Nog twee, buitenlanders, van de zeven verdachten in voorarrest
Verdachte ondernemer Oedit nog steeds voortvluchtig
Het Cessna-sportvliegtuigje dat op 13 maart met zo'n 488 kilo cocaïne aan boord onderschept werd in Saramacca door een gemengde eenheid van de politie en veiligheidsdiensten, is deze week naar Paramaribo overgevlogen.
Het toestel dat in beslag werd genomen door de politie is op het vliegveld te Zorg en Hoop, zo bericht de Ware Tijd vrijdagavond 11 mei 2018 op haar website.
De locatie in Saramacca, waar het vliegtuigje landde, is inmiddels vrijgegeven door Justitie. Er waren zeven verdachten aangehouden, waaronder twee buitenlanders die nog in voorarrest zitten. De overige verdachten zijn inmiddels in vrijheid gesteld.
Ondernemer Radj Oedit, eigenaar van de locatie waar de Cessna landde, die als een van de verdachten wordt aangemerkt, is nog steeds voortvluchtig. Negen dagen na de drugsvangst werd de opsporing en aanhouding van hem op verzoek van de procureur-generaal gelast.
De ondernemer is kort na de onderschepping van de Cessna en cocaïne verdwenen naar Nederland voor 'medische' redenen en is sindsdien niet teruggekeerd. De man beweert onschuldig te zijn....
Oedit heeft overigens enigszins de schijn tegen zich. In dit artikel uit het jaar 2000 noemt Dagblad Trouw al de naam van Oedit.
De krant schreef toen:
'(...)
Commissaris Chan Santokhi, hoofd van de justitiële dienst van de
politie, loopt de politieke partijen af om ze te waarschuwen voor
dubieuze geldschieters. Hij verwijst ze naar de praktijken van het
Cali-kartel dat in Colombia de verkiezing van de vorige president,
Ernesto Samper, financierde. ,,Let op wie u iets aanbiedt. Het zijn geen
duistere figuren met lapjes voor hun oog en tatoeages. Ze sturen mensen
die u goed kent'', roept Santokhi.
Hij doelt onder anderen op de Surinaamse zakenman Parmessar, alias 'de
kleine Escobar', nog geen 35 jaar oud en al goed voor een vermogen van
honderd miljoen dollar. Hij werd een paar jaar geleden in de VS
aangehouden toen hij samen met Radj Oedit, alias 'Escobar' een vliegtuig
wilde kopen en betalen met contant geld. (...)'
Ook het blad Vrij Nederland berichtte, in mei 2014, over Oedit in een uitgebreid artikel over Bouterse. Vrij Nederland schreef:
'(...)
Zo was zijn oorspronkelijke Bouterse-verklaring volgens Van Loon tot
stand gekomen. In dat explosieve document uit 1999 beweerde de
kroongetuige dat hij midden jaren negentig in contact was gekomen met
mensen van het zogeheten Suri-kartel. Hij was samen met zijn Belgische
handlanger Marcel Geladi via Frans-Guyana naar Suriname gereisd om daar
in Paramaribo zaken te doen met Radj Oedit, een gekend kopstuk uit de
Surinaamse drugsscene. Op een gegeven moment kwamen ze in een kantoortje
waar ‘een man die kalend was met een klein ringbaardje’ de visa in hun
paspoorten regelde. Daarna zou Oedit hebben gevraagd: ‘Weten jullie wel
bij wie jullie nu zijn geweest?’ Dat was dus Desi Bouterse, dezelfde
persoon die Van Loon op een later moment ‘in een hawaïshirt’ bij een
volgende bespreking zag binnenlopen. Het bleek de grote baas op de
achtergrond, met wie de criminele Belgen uiteindelijk aan tafel zouden
belanden om te onderhandelen over honderden kilo’s coke. (...)'
De afdeling Narcotica Brigade van het Korps Politie Suriname heeft de zaak in verder onderzoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten