woensdag 27 juni 2018

De Surinamerivier baggerdroom komt plotseling weer boven water

MAS vermindert kaartdiepte met 30 centimeter: baggeren is enige oplossing

Baggerproject Surinamerivier kent lange uitstel-geschiedenis


Al vele jaren duikt een natte baggerdroom op uit de Surinamerivier. De wens om die rivier deels uit te baggeren  is er – vooral bij de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) –, immers na het uitbaggeren kunnen grotere zeeschepen de haven van Paramaribo bereiken. Maar, telkenmale werden gronden gevonden om de baggerplannen op te schorten.

En nu is hij er weer, de baggerdroom, zij het indirect, met een slinkse omweg. De MAS heeft namelijk de kaartdiepte van de Surinamerivier bijgesteld, met 30 centimeter verminderd. Vorig jaar was de aanpassing 20 centimeter. Het gevolg van deze maatregel is, dat er véél minder tonnage geladen kan worden op schepen. Sommige scheepvaartmaatschappijen hebben nu zelfs besloten, om zo min mogelijk schade te lijden, om hun schepen eerst Georgetown, Guyana, aan te laten doen en vervolgens Paramaribo. Op die manier kan toch meer lading worden meegenomen, dan wanneer het schip vol beladen binnenkomt.

Cornels Amafo, directeur van de MAS, zei, dat wanneer de maatregel niet was genomen, schepen aan de grond zouden lopen. Het is al geruime tijd bekend dat de vaargeul aan het dichtslibben is en dat baggeren de enige oplossing is.
Volgens minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie is het baggeren in voorbereiding, maar kan nog niet aangeven wanneer het project zal worden uitgevoerd. En dat is niet voor het eerst, zo blijkt uit onderstaand overzicht, dat boekdelen spreekt.

Meest recent is, dat Amafo in de laatste week van december 2012 bekendmaakte, dat het uitbaggeren van de Surinamerivier in juni 2013 zou beginnen. De periode waarin bedrijven een bod konden doen op de aanbesteding liep 14 februari 2013 af. Vanaf de monding van de rivier tot Paranam zou een nieuwe vaargeul gebaggerd worden. De directie van het baggerproject, dat naar verwachting zes maanden zou duren, was in handen van het Raadgevend Ingenieursbureau Lievense B.V. in het Nederlandse Breda.
Maar, de MAS liet zaterdag 25 januari 2014 weten, dat dat jaar gestart zou worden met de baggerwerkzaamheden. Maar, wie de werkzaamheden zou gaan uitvoeren was nog steeds niet bekend. Twee weken later werd bekend, dat de vaargeul in de Surinamerivier voorlopig zou worden uitgediept. De regering heeft de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), die belast is met dit project, meegedeeld dat het plan weer in de koelkast kon verdwijnen.

Al sinds 2004 wordt gesproken over het uitbaggeren van de Surinamerivier. Vele malen zijn toezeggingen gedaan over het moment waarop met de werkzaamheden zou worden begonnen. Op 9 november 2006 werd gesteld dat medio 2007 begonnen kon worden met de baggerwerkzaamheden. Vervolgens werd het een lange periode stil, waarna op 24 augustus 2010 bekend werd gemaakt dat in 2011 de rivier uitgebaggerd zou worden. Een jaar later, 28 september 2011, kwam het bericht dat de werkzaamheden in het eerste kwartaal van 2012 zouden starten en op 3 augustus van dat jaar werd gemeld, dat uiterlijk februari 2013 begonnen zou worden met de baggerwerkzaamheden.

De MAS maakte op 7 juni 2006 bekend, dat zij een onderzoek zou laten uitvoeren naar de economische en financiële haalbaarheid van een diepere vaargeul in de rivier. Dat onderzoek zou gefinancierd worden door Staatsolie en de bauxietbedrijven Suralco en het inmiddels uit Suriname vertrokken Billiton. De studie gold als voortraject van het project Modernisering Vaarweg Surinamerivier. Vijf maanden later benadrukte de MAS ,dat het project vooral economisch gericht zou zijn. Baggeren was noodzaak vanwege de smalle breedte, zeventig meter, van de rivier en onvoldoende diepgang bij de monding (ongeveer 4.5 meter bij laag water).

Milieueffecten
De berichten over plannen voor het uitbaggeren van de rivier leidde in november 2006 tot de eerste kritische geluiden. Kleine vissers zeiden te vrezen voor het verarmen van het visbestand. Zij baseerden zich op de ervaringen van vissers op de uitgebaggerde Berbicerivier in Guyana. Veel Guyanese vissers trokken vervolgens naar Surinaamse wateren om vis te vangen. Naast een aanslag op het visbestand, werden ook zorgen uitgesproken over overlast veroorzaakt door de snelheid van zeeschepen en loodsboten. De MAS trachtte de zorgen uit de lucht te halen door te stellen dat er een milieueffectenonderzoek werd uitgevoerd. Eind december 2012 liet de MAS weten dat inmiddels een ‘Environmental and Social Impact Assessment’ was uitgevoerd, dat een uitgebreide analyse van de mogelijke gevolgen van het project was opgesteld en dat op basis van die analyse een plan is geschreven voor de uitvoering van het project. Het onderzoek werd gefinancierd door een consortium bestaande uit Staatsolie, Billition en Suralco.

Opmerkelijk was het, dat begin november 2007 het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, NIMOS, al beweerde dat de milieueffecten minimaal zouden zijn bij het baggeren van de Surinamerivier. Ook zou volgens dit instituut de vispopulatie weinig last ondervinden van de baggerwerkzaamheden. Een definitief besluit over het wel of niet baggeren van de rivier was toen nog niet door de regering genomen. Maar, een maand later, bleek uit de Jaarrede van president Bouterse, over het regeringsbeleid voor het jaar 2008-2009, dat ‘de studies in verband met het uitdiepen van de vaargeul in de Surinamerivier reed zijn afgerond en de de inschrijving voor de werkzaamheden heeft plaatsgehad’.

Toenmalig vicepresident Ramdien Sardjoe verklaarde op 27 mei 2008 in gesprek met de Ware Tijd, dat ‘het besluit om al of niet te baggeren’ afhing ‘van mogelijkheden de milieugevolgen te beperken’. Hij benadrukte het economische belang van een uitgebaggerde rivier voor Suriname. Zo was de verwachting dat het transport van bauxiet en aardolie efficiënter zou kunnen en dat cruisetoerisme van de grond zou kunnen komen. Om de vaargeul op de juiste diepte te houden, zou echter jaarlijks gebaggerd moeten worden, aldus Sardjoe in mei 2008.
In dezelfde maand organiseerde de MAS, van 26 tot en met 30 mei, een training met als titel ‘Monitoring Dredging Operations’ in Hotel Krasnapolsky in Paramaribo. De training werd verzorgd door Bart Graswinckel, een baggerexpert van het Shipping and Transport College Rotterdam. Tijdens deze training werden de meest gangbare baggermethoden besproken en ook de milieuaspecten. Volgens Graswinckel zou voor het baggeren van de Surinamerivier trailhoppercutterdredging in combinatie met waterinjectiondredging geschikt zijn, omdat deze methoden effectiever en relatief goedkoper zijn dan de andere methoden en minieme gevolgen zouden hebben voor het milieu. Deze methoden zouden voor de scheepvaart ook geen belemmering vormen.

Inschrijvingen
Zes bedrijven uit Nederland, België en China hadden zich in augustus 2008 ingeschreven om het meer dan 30 miljoen Amerikaanse dollar kostend baggerproject van de Surinamerivier uit te voeren. Uiterlijk 7 oktober 2008 zou de Maritieme Autoriteit Suriname beslissen welk bedrijf het werk gegund zou krijgen, aldus berichtte de Ware Tijd op 19 augustus 2008. Het ging om de bedrijven China Harbour, Jan de Nul NV en Dredging Internationale uit België en het Baggerbedrijf J. De Boer, MNO Vervat BV en een jointventure van Boskalis en Van Oord uit Nederland.
‘Bij de selectie zullen we nadrukkelijk letten op de kwaliteit (ISO 90001), de milieunormen en de capaciteit van de projectuitvoerder’, sprak directeur Michel Amafo. Het contract dat zou worden getekend, zou twee jaren lopen. Eén jaar voor het baggeren zelf en een nieuwe vaargeul maken en één jaar voor onderhoudsbaggeren. De MAS maakte bekend, dat zeeschepen niet verder dan een diepte van 7.5 meter onder de hoogwaterlijn aan vrachtlading konden vervoeren. De bedoeling was om de vaargeul twee meter dieper te baggeren. De krant meldde dat het besluit tot het baggeren van de Surinamerivier was versneld, omdat de monding dreigde dicht te slibben door de Wia Wia bank, een modderbank voor de kust van Commewijne. Elk jaar verschuift deze zeventig kilometer lange en veertig kilometer lange bank een halve kilometer dichter bij de monding van de rivier.

Wachten op instructie van TCT-minister om te mogen beginnen
Half februari 2009 was er nog steeds onduidelijkheid over de vraag wanneer begonnen kon worden met baggeren. De directeur van de MAS verklaarde op 17 februari tegenover het Dagblad Suriname te wachten op ‘nadere instructie van de minister van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) voor het baggeren van de Surinamerivier’. Ondertussen beraadde de MAS zich over de wijze waarop de rivier gebaggerd zou kunnen worden. Amafo: ‘Gaan wij de hele rivier doen? Gaan wij maar een deel van de rivier doen? Maar baggeren, dat staat vast. We hebben even de slag nodig om de terugkoppeling naar de regering te maken. Als wij de instructie hebben, dan kunnen wij een besluit nemen.’

De inmiddels nieuwe TCT-minister, Falisie Pinas, vond eind augustus 2010 dat het baggeren van de Surinamerivier prioriteit moest hebben in zijn beleidsdoelstellingen. Hij zei dat tijdens een kennismakingsontmoeting bij de MAS. ‘De Surinamerivier wordt volgend jaar uitgebaggerd’, aldus Pinas op 24 augustus 2010.

In april 2011 bleken er plotseling financiële hobbels te zijn voor de uitvoering van het baggerproject. De Mas stelde de regering voor om een zogenoemde baggerheffing in te voeren. Met de extra binnenkomende gelden zou de financiering rond moeten komen voor het baggeren van de Surinamerivier, maar een belangrijke financier was uitgevallen. Bauxietbedrijf Billiton had aanvankelijk steun toegezegd, maar het bedrijf was uit Suriname vertrokken. Staatsolie bleef wel meedoen en had al tien miljoen dollar ingebracht. Lokale handelsbanken en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank waren eventueel bereid een lening te verstrekken. ‘Met de zogenaamde baggerheffing zullen we deze lening dan afbetalen’, zo liet MAS-directeur Amafo weten. De heffing moest voldaan worden bij het laden en lossen van schepen in de haven van Paramaribo. De aanbesteding van het baggerproject zou later dat jaar en de uitvoering zou in 2012 moeten plaatsvinden.
Dat werd 27 september 2011 nog eens benadrukt door minister Falisi Pinas van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT). Bij de ingebruikname van de nieuwe steiger van de Nieuwe Haven zei hij, dat voor 1 april 2012 een start zou worden gemaakt met het baggeren van de Surinamerivier. ‘Ik kan u zeggen dat we niet later dan eerste kwartaal van 2012 zullen beginnen met het baggeren van de Surinamerivier.’ Maar, nog steeds werd naarstig gezocht naar financiers. ‘Het komt goed’, aldus de TCT-minister.

Het kwam niet goed
Pas begin augustus 2012 kwam er een ministeriële beschikking waarin de MAS door de regering werd aangesteld als uitvoerder van het baggerproject. Uiterlijk februari 2013 zou de vaargeul van de Surinamerivier uitgebaggerd worden. Gestreefd werd om per 1 oktober te beginnen met het aanbestedingsproces, zodat het baggeren van de vaargeul volgens plan zou kunnen beginnen. Het projectgebied reikt vanaf ongeveer 7 kilometer ten noorden van de eerste boei bij binnenkomst (Lichtschipboei, kilometer 0) tot Dijkveld (kilometer 66) in de Surinamerivier. Ondiepe plekken bevinden zich voor de monding van de Surinamerivier, Jagtlust en en Dijkveld.

Terwijl al jaren gesproken werd over het baggerproject, reageerde het Green Heritage Fund Suriname (GHFS) pas op 17 november 2012. Volgens het GHFS zou het uitbaggeren van de rivier een negatieve impact hebben op het milieu. Zo zou het negatieve gevolgen kunnen hebben op de visstand en in navolging daarvan zou de voedselvoorziening van vissers en dolfijnen verstoord kunnen gaan worden. Het fonds pleitte voor een nieuwe milieueffectenrapportage.

De MAS maakte op 20 december 2012 bekend, dat bedrijven zich voor 14 februari 2013 konden inschrijven voor het Suriname rivier Dredging Project. Opmerkelijk, omdat in augustus 2008 zich al zes bedrijven hadden ingeschreven. Wat is er met die inschrijvingen gebeurd?

En maandag 26 juni 2018 liet minister Patrick Pengel van Openbare Werken, Transport en Communicatie weten, dat het baggeren in voorbereiding, maar kan nog niet aangeven wanneer het project zal worden uitgevoerd.

Baggerproject Surinamerivier: eerst zien, dan geloven?

(Suriname Mirror, woensdag 27 juni 2018)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten