Marinus Bee, fractielid van de ABOP, heeft dinsdagmiddag 24 oktober in De Nationale Assemblee (DNA) diverse vragen gesteld over de uitvoering van een overeenkomst gericht op nauwere samenwerking tussen de Surinaamse en Franse politie. Het akkoord, dat al in 2006 door de regeringen van Suriname en Frankrijk is getekend en in 2008 naar het parlement werd gestuurd, is dinsdag in de Assemblee behandeld. Dit bericht de Ware Tijd op haar website.
De overeenkomst maakt gezamenlijke patrouilles op de Marowijnerivier mogelijk en binnen een strook van twee kilometer landinwaarts vanaf de oever van de Marowijnerivier aan weerszijden van de grens. Benadrukt wordt dat de werkingssfeer van deze overeenkomst beperkt is tot de loop van de Marowijnerivier en dat het betwist gebied in het zuiden buiten deze werkingssfeer valt.
Volgens de overeenkomst mogen agenten van het land op wiens grondgebied wordt gepatrouilleerd al hun wettelijke bevoegdheden uitoefenen. De agenten van de andere staat mogen slechts als waarnemers deelnemen aan de gezamenlijke patrouilles. Zij nemen deel aan de gezamenlijke operaties gekleed in hun nationaal uniform.
Wat Bee betreft kan de bepaling over de twee kilometer brede strook worden weggelaten. Hij voert aan, dat St. Laurent ruim zeven kilometer breed is en Albina slechts anderhalve kilometer. Er zal dus sprake zijn van een scheve verhouding, dat de Surinaamse politie slechts over een deel van St. Laurent rechtshandhavingsbevoegdheden krijgt terwijl de Franse gendarmerie in geheel Albina zou mogen opereren.
Ook wees Bee op de scheve verhouding wat betreft de personele bezetting van politieposten door beide korpsen. Waar de politieposten van Suriname in het betrokken gebied tussen de drie en zes man bedraagt, is de politie aan de andere zijde van grens in grotere getale aanwezig. In geheel Albina zijn, aldus Bee, maximaal zes politieagenten op post terwijl St. Laurent een politiemacht van circa 200 man heeft. De politicus wilde weten hoe de regering zal voorkomen dat bij gezamenlijke operaties op Surinaamse grondgebied de Franse politie niet de overhand heeft qua inzet van manschappen.
De ABOP-vertegenwoordiger wilde ook weten of de regering op de hoogte is van de operatiemethoden van de Fransen. Hij en NDP-fractielid Aida Nading wezen erop, dat de gendarme bij haar optreden bezittingen van verdachten vernielt en in brand steekt. In Suriname worden zaken niet vernield, maar in beslag genomen, zei Bee.
De volksvertegenwoordiger wilde verder weten hoe voorkomen zal worden, dat zich in de praktijk excessen voordoen. Als voorbeeld noemde hij de uitlevering van een verdachte met de Surinaamse nationaliteit enkele jaren geleden door een politieinspecteur in Albina aan de Franse autoriteiten. Hier was, aldus Bee, sprake van scsnd hending van mensenrechten en de Grondwet door de politie, aangezien de Grondwet expliciet verbiedt dat Surinaamse staatsburgers aan een vreemde mogendheid worden uitgeleverd. De politicus wees ook op andere misstanden die zich in het verleden hebben voorgedaan.
De regering moet nog antwoorden op de vragen die door Assembleeleden zijn gesteld. Rond vijf uur 's middags is de vergadering geschorst waarna de regering ingaat op gestelde vragen en opmerkingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten