maandag 30 juli 2018

'Bij OM nog geen rechtshulpverzoek uit Nederland binnen gekomen'

'Ik denk dat het heel belangrijk is te tonen dat wij alle inspanningen willen plegen om te bevestigen of te ontkennen dat er sprake is van iets illegaals'


'Bij het Openbaar Ministerie is nog niet aangeleverd een rechtshulpverzoek vanuit Nederland.' Dit zei procureur-generaal (pg) Roy Baidjnath Panday gisteren in het programma Welingelichte Kringen op Radio ABC, in antwoord op een vraag of er al een rechtshulpverzoek is gekomen inzake de 19,5 miljoen euro die in beslag is genomen door het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM). Dit schrijft Starnieuws vandaag, maandag 30 juli 2018.

Het is ook nog niet duidelijk wat de status is van het onderzoek, of er al sprake is van een strafrechtelijk onderzoek of dat gedragingen en methoden worden nagegaan over mogelijke witwaspraktijken.

Tijdens het actualiteitenprogramma hebben de juristen Armand van der San, Hugo Essed en mede panellid Henry Ori diverse vragen gesteld over de geldverzendingen en witwaspraktijken.



Er is een geldverzending van 19,5 miljoen euro van particuliere banken via de Centrale Bank van Suriname in Nederlands in beslag genomen. Daarna nog eens 4 miljoen euro van Republic Bank.

Essed benadrukte. dat volgens het gewijzigde rechtshulpverdrag het niet de pg is die rechtshulpverzoeken doet aan Nederland, maar de minister van Justitie en Politie. Baidjnath Panday beaamt dat formeel rechtshulpverzoeken tussen Suriname en Nederland, via de minister lopen. Hij heeft nog geen rechtshulpverzoek onder ogen gekregen.

'Als er een bevraging mocht komen om te weten te komen over de aard van de zending, personen betrokken bij de zending, dan is het de vraag die vooraf beantwoord moet worden, welke wetgeving geeft de basis om aan zo'n verzoek te kunnen voldoen', zei de pg. Het gaat om de wetten over 'melding ongebruikelijke transacties', 'identificatieplicht dienstverlening en wet 'toezicht op financiële dienstverleningen van de Centrale Bank van Suriname'. Als deze wetsproducten naast elkaar worden gezet, is de eerste inschatting van het Openbaar Ministerie, dat personen om wie het gaat niet met naam en toenaam genoemd kunnen worden. 'Dit is een pure aangelegenheid van de toezichthouder', stelde de pg.

De toezichthouder moet de gelegenheid krijgen om onderzoek te doen naar mogelijke verwijten die worden gemaakt. 'Ik denk dat voor ons als land het heel belangrijk zou zijn om aan te tonen dat wij alle inspanningen willen plegen teneinde te bevestigen of te ontkennen dat er sprake is van iets illegaals. En op het moment dat je daartoe niet bereid zou zijn, dan lijkt het alsof je iets te verbergen hebt. U zou mij niet vinden achter een groep personen die zegt dat wij iets te verbergen hebben. Maar laat de vraagstelling komen, dan kunnen wij helpen uitzoeken', aldus Baidjnath Panday.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten