Er is een mummie-mysterie in Minnesota (VS): hoe komt een dood doodshoofdaapje (Saimiri sciureus - in Suriname: monkimonki) terecht in het plafond van een warenhuis? Het mysterie kwam in het nieuws op 8 april, toen een afbeelding van het 'gemummificeerde' aapje verscheen op de Facebook-pagina van Old Minneapolis (zie hierna). De foto was aangeleverd door een man die beweerde te werken aan de renovatie van Dayton's warenhuis (een 100-jaar oude instelling die wordt verbouwd tot een glanzende, nieuwe commerciële ruimte) in het centrum van Minneapolis.
De foto toont wat de al lang dode overblijfselen van een aap bleken te zijn - uitgedroogd, vergeeld van ouderdom en een horizontale snee, breuk, over de buik. De fotograaf zei, dat hij de 'vergane primaat' vond tijdens het renoveren van het plafond van het warenhuis.
Maar, waar kwam deze aap vandaan? Hoe kwam het in het plafond van een warenhuis terecht? Wie of wat heeft die vervelende breuk veroorzaakt?
Lezers van Old Minneapolis vulden de Facebook-pagina met theorieën. Verschillende lezers kwamen met advertenties uit de jaren '50 en '60 van reclames van de dierenwinkel die vroeger op de bovenste verdieping van Dayton was gevestigd. In een krantenknipsel worden 'hilarische apen' te koop aangeboden (inclusief doodshoofd- en slingerapen), evenals tropische vissen en mynah vogels. Een andere lezer herinnerde zich een voormalige medewerker die zei, dat hij 50 jaar bij Dayton had gewerkt; ooit ontsnapte een aap in het leidingwerk op de zevende of achtste verdieping, zei de man, en werd daar gedood door het blad van een ventilator.
Tot nu toe heeft slechts één familie de eer voor de mysterieuze aap opgeëist. Regan Murphy, de burgemeester van het nabijgelegen Robbinsdale, zegt dat het waarschijnlijk zijn vader was. 'Mijn vader [Larry] stal ooit een aap van een display in Dayton in de jaren '60', twitterde Murphy.
My dad once stole a monkey from a Dayton’s display back in the 60s. They decided to bring it back after it shat all over my Dad’s friends bedroom while they were at school. They returned it by letting it loose in the store. This is probably that monkey.— Mayor Regan Murphy (@mayor_murphy) April 10, 2018
Larry en zijn maatje speelden kennelijk op een middag na middelbare school toen ze bij de dierenwinkel van het warenhuis belandden. De jongens zouden een aap uit het gebouw gesmokkeld hebben onder een van hun jassen en hebben gebracht naar Larry's huis. Toen Larry's moeder thuiskwam in een overhoop gehaald huis dat stonk naar 'monkey business', kregen de jongens de opdracht om de aap terug te brengen naar Dayton, zo luidt het verhaal.
'Ze gingen terug naar de winkel, zetten hem op een roltrap en verlieten de winkel', vertelde Murphy de Star Tribune. Vandaar is de aap misschien naar het plafond gegaan. Dat is sowieso een verklaring.
Volgens de BBC werken bouwambtenaren samen met lokale musea om erachter te komen welke verhalen waar zijn en welke slechts een soort 'broodje aap' zijn.
Maar voor nu, hier is één mysterie opgelost: de aap afgebeeld op de foto is 'absoluut een doodshoofdaapje', vertelde Mary Blair, een primatologe en directrice van biodiversiteitsonderzoek in het 'American Museum of Natural History', aan Live Science in een e-mail.
Doodshoofdaapjes leven voornamelijk in tropische regenwouden in Midden- en Zuid-Amerika en zijn lange tijd het slachtoffer geweest van handel in huisdieren op de zwarte markt. Met een hoogte van ongeveer 30 centimeter zijn de aapjes klein, gemakkelijk te smokkelen en kunnen ze alarmerend goedkoop worden verkocht.
Een oud exemplaar van Dayton adverteerde de huisdieren voor $ 18,88 per stuk. Verkoopadvertenties voor deze apen kwamen zelfs achterop stripboeken.
Volgens Primarily Primates, een non-profit opvang voor afgedankte huisdieren en niet-inheemse dieren, zijn er geen federale wetten die het bezit van primaten verbieden, hoewel het importeren van primaten als huisdier verboden is. De non-profitorganisatie is in de jaren '70 opgericht, specifiek om doodshoofdaapjes te helpen hervestigen die als huisdier waren achtergelaten.
(Suriname Mirror/LiveScience/Facebook/Twitter)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten