Minister Pollack-Beighle: 'Waarom beginnen we niet gewoon minder plastic te gebruiken en minder met onze troep te gaan gooien?'
De Nationale Assemblee (DNA) heeft gisteren met 38 algemene stemmen voor ratificering van het Parijs Akkoord gestemd. 'Er zal veel moeten gebeuren. Het besef, dat wij het milieu zijn en dat wij ervoor moeten zorgen dat we het milieu zo veilig mogelijk moeten houden, is nog ver weg in Suriname', zei de voorzitter van de commissie van rapporteurs André Misiekaba (NDP) nadrukkelijk, voordat hij de overige leden van De Nationale Assemblee opriep om te stemmen voor het Parijs Akkoord, aldus Starnieuws vandaag, woensdag 27 juni 2018.
'26 Jaar na de grote milieuconferentie in Brazilië zijn wij verder van huis', merkte Misiekaba op, 'maar, hoop doet leven en ik heb die hoop dat de wereldgemeenschap het beter zal doen, anders wordt het heel moeilijk leven op aarde'.
Misiekaba vroeg ook of de uitvoering van het Parijs Akkoord alleen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken zit, aangezien hij van mening is, evenals andere leden van DNA, dat het ook een aangelegenheid is van onder andere de ministeries van Natuurlijke Hulpbronnen en Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer.
Minister Yldiz Pollack-Beighle van Buitenlandse Zaken zei, dat de hele regering zich zou moeten buigen over de zaken die het milieu aangaan. 'Het is ook belangrijk dat de samenleving weet dat zij een rol daarin hebben, waarom beginnen we bijvoorbeeld niet gewoon minder plastic te gebruiken en minder met onze troep gaan gooien.'
Ook commissielid Riad Nurmohamed (VHP) sprak de hoop uit, dat de regering goed invulling zal geven aan het verdrag. 'Er zijn instanties die onderzoek op het gebied van klimaat voortzetten. Ik weet dat de overheid en het bedrijfsleven initiatieven ondersteunen en dat zijn allemaal goede signalen.' Hij maakte van de gelegenheid nogmaals gebruik om zijn bezorgdheid te uiten over het kwikgebruik in Suriname. Nurmohamed vroeg daarom wat het standpunt is van de regering hieromtrent en welke acties zij heeft ondernomen of van plan is te ondernemen. Hij riep op tot een actieplan voor het rehabiliteren van de uitgemijnde gebieden.
Volgens minister Pollack-Beighle is de kwestie van kwikvervuiling echter al uitgebreid behandeld tijdens behandeling van het Minamata Verdrag in DNA. Zij voegde daaraan toe, dat indien meer behoefte bestaat om te praten over het kwikprobleem, dit te bespreken in een andere setting. 'Suriname heeft zich inderdaad gecommitteerd aan 93% bosbedekking en het behoud daarvan, maar niet zonder voorwaarden', zei de minister. De voorwaarde daarbij is, dat Suriname de internationale gemeenschap vraagt om haar te ondersteunen, maar het is geen steun door mondelinge toezegging, legde ze uit. 'Daarvoor is het Parijs Akkoord nodig. Het gaat om een compensatie die wij graag tegemoetzien bij het toegeven dat dit bos behouden zal worden. Door de toetreding tot het Parijs Akkoord is er meteen een batterij aan landen die gereed staan om ons te helpen, mocht bijvoorbeeld een overstroming zich voordoen in Suriname.'
Pollack-Beighle benadrukte, dat 60-80% van de Surinaamse economie afhankelijk is van activiteiten in de laaggelegen gebieden. 'Het is belangrijk dat de ratificatie van dit verdrag meteen ingaat en de mogelijkheden die daaruit voortvloeien. Een van deze mogelijkheden is het weerbaar maken van onze bedrijven en economische activiteiten in het kader van klimaatverandering te garanderen.'
https://nl.wikipedia.org/wiki/Akkoord_van_Parijs
Het akkoord van Parijs (ook Parijs-akkoord of klimaatakkoord), een onderdeel van het Klimaatverdrag, is een internationaal verdrag om de opwarming van de aarde te beteugelen. Het akkoord is op 12 december 2015 gepresenteerd op de klimaatconferentie van Parijs 2015.
In het akkoord wordt de bovengrens van 2 graden opwarming ten opzichte van het pre-industriële tijdperk voor het eerst in een juridisch instrument vastgelegd. Bovendien wordt het streven vastgelegd om de opwarming beperkt te houden tot 1,5 graad. Verder moet er nu snel een eind komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen, aangezien dit een belangrijke oorzaak is van de overmatige CO2-uitstoot.
Het verdrag vereist lidstaten om nationale klimaatplannen (nationaal vastgestelde bijdragen, National Determined Contributions, NDC's, of Intended National Determined Contributions, INDC's, als het over intenties gaat) op te stellen die ambitieus zijn en waarvan het ambitieniveau bij ieder nieuw plan moet toenemen. Bovendien werd opgenomen dat van de rijke landen wordt verwacht dat zij ontwikkelingslanden financieel zullen steunen bij het terugbrengen van hun eigen uitstoot. De Amerikaanse president Barack Obama had deze twee laatste zaken als voorwaarde voor het akkoord gesteld.
Het akkoord betreft de periode na 2020 en zou pas in werking treden na ratificatie door 55 landen, die gezamenlijk meer dan 55% van de broeikasgassen uitstoten. Het Akkoord werd ongewoon snel geratificeerd: reeds op 5 oktober 2016 werd de drempel bereikt, zodat het Akkoord op 4 november 2016 in werking kon treden, vlak voor de klimaatconferentie van Marrakesh 2016.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten