenhuis te Albina plaats?
Conclusie
Concluderend kunnen wij stellen dat:
- Het ministerie van Volksgezondheid de kennis en capaciteit niet in huis heeft om op professionele wijze de juiste interventies te plegen om de deplorabele situatie, waarbinnen de gezondheidssector zich bevindt, aan te pakken.
- Het ministerie van Volksgezondheid de afgelopen jaren dure buitenlandse consultants heeft aangetrokken die niet tot ondermaats hebben gepresteerd.
- Lokale deskundigheid moedwillig is overgeslagen en weggewerkt.
Dit heeft er intussen toe geleid dat het topkader het ministerie van Volksgezondheid cq Suriname uit noodzaak moest verlaten en die hebben nu allemaal top jobs in het buitenland.
Het huidige beleid in de gezondheidszorg bewijst dat deze regering niets geeft om de gezondheid van de bevolking en zoals ook op andere gebieden haar afspraken niet nakomt en ter zake deskundigen weigert te raadplagen en of in te zetten.
Om de kritiek op de regering te beperken wordt de spreekruimte van volksvertegenwoordigers in De Nationale Assemblee ernstig beperkt en op gestelde vragen wordt door de regering gewoon geen antwoord gegeven.
De situatie in de gezondheidszorg is bijzonder zorgwekkend en preventie is op dit moment de beste remedie. Immers, voorkomen is beter dan niet genezen! Maar niemand staat in de rij om ziek te worden! Als deze misstanden ook het resultaat zijn van het sociaal contract dat de president met het volk getekend heeft, roept de Nationale Partij Suriname het volk massaal op te weigeren om ook nog deze bittere pil in te slikken!'
'Lokale deskundigheid is moedwillig overgeslagen en weggewerkt'
Het Johan Adolf Pengel Instituut (Japin) van de NPS is maandag 29 januari 2018 bijeen geweest om zich te buigen over de precaire situatie in de gezondheidszorg. Het instituut bericht, dat zij het volgende moet constateren:
'De regeringen geleid of geregisseerd door de huidige president spelen het steeds weer klaar om Suriname in een financiële crisis te doen belanden, waarbij onze munteenheid keer op keer sterk in waarde vermindert. Dit heeft ernstige gevolgen voor alle sectoren, maar in het bijzonder op de gezondheidszorg, omdat er gespeeld wordt met het leven van onze burgers; de dood is onomkeerbaar. In de gezondheidszorg worden de meeste componenten geïmporteerd (waaronder geneesmiddelen, apparatuur, instrumentarium, medische verbruiksartikelen) en door de steeds stijgende koersen voor de Amerikaanse dollar en de euro zijn deze artikelen sterk in prijs toegenomen. Vanwege de chronische tekorten cq het ontbreken van medische verbruiksartikelen, kunnen operaties geen voortgang vinden met alle gevolgen van dien voor de patiënt en diens familie.
Het door het ministerie van Volksgezondheid gevoerde beleid staat in schril contrast met de beleidsuitgangspunten, zoals vervat in zowel het Meerjaren Ontwikkelingsplan 2016-2021 als in de ingediende begrotingen van de afgelopen jaren. Wij merken geen consistentie in het stellen en bijstellen van prioriteiten afgestemd op de huidige precaire situatie. In tegendeel wordt er nu plotseling hoge prioriteit gegeven aan automatisering van de gezondheidszorg. Dit, terwijl de regering haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de basiszorgverzekerden en de daarbij betrokken actoren niet nakomt!
De bezuinigingen van de Stichting Staatsziekenfonds (SZF) moeten door de verzekerden en dienstverleners worden gedragen, aangezien het SZF regelmatig het voorzieningenpakket van de basiszorgverzekering vermindert (zowel medische diensten als geneesmiddelen) die eerder zijn afgesproken en waarvoor er al premie betaald is door de verzekerden. Verder is er een grote achterstand in de betaling aan artsen en specialisten, waardoor de Vereniging van Medici in Suriname (VMS) genoodzaakt is, zoals in andere sectoren, voorbereidingen te treffen om tot actie over te gaan en zo van de overheid hun betalingen af te dwingen.
Ondanks herhaalde waarschuwingen van met name de DNA-leden van de NPS, is ervoor gekozen de wet basiszorgverzekering overhaast in te voeren. Deze wet vertoont ernstige tekortkomingen, waardoor het niet betaalbaar en dus ook niet duurzaam is. Door de huidige slechte financiële situatie waarin de huidige president met zijn respectieve regeringen, ons land gestort heeft door het voeren van onder andere een structureel slecht beleid, gebrek aan inzicht, het ontbreken van transparantie en welig tierende corruptie, komt dit nadrukkelijk tot uiting.
Vragen
Aangezien DNA-leden uit de oppositie door de onbegrijpelijke houding van DNA-voorzitter niet in een spoedvergadering bijeen konden komen, zijn wij genoodzaakt hier de volgende vragen de stellen aan de regering:
• Wie verricht(en) het onderzoek naar de oorzaak van het doodgaan van baby’s in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP)?
• Is er in de overige ziekenhuizen ook sprake van babysterfte en in welke mate?
• Is er een overzicht van geboorten en sterften van de afgelopen vijf jaren van de diverse ziekenhuizen beschikbaar?
• Is de medische inspectie vanuit het ministerie van Volksgezondheid nog actief?
• Wat is nu het voorzieningenpakket voor de basiszorgverzekering?
• Hoe is de financiering, met name de concrete premie inkomsten van alle categorieën, geregeld?
• Welke maatregelen zal de regering treffen om de aanhoudende inefficiëntie in de gezondheidszorg door gebrek aan monitoring van betalingen op juistheid, rechtmatigheid en doelmatigheid, zowel van de dienstverleners en van het SZF, tot het verleden te doen behoren?
• Wat heeft de mislukking van de spoedeisende hulp van het Sint Vincentius Ziekenhuis de samenleving gekost?
• Wat is de status van het geplande ziekenhuis in het district Wanica?
• Heeft de overheid voor het bovenstaande een consultant vanuit Nederland naar Suriname gehaald, die voor twee (2) weken werken euro 1.500.000 heeft verdiend?
• Wordt de start van de bouw van het nieuwe Academisch Ziekenhuis gestagneerd vanwege gemaakte procedurele fouten, die hebben geresulteerd in diverse rechtszaken die aanhangig zijn gemaakt tegen het ministerie van Volksgezondheid?
• Wanneer vindt de opening van het Ziekenhuis te Albina plaats?
Conclusie
Concluderend kunnen wij stellen dat:
- Het ministerie van Volksgezondheid de kennis en capaciteit niet in huis heeft om op professionele wijze de juiste interventies te plegen om de deplorabele situatie, waarbinnen de gezondheidssector zich bevindt, aan te pakken.
- Het ministerie van Volksgezondheid de afgelopen jaren dure buitenlandse consultants heeft aangetrokken die niet tot ondermaats hebben gepresteerd.
- Lokale deskundigheid moedwillig is overgeslagen en weggewerkt.
Dit heeft er intussen toe geleid dat het topkader het ministerie van Volksgezondheid cq Suriname uit noodzaak moest verlaten en die hebben nu allemaal top jobs in het buitenland.
Het huidige beleid in de gezondheidszorg bewijst dat deze regering niets geeft om de gezondheid van de bevolking en zoals ook op andere gebieden haar afspraken niet nakomt en ter zake deskundigen weigert te raadplagen en of in te zetten.
Om de kritiek op de regering te beperken wordt de spreekruimte van volksvertegenwoordigers in De Nationale Assemblee ernstig beperkt en op gestelde vragen wordt door de regering gewoon geen antwoord gegeven.
De situatie in de gezondheidszorg is bijzonder zorgwekkend en preventie is op dit moment de beste remedie. Immers, voorkomen is beter dan niet genezen! Maar niemand staat in de rij om ziek te worden! Als deze misstanden ook het resultaat zijn van het sociaal contract dat de president met het volk getekend heeft, roept de Nationale Partij Suriname het volk massaal op te weigeren om ook nog deze bittere pil in te slikken!'
Cft: 'Minister komt Cft grotendeels tegemoet, meeste bezwaren zijn verholpen'
'Duurzame maatregelen noodzakelijk om het begrotingsevenwicht te herstellen'
Curaçao verwacht over het jaar 2017 een tekort van 116 miljoen gulden - 'Voor het eerst sinds 2012 laat Curaçao een tekort zien op de begroting'
Tijdens het bezoek aan Curaçao heeft het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) wederom benadrukt, dat duurzame maatregelen noodzakelijk zijn om het begrotingsevenwicht te herstellen. Curaçao verwacht over het jaar 2017 een tekort van 116 miljoen Antilliaanse gulden. Het Cft heeft erop aangedrongen om dit tekort zo snel mogelijk te compenseren en de structurele oorzaken aan te pakken, zo bericht het Cft in een woensdag 31 januari uitgebracht persbericht.
Naast de achterblijvende belastinginkomsten en een overschrijding van de uitgaven zijn er ook diverse andere risico’s die het resultaat 2017 en de begroting 2018 negatief kunnen beïnvloeden. Curaçao heeft een pakket aan maatregelen voorbereid om deze uitdagingen het hoofd te bieden.
Het Cft heeft afspraken gemaakt met de minister van Financiën over de monitoring van het effect en de implementatie van deze maatregelen. Ook is een risicoanalyse toegezegd
Rft-norm voor een sluitende begroting niet gehaald
Voor het eerst sinds 2012 laat Curaçao een tekort zien op de begroting en voldoet daarmee niet aan de normen uit de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Het voorlopig tekort 2017 bedraagt volgens de laatste prognose 116 miljoen gulden en dient zo snel mogelijk gecompenseerd te worden. Dit tekort wordt voor een deel veroorzaakt door achterblijvende inkomsten, die ook een doorwerking kennen naar latere jaren. Daarnaast zijn er diverse tegenvallers aan de lastenkant.
Begrotingsevenwicht is de basis voor gezonde overheidsfinanciën. Dit draagt bij aan creëren van een gunstig investeringsklimaat en vormt daarmee een randvoorwaarde voor het stimuleren van de economische groei. De regering heeft daarom in december 2017 een pakket aan maatregelen voorbereid.
Afgelopen maandag is een bijgesteld pakket voorgelegd aan het Cft. Hierin is grotendeels tegemoet gekomen aan de bezwaren die het Cft had bij het eerdere voorstel van de minister. Zo wordt het tekort uit 2017 voor ruim een derde deel in 2018 gecompenseerd. Ook zijn conform verzoek van het Cft een tweetal maatregelen vervangen door alternatieven. Een deel van de maatregelen is echter nog niet afdoende onderbouwd.
Daarom kan nu nog niet worden geconstateerd dat zowel de begroting 2018 voldoet aan de normen en dat het tekort van 2017 volledig zal kunnen worden ingelopen.
Curaçao heeft aangegeven deze maatregelen verder te onderbouwen en indien dit toereikend is hoeft een aanwijzing niet nodig te zijn.
Tot slot heeft het Cft kennis genomen van de maatregel tot het instellen van voorafgaand toezicht, waarmee de interne beheersing verder wordt aangescherpt.
Risico’s voor de begroting dienen geadresseerd te worden
Diverse risico’s kunnen de uitvoering en de begroting 2018 in het bijzonder op een negatieve wijze beïnvloeden. De regering heeft toegezegd een risicoanalyse op te zullen stellen. Daar maken onder meer deel vanuit de financiële situatie rondom Cpost, eventuele tegenvallers als gevolg van het HNO-project en de afwikkeling van Sehos.
Het College zal deze week nog bijgesproken worden over HNO, waarbij wederom zal worden aangedrongen op een bijgestelde businesscase. Ook de onzekerheid rondom de dividenduitkeringen door overheidsentiteiten is benoemd. Verder zijn ook de ontwikkelingen rondom de raffinaderij en de economische impact daarvan aan de orde geweest.
'Een gedegen risicoanalyse is nodig, zodat geanticipeerd kan worden op mogelijke tegenvallers', aldus voorzitter Raymond Gradus. Financieel beheer nog niet op orde Het duurt nog te lang voordat de jaarrekeningen van het Land worden vastgesteld. Zo heeft het Cft in januari 2018 pas de vastgestelde jaarrekeningen over de jaren 2012 en 2013 ontvangen.
De minister heeft aangegeven dat bevindingen van de Algemene Rekenkamer Curaçao, de SOAB en het Cft bij de jaarrekeningen van het Land zullen worden verwerkt in een plan van aanpak. Het is van belang, dat de financiële functie een impuls krijgt zodat onder meer de verantwoordingscyclus verbeterd kan worden.
Er is een constructieve samenwerking met het ministerie van Financiën op het onderdeel van de begroting waarin de investeringen worden toegelicht, de kapitaaldienst. Het inzicht hierin is daardoor verbeterd.
Het Cft heeft tijdens haar bezoek op 31 januari aangegeven graag in de toekomst ook op andere onderdelen samen met het ministerie van Financiën na te denken over verbeteringen van het financieel beheer. Het College heeft tijdens haar bezoek gesproken met de Gouverneur, de Raad van Ministers, de Minister van Financiën en de financiële commissie van de Staten.
In tussenliggende periode tussen vandaag en indiening van de begrotingswijziging (BW) bij RvA zullen deze maatregelen verder onderbouwd worden.
(Bron foto: Cft) |
Tijdens het bezoek aan Curaçao heeft het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) wederom benadrukt, dat duurzame maatregelen noodzakelijk zijn om het begrotingsevenwicht te herstellen. Curaçao verwacht over het jaar 2017 een tekort van 116 miljoen Antilliaanse gulden. Het Cft heeft erop aangedrongen om dit tekort zo snel mogelijk te compenseren en de structurele oorzaken aan te pakken, zo bericht het Cft in een woensdag 31 januari uitgebracht persbericht.
Naast de achterblijvende belastinginkomsten en een overschrijding van de uitgaven zijn er ook diverse andere risico’s die het resultaat 2017 en de begroting 2018 negatief kunnen beïnvloeden. Curaçao heeft een pakket aan maatregelen voorbereid om deze uitdagingen het hoofd te bieden.
Het Cft heeft afspraken gemaakt met de minister van Financiën over de monitoring van het effect en de implementatie van deze maatregelen. Ook is een risicoanalyse toegezegd
Rft-norm voor een sluitende begroting niet gehaald
Voor het eerst sinds 2012 laat Curaçao een tekort zien op de begroting en voldoet daarmee niet aan de normen uit de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Het voorlopig tekort 2017 bedraagt volgens de laatste prognose 116 miljoen gulden en dient zo snel mogelijk gecompenseerd te worden. Dit tekort wordt voor een deel veroorzaakt door achterblijvende inkomsten, die ook een doorwerking kennen naar latere jaren. Daarnaast zijn er diverse tegenvallers aan de lastenkant.
Begrotingsevenwicht is de basis voor gezonde overheidsfinanciën. Dit draagt bij aan creëren van een gunstig investeringsklimaat en vormt daarmee een randvoorwaarde voor het stimuleren van de economische groei. De regering heeft daarom in december 2017 een pakket aan maatregelen voorbereid.
Afgelopen maandag is een bijgesteld pakket voorgelegd aan het Cft. Hierin is grotendeels tegemoet gekomen aan de bezwaren die het Cft had bij het eerdere voorstel van de minister. Zo wordt het tekort uit 2017 voor ruim een derde deel in 2018 gecompenseerd. Ook zijn conform verzoek van het Cft een tweetal maatregelen vervangen door alternatieven. Een deel van de maatregelen is echter nog niet afdoende onderbouwd.
Daarom kan nu nog niet worden geconstateerd dat zowel de begroting 2018 voldoet aan de normen en dat het tekort van 2017 volledig zal kunnen worden ingelopen.
Curaçao heeft aangegeven deze maatregelen verder te onderbouwen en indien dit toereikend is hoeft een aanwijzing niet nodig te zijn.
Tot slot heeft het Cft kennis genomen van de maatregel tot het instellen van voorafgaand toezicht, waarmee de interne beheersing verder wordt aangescherpt.
Risico’s voor de begroting dienen geadresseerd te worden
Diverse risico’s kunnen de uitvoering en de begroting 2018 in het bijzonder op een negatieve wijze beïnvloeden. De regering heeft toegezegd een risicoanalyse op te zullen stellen. Daar maken onder meer deel vanuit de financiële situatie rondom Cpost, eventuele tegenvallers als gevolg van het HNO-project en de afwikkeling van Sehos.
Het College zal deze week nog bijgesproken worden over HNO, waarbij wederom zal worden aangedrongen op een bijgestelde businesscase. Ook de onzekerheid rondom de dividenduitkeringen door overheidsentiteiten is benoemd. Verder zijn ook de ontwikkelingen rondom de raffinaderij en de economische impact daarvan aan de orde geweest.
'Een gedegen risicoanalyse is nodig, zodat geanticipeerd kan worden op mogelijke tegenvallers', aldus voorzitter Raymond Gradus. Financieel beheer nog niet op orde Het duurt nog te lang voordat de jaarrekeningen van het Land worden vastgesteld. Zo heeft het Cft in januari 2018 pas de vastgestelde jaarrekeningen over de jaren 2012 en 2013 ontvangen.
De minister heeft aangegeven dat bevindingen van de Algemene Rekenkamer Curaçao, de SOAB en het Cft bij de jaarrekeningen van het Land zullen worden verwerkt in een plan van aanpak. Het is van belang, dat de financiële functie een impuls krijgt zodat onder meer de verantwoordingscyclus verbeterd kan worden.
Er is een constructieve samenwerking met het ministerie van Financiën op het onderdeel van de begroting waarin de investeringen worden toegelicht, de kapitaaldienst. Het inzicht hierin is daardoor verbeterd.
Het Cft heeft tijdens haar bezoek op 31 januari aangegeven graag in de toekomst ook op andere onderdelen samen met het ministerie van Financiën na te denken over verbeteringen van het financieel beheer. Het College heeft tijdens haar bezoek gesproken met de Gouverneur, de Raad van Ministers, de Minister van Financiën en de financiële commissie van de Staten.
Achtergrondinformatie
/ Perspectief
Persconferentie
Cft Curaçao
31 januari 2018
- Vooral sinds 2016 maakt het Cft zich zorgen over de ontwikkelingen in de overheidsfinanciën van Curaçao.
- In 2016 vielen de belastingen tegen, waren de uitgaven groter dan begroot en een sluitende gewone dienst in 2016 kon alleen bewerkstelligd worden door eenmalige bate voortvloeiende uit dividenduitkeringen van 110 miljoen ANG.
- Tijdens verschillende reacties op uitvoeringsrapportages (UR’s) in 2017 hebben wij als Cft aandacht gevraagd voor de begrotingsuitvoering.
- Bij tweede UR heeft Cft aangegeven dat de regering adequate maatregelen moet nemen voor begrotingsevenwicht.
- Het Cft heeft aangedrongen op verplichtingenstop.
- Naar aanleiding van 3de UR hebben wij op 22 november 2017 de regering van Curaçao gevraagd concrete stappen te nemen voor het in balans brengen van uitgaven en inkomsten en een tekort in 2017 te voorkomen.
- Naar aanleiding daarvan heeft de regering van Curaçao op 13 december aangegeven dat een tekort in 2017 van - naar laatste inzichten - 116 miljoen ANG bedraagt en op welke wijze dit structureel en incidenteel is te compenseren.
- Op 8 januari hebben wij in een zogenoemde artikel 12 brief aangegeven deze reactie als ontoereikend te beschouwen.
- Concreet hebben wij ons oordeel gebaseerd op vier punten, die ik wil nalopen met de reactie van de regering van Curaçao:
- Van de incidentele tekortcompensatie dient tenminste 1/3 in 2018 plaats te vinden.
De
regering van Curaçao heeft inmiddels de compensatie zodanig
aangepast dat hieraan voldaan is.
- Ook hebben wij aangegeven dat de economische groei gebaseerd dient te zijn op de ramingen van CBCS. Deze waren gebaseerd op 1.1% ipv 0,3% en daardoor moest alternatieve maatregelen worden opgenomen.
Ook
dit heeft de regering van Curaçao in haar brief van 29 januari
aangepast.
- Voorts hebben wij aangegeven het rentevoordeel op basis van herfinanciering van bestaande leningen als niet realistisch te beschouwen.
Naar
aanleiding daarvan heeft Curaçao besloten om geen besparingen op de
bestaande leningportefieulle op te nemen in de begroting 2018.
- Ook hebben wij in brief van 8 januari gevraagd om een concretere onderbouwing van maatregelen ter structurele compensatie van het tekort in 2017. Het gaat hierbij om zowel een verlaging van structurele kosten als een verhoging van de inkomsten bijvoorbeeld in sfeer van compliance.
Op
basis van voorgestelde maatregelen in brief van 29 januari zijn door
het Cft aanvullende vragen gesteld. Op basis van nadere informatie
moet door het Cft vastgesteld worden of ook deze maatregelen
toereikend zijn.
De
regering van Curaçao heeft toegezegd de maatregelen bij voorrang in
BW op te nemen en bij het parlement in te dienen.
In tussenliggende periode tussen vandaag en indiening van de begrotingswijziging (BW) bij RvA zullen deze maatregelen verder onderbouwd worden.
- Vanochtend was er bij Minister Gijsbertha en ook bij de Raad van Ministers veel commitment aangetroffen om dit laatste punt op te lossen, zodat een aanwijzing niet hoeft te worden geadviseerd.
- Vandaag zijn ook afspraken gemaakt over een intensivering van de informatievoorziening tussen Ministerie van Financiën en Cft.
- Ook hebben wij uitvoerig gesproken over risico’s bijvoorbeeld mbt HNO en de raffinaderij ook in relatie tot Venezuela.
Naar
aanleiding daarvan heeft Curaçao toegezegd om een risico-analyse op
te stellen voor de begroting 2018; op basis daarvan kan geacteerd
worden.
- Kortom het Cft heeft gezien dat er nodige initiatieven genomen worden om de uitgaven te beheersen en de begroting in de pas te laten lopen en ook de instelling van voorafgaand toezicht behoort daartoe. Het Cft zal kritisch de vinger aan de pols houden.
Aantal meldingen van kindermishandeling op Curaçao stijgt
In meeste gevallen (34-44 procent) gaat het om emotionele mishandeling en verwaarlozing
Het aantal meldingen van kindermishandeling stijgt. Dat blijkt uit cijfers van de Stichting Kinderbescherming Curaçao (SKBC) van 2007 tot en met 2015, zo bericht het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 1 februari 2018.
In de meeste gevallen (tussen de 34 en 44 procent) gaat het om emotionele mishandeling en verwaarlozing. In 2015 gaat het om 189 (36 procent) gevallen van de in totaal 519 meldingen.
Dit blijkt uit een artikel in de laatste uitgave van Modus van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), geschreven door Ellen Maduro-Jeandor, naar aanleiding van gegevens van de SKBC en van de kindertelefoon (pagina 54 en verder):
Tussen 2007 en 2015 neemt het aantal meldingen bij SKBC toe van 309 naar 519, met in 2014 een top van 557 meldingen. Hierbij wordt wel vermeld dat niet kan worden aangenomen dat het aantal gevallen van kindermishandeling drastisch aan het stijgen is.
'Mede door informatie en voorlichting omtrent deze problematiek groeit waarschijnlijk het besef bij de ouders dat gesignaleerde mishandeling moet worden gemeld', aldus de auteur. Want, zo komt ook uit de gegevens naar voren: 'Het aantal door SKBC geregistreerde zaken dat door ouders is gemeld, is door de jaren heen toegenomen. Ten opzichte van 2007 is het aantal in 2014 verviervoudigd tot 44 procent (in 2015 is dit 39 procent).'
Het aantal meldingen van kindermishandeling stijgt. Dat blijkt uit cijfers van de Stichting Kinderbescherming Curaçao (SKBC) van 2007 tot en met 2015, zo bericht het Antilliaans Dagblad vandaag, donderdag 1 februari 2018.
In de meeste gevallen (tussen de 34 en 44 procent) gaat het om emotionele mishandeling en verwaarlozing. In 2015 gaat het om 189 (36 procent) gevallen van de in totaal 519 meldingen.
Dit blijkt uit een artikel in de laatste uitgave van Modus van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), geschreven door Ellen Maduro-Jeandor, naar aanleiding van gegevens van de SKBC en van de kindertelefoon (pagina 54 en verder):
Tussen 2007 en 2015 neemt het aantal meldingen bij SKBC toe van 309 naar 519, met in 2014 een top van 557 meldingen. Hierbij wordt wel vermeld dat niet kan worden aangenomen dat het aantal gevallen van kindermishandeling drastisch aan het stijgen is.
'Mede door informatie en voorlichting omtrent deze problematiek groeit waarschijnlijk het besef bij de ouders dat gesignaleerde mishandeling moet worden gemeld', aldus de auteur. Want, zo komt ook uit de gegevens naar voren: 'Het aantal door SKBC geregistreerde zaken dat door ouders is gemeld, is door de jaren heen toegenomen. Ten opzichte van 2007 is het aantal in 2014 verviervoudigd tot 44 procent (in 2015 is dit 39 procent).'
Abonneren op:
Posts (Atom)