Ook 20 jaar cel geëist tegen verdachte Arthy Gorré in 8 decemberstrafzaak

Voor auditeur-militair Roy Elgin staat het vast: Gorré was 8 en 9 december in Fort Zeelandia
 

Naast hoofdverdachte Desi Bouterse, medeverdachten Stephanus Dendoe en Etienne Boerenveen, is vandaag, maandag 30 oktober 2017, ook tegen Arthy Gorré 20 jaar celstraf geëist voor zijn aandeel in de 8 Decembermoorden. Auditeur-militair Roy Elgin acht overtuigend en wettig bewezen dat Gorré in kalm beraad samen met leden van de Groep van 16 en anderen het plan heeft uitgekiend om vijftien critici van de toenmalige regering om het leven te brengen. Hij heeft ook actief meegewerkt aan de uitvoering van het moordplan. Dit meldt de Ware Tijd.

Gorré was niet aanwezig tijdens de rechtszitting. De Ware Tijd schrijft te hebben vernomen, dat de verdachte ernstig ziek is.

Elgin putte uit talrijke verklaringen van getuigen om te staven dat Gorré op 8 en 9 december in Fort Zeelandia aanwezig was ten tijde dat de vijftien opgepakte mannen na eerst te zijn gemarteld standrechtelijk werden geëxecuteerd. De verdachte was lid van de Groep van 16 die op 25 februari 1980 een geslaagde staatsgreep had gepleegd.

Tegenover de Krijgsraad heeft Gorré destijds verklaard geen enkele betrokkenheid te hebben gehad bij de moorden. Hij was destijds commandant van de elitetroepen, de Echo Compagnie, maar naar eigen zeggen zou hij 'buitenspel' zijn gezet. Volgens Elgin een leugen, omdat het hem niet logisch voorkomt dat de legerleiding haar best getrainde militairen terug had gestuurd naar de barakken, terwijl er sprake was van een serieuze coupdreiging.

Gorré is van oordeel dat hij vanwege rancune op de verdachtenlijst is terechtgekomen daar hij niet had meegewerkt om toenmalig bevelhebber Bouterse uit te schakelen.

Voor de rechtbank verklaarde Gorré dat hij niet constant in het fort aanwezig was. Ten tijde van de moorden bevond hij zich in nachtclub Diamond met vrienden. Verschillende getuigen hebben echter verklaard dat de commandoleider wel in Fort Zeelandia aanwezig was. Zo verklaarde een in het fort aanwezige militair tevens oud-employee van radiobaas André Kamperveen dat het hem door Gorré was verboden Kamperveen een glas water te geven toen hij daarom had gevraagd. Kamperveen is een van de vijftien doodgeschoten mannen.

In zijn nadagen in het Nationaal Leger werd Gorré door toenmalig president Ronald Venetiaan als bevelhebber aangesteld, nadat hij Bouterse had ontslagen.