dinsdag 7 april 2020

NDP-Assembleelid Doekhi kondigt na 38 jaar vertrek uit politiek aan

Markant politicus wil meer tijd besteden aan zijn familie


Het NDP-Assembleelid Rachied Doekhi neemt na 38 jaar afscheid van de politiek. Dat heeft Doekhie maandag 6 april 2020 laten weten. 

De voormalig districtscommissaris van Nickerie is nu 65 jaar en zegt in onderstaande video, dat hij nu gaat rusten. Doekhi zet een punt achter zijn politieke carrière, omdat hij meer tijd wil besteden aan zijn familie. Ook speelt zijn leeftijd en gezondheidssituatie een grote rol.

Hij heeft 15 jaar gewerkt als Assembleelid en ervaart dat als voldoende. Hij benadrukt, dat hij de NDP niet heeft verlaten en NDP’er zal blijven tot de dood.

Over de relatie met Bouterse zegt hij: 'Bouterse is mijn bloodbrother. We verschillen soms van mening, maar we zijn onscheidbaar.'

Positie VHP kandidaat-Assembleelid Cherryl Dijksteel lijkt in het geding

(Bron foto: Facebook)
'Jammer dat het zo wordt gepresenteerd, eigenlijk zielig’ 

Bevoordeling naar verluidt vanwege vriendschap tussen partijvoorzitter Santokhi en Stanley Dijksteel, vader van Cherryl


Cherryl Dijksteel, Assembleelid-kandidate van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) GB oor de komende verkiezingen, wordt niet gelust binnen de kringen van de partij. 

Volgens enkele partijleden zou de goedkeuring van Dijksteel tot kandidate niet op transparante wijze zijn geschied, omdat zij een veroordeling op haar naam zou hebben. Dijksteel werd op 8 maart 2001 door de civiele rechter veroordeeld voor het betalen van enkele duizenden Nederlandse guldens aan iemand in Kort Geding. Volgens informanten, aldus het Dagblad Suriname dinsdag 7 april 2020, gaat het om een zaak waarin de Assemblee-kandidate weigerde te betalen aan de eisende partij. Zij verloor de zaak bij de rechter en moest naast de opgelopen rente ook nog boetes betalen.

Dijksteel zou naar verluidt bovendien een politieke parachutist zijn die voor haar kandidaatstelling nooit eerder op het terrein van het VHP-hoofdkwartier is gezien. Desondanks is zij op nummer 5 van de kandidatenlijst van de VHP in Paramaribo gekandideerd. Deze bevoordeling zou naar verluidt komen, vanwege de vriendschappelijke band tussen partijvoorzitter Chandrikapersad Santokhi en Stanley Dijksteel, de vader van Cherryl. Stanley Dijksteel is momenteel 2e secretaris van de partij.

'Jammer dat het zo wordt gepresenteerd. Eigenlijk zielig', is de reactie van Cherryl Dijksteel op de aantijgingen.

Samseerali Sheikh–Alibaks, voorzitter van de verkiezingscommissie, zegt  dat vonnissen en goed gedrag in feite geen beletsels zijn om tot kandidaat gekozen te worden. 'De enige voorwaarden die de Grondwet stelt zijn, dat de persoon de Surinaamse nationaliteit moet bezitten, ingezetene van de Republiek Suriname moet zijn en de leeftijd van 21 jaar moet hebben bereikt. Ook het woonplaatsbeginsel is belangrijk', stelt hij. Wat wel in de wet staat is  dat de kandidaat niet middels een onherroepelijk rechterlijk vonnis het kiesrecht moet zijn ontzegd. In het geval van Dijksteel weet Sheikh–Alibaks dat dit niet zo is. 'Als geen vonnissen als voorwaarden zouden worden opgenomen, dan zou dat voor velen een probleem zijn. Ook bij een verkeersovertreding, waar iemand veroordeeld is voor een boete, zou die persoon dan ook niet mogen meedoen. Er zijn dus geen beletsels dat haar als kandidate zouden kunnen tegenhouden', aldus Sheikh–Alibaks.

Sheikh–Alibaks ontkent ook de beweringen over het voortrekken van Dijksteel door de verkiezingscommissie vanwege de band tussen de partijvoorzitter en de 2e secretaris. Dit, omdat de partij een sollicitatieprocedure heeft gehanteerd waar een ieder vrij was te solliciteren. Voor elke kandidaat is door een selectiecommissie advies uitgebracht aan het hoofdbestuur van de partij. Het hoofdbestuur heeft op basis van dit advies, en ook op basis van politiek-strategische overwegingen, een concept kandidatenlijst samengesteld. Die lijst is conform de statuten voorgelegd aan de verkiezingscommissie van de partij ter toetsing. De verkiezingscommissie heeft alle kandidaten getoetst aan de formele vereisten en het grootste deel goed bevonden.

'Als zij op de lijst van het hoofdbestuur is komen te staan, dan ga ik gevoeglijk ervan uit dat zij aan de criteria voldoet', aldus Sheikh–Alibaks.

Dijksteel zou haar vonnis hier hebben verzwegen. De vraag bij velen rijst daarom hoe Dijksteel dan ook nog groen licht in het gehele onderzoekstraject vanaf het begin en vooral van de verkiezingscommissie heeft gehad, terwijl naar zeggen van Santokhi het hele proces waterdicht is. Partijleden vinden dat er consequenties aan moeten worden verbonden.

Dijksteel is in het dagelijkse leven verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de Faculteit der Maatschappijwetenschappen van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Daarnaast is zij parttime docente op HBO-niveau, voorzitster van de examencommissie van een der hboHBO-opleiding en heeft een adviserende functie inzake Volksgezondheid-aangelegenheden ten behoeve van de vaste parlementaire commissie van Volksgezondheid van het parlement. Haar opleidingsachtergrond ziet er als volgt uit: Doctoraal Rechten, Master in Public Health en Master in Bioethics. 

Zij stelde eerder, dat zij na de recente vernieuwingen (afgelopen 3-4 jaren) binnen de partij nauwgezet gevolgd te hebben, besloot om uiteindelijk niet meer vanuit de kantlijn haar bijdrage te leveren, maar officieel de stap te maken.

Schuttevaer: Apache boort nog meer olie aan voor kust Suriname



Sinds 2013 gezochte crimineel Soke aangehouden in boot op Marowijnerivier

'Rasta', 'Kleine' of 'Antenne' verdacht van reeks brute gewapende berovingen


Roland Soke, meer bekend als 'Rasta', 'Kleine' of 'Antenne' die sindsjuli 2013 door de politie en Justitie gezocht werd, is gisteren aangehouden door de politie van Albina met ondersteuning van leden van het Nationaal Leger. Dit meldt het Korps Politie Suriname vandaag, dinsdag 7 april 2020.

De agenten zagen Soke in een boot op de Marowijnrivier en gingen over tot zijn aanhouding. Soke wordt verdacht van deelname aan een reeks brute gewapende berovingen in Suriname. Er zijn al zeven van zijn bendeleden aangehouden en achter slot en grendel gezet.

De boot is vermoedelijke van Soke. Daarin heeft de politie een groot geldbedrag in Euro’s aangetroffen. De boot en het geld zijn ten behoeve van Justitie in beslag genomen.

Na de aanhouding heeft de politie van Albina Soke overgedragen aan het Arrestatie Team. Die hebben hem  naar Paramaribo overgebracht en vervolgens overgedragen aan collega’s van de Afdeling Kapitale Delicten. Deze afdeling is belast met het strafrechtelijk onderzoek tegen Soke.

PRO: 'Wet Uitvoering Uitzonderingstoestand kroonstuk op recente campagne tot uitholling rechtsstaat'

'Noodzaak wet is niet op medische gronden gebleken'


De Partij voor Recht en Ontwikkeling (PRO) constateert dat de Wet Uitvoering Uitzonderingstoestand het kroonstuk vormt op de recente campagne tot uitholling van de rechtsstaat. Het wetsvoorstel wordt behandeld op een moment, dat de noodzaak daartoe, niet op medische gronden gebleken is. Er is geen uitbraak of besmettingsgraad gebleken van een schaal die de ernstig beperkende maatregelen rechtvaardigen, als zulks ooit al het geval zou kunnen zijn. 

Hoewel de wettekst, ten aanzien van financiën geformuleerd is, om de indruk te wekken, dat mocht de situatie dat de noodreserve, waarvan het de wettelijke taak van de regering was, deze voor te bereiden en op te bouwen, tekort zou schieten, zij uit andere normale middelen financiering tijdens de uitzondering zou kunnen regelen. Echter gaat de wet veel verder dan dat. 

De wet stelt de belangrijkste wetgeving op zijn, die moet zorgen voor het veiligstellen van de belangrijkste middelen van de staat, zoals onroerend goed, mijnbouwrechten, goud- en kasreserves en aandelen van staatsbedrijven, door van de Bankwet en de Comptabiliteitswet af te wijken. Er staat ook met zoveel woorden, dat extra voorschotten en externe financieringen aangetrokken mogen worden, zonder voorwaarden of restricties te noemen, voor alles wat de regering ziet als het algemeen belang. De grondrechten, die Hoofdstuk V van de Grondwet garandeert, worden door de wettekst en de toelichting erbij, voorwaardelijk gemaakt en ondergeschikt gesteld aan de vermeende uitzonderingstoestand. 

Een van de meest schrikbarende bevindingen is, dat er heel specifiek verwezen is naar de mogelijkheid om zelfs op verdragsrechtelijk vastgelegde mensenrechten af te wijzen. 

De Partij voor Recht en Ontwikkeling stelt zich op het standpunt, dat de Covid-19 pandemie, hoewel ernstig en ingrijpend, in geen enkele democratische rechtsstaat tot zulke verregaande beperkingen heeft geleid voor een dergelijk lange en onzekere periode en zonder de nodige waarborgen. Zij constateert dat vanuit het oogpunt van rechtsvergelijking. Zij constateert ook, dat door juiste toepassing van de bestaande regelgeving, alle maatregelen die tot nu toe afgekondigd zijn, uitvoerbaar en handhaafbaar zouden zijn en blijven. 

Zij komt tot de conclusie, dat de beperking van mensenrechten en de vrijbrief tot wangedrag en verder financieel wanbeleid van de overheid, onacceptabel is en getuigt, van strijdigheid met de Grondwet in de zin van artikel 92 Grondwet. 

Om die reden roept zij alle Assembleeleden op om zich maximaal te verzetten tegen aanname en alle Surinamers om de bescherming en naleving van de Grondwet en garantie grondrechten te eisen van een ieder, onder alle omstandigheden. 

Tot slot wijst zij erop en waarschuwt zij allen die meewerken aan het schenden van de Grondwet, dat de parlementaire onschendbaarheid zich niet uitstrekt tot de misdrijven betreffende de uitoefening van staatsplichten en staatsrechten als vervat in Boek 2, Titel IV Wetboek van Strafrecht. 

De Partij voor Recht en Ontwikkeling zal zich in zetten voor de vervolging en berechting van iedere persoon die zich aan dergelijke misdrijven schuldig maakt, vooral onder misbruik van de huidige pandemie.'

VES wil dat regering Wet Uitzonderingstoestand per direct intrekt

'Wet is naar letter en geest een middel dat niet in verhouding staat tot de kwaal'


'De Vereniging van Economisten in Suriname (VES) vraagt de regering om de ingediende wet Uitzonderingstoestand in de Assemblee per direct in te trekken. Samen met de belangrijkste stakeholders moet om de tafel gezeten worden over actieve burgersteun aan de regering om een oplossing te vinden voor de Covid-crisis én de financieel-economische crisis. 

De Covid-19 uitbraak vormt een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid van Suriname en dient dan ook adequaat en nationaal te worden aangepakt. Het Covid-team doet daarin een hele goede job. Het maatschappelijke middenveld probeert daar ook de noodzakelijke bijdrage aan te leveren. Op enkele storende uitzonderingen na volgt de burgerij de afgekondigde beperkende maatregelen. 

De VES is van mening, dat er in de samenleving geen enkele rechtvaardiging bestaat voor het uitvaardigen van nieuwe wetten om deze crisis te bestrijden. Gezien de huidige stand van de gezondheidszorg en de orde in het land is er voldoende ruimte om de Covid-19 crisis binnen de bestaande orde te bestrijden. De bevolking is meer dan bereid om bij te dragen aan de bestrijding hiervan. Er zijn daartoe al verschillende initiatieven genomen. 

De Wet Uitzonderingstoestand is naar letter en geest een middel dat niet in verhouding staat tot de kwaal. De VES is van mening, dat de Covid-crisis absoluut niet gebruikt mag worden om burgerrechten te beperken en vooral om het financieel-economisch wanbeleid voort te zetten. 

Als vereniging hebben wij op diverse momenten aandacht gevraagd voor de structurele economische problemen welke met het regeringsbeleid van de afgelopen jaren door haarzelf werden gecreëerd. De regering heeft hooghartig onze uitgestoken hand c.q. de aanbiedingen om te ondersteunen om het beleid om te buigen genegeerd. Wij hebben op diverse podia gewaarschuwd dat we zo rechtstreeks op een vierde crisis afstevenen.

'Deze Uitzonderingstoestand is volgens de organisatie bedoeld om het verkeerde financieel-economische beleid voort te zetten en nu zonder wettelijke beperkingen de gecreëerde begrotingstekorten ongebreideld monetair te kunnen financieren. Bovendien wil deze wet ons recht om te protesteren tegen het wanbeleid dat de gemeenschap nog verder zal verarmen, afpakken.

Deze Uitzonderingstoestand zal het bedrijfsleven verlammen en de samenleving sociaal hard treffen en de toekomstige generaties, onze eigen kinderen, in armoede dompelen. Voor de VES is dit onverklaarbaar en roepen we alle maatschappelijke groeperingen op die massaal uit te spreken tegen deze 'beknottingswet' van de regering. 

De vrees is dermate aanwezig dat met deze wet de regering de rijkdommen van de samenleving zal verpanden. 

De VES doet een dringend beroep op de regering om dit heilloze pad te verlaten.'

PCS reageert op onvolkomenheden berichtgeving de Ware Tijd rond detoxificatiekliniek

'Directie PCS betreurt het ten zeerste geen hoor en wederhoor is toegepast'

'Er is nimmer sprake geweest van gedwongen opname van verlof door het personeel'


'Het Psychiatrisch Centrum Suriname (PCS) wenst naar aanleiding van een krantenbericht dat is verschenen in de Ware Tijd d.d. 06 april 2020 een reactie te geven op enkele onvolkomenheden in de berichtgeving. 

De directie van het PCS betreurt het ten zeerste dat het principe van hoor en wederhoor niet is toegepast voor de evenwichtigheid en juistheid van de berichtgeving. 

Zijdens het PCS zijn vanwege de Covid-19 situatie diverse preventieve maatregelen doorgevoerd met als gevolg dat de dienstverlening enigszins is aangepast. 

 Gezien het afgenomen patiëntenbestand is besloten om in samenspraak met het personeel na te gaan op welke wijze zij kunnen worden ingezet op de overige zorgafdelingen. 

De arbeidsrechten van het (zorg)personeel worden te allen tijde gerespecteerd en afgestemd op de geldende wetgeving, en is er nimmer sprake geweest van gedwongen opname van verlof door het personeel.'

'Staatsolie niet bij machte de staat laatste deek dividend voor 2019 te betalen'

Minister Hoefdraad: 'Maar, ook nu is de overheid er om naar oplossingen te helpen zoeken'


Door de Covid-19 pandemie en de wereldcrisis die dit heeft veroorzaakt, zijn aardolieprijzen 70% teruggevallen. Dit is een zware financiële klap voor Staatsolie. 'Maar, ook nu is de overheid er om naar oplossingen te helpen zoeken', zegt minister Gillmore Hoefdraad vandaag, dinsdag 7 april 2020, aan het Nationaal Informatie Instituut. 

'Staatsolie is niet bij machte de staat nu het laatste deel van het dividend voor 2019 te betalen. Ofschoon we het hard nodig hebben, en zeker nu met de economische impact van het Coronavirus, zoeken we gezamenlijk naar een oplossing', aldus de bewindsman.

Net als zijn collega van Natuurlijke Hulpbronnen, Sergio Akiemboto, ontkent Hoefdraad dat het nooit de bedoeling was om aandelen van Staatsolie te verkopen. Het bedrijf is ook nooit onder druk gezet, benadrukt hij.

'De officiële bekendmaking van de tweede grote olievondst door Staatsolie en haar exploratiepartners, wordt thans overschaduwd door valse aantijgingen aan het adres van de regering. De regering heeft Staatsolie in moeilijke tijden te hulp geschoten door bij internationale fondsenverschaffers aan te kloppen, waaronder het Chinese CNOOC, waar in de onjuiste mediaberichtgeving naar wordt verwezen.'

'Toen Staatsolie in 2015 in problemen was haar betalingsverplichtingen ten opzichte van haar schuldeisers niet zou kunnen voldoen, is de regering ingesprongen. Wij hebben samen een succesvolle obligatielening uitgegeven, waarvan het merendeel naar Staatsolie is gegaan. Het bedrijf heeft op deze manier de schuld kunnen herstructureren en in 2018 terugbetaald. Met deze betaling heeft de regering haar betalingsachterstanden op andere gebieden ingelopen', stelt Hoefdraad.

Eind 2019 kreeg Staatsolie andermaal druk vanuit de banken. Het bedrijf deed een beroep op het ministerie van Financiën om bij de IsDB (Islamic Development Bank) of andere financiële instituten hulp te zoeken. Hoefdraad: 'Ik was gelijk bereid ondersteuning te geven. Ik heb met de private arm van de IsDB gesproken die achteraf te duur leek te zijn. Er zijn daarnaast ook gesprekken geweest met EximBank China en de New York Stock Exchange listed company CNOOC. Beide toonden interesse, hadden meer informatie nodig.'

Tijdens zijn staatsbezoek aan China heeft president Desi Bouterse ook een ontmoeting gehad met vertegenwoordigers van CNOOC. Het bedrijf is in december door de president uitgenodigd een bezoek te brengen aan Suriname om samenwerkingsmogelijkheden in de energiesector na te gaan. De ministeries van Financiën en Natuurlijke Hulpbronnen hebben op hun beurt voorbereidingen getroffen voor een kennismakingsgesprek tussen CNOOC en onder andere Staatsolie.

'Er is nog door mij, noch door mijn collega van Staatsolie geëist wat dan ook te verkopen aan CNOOC. Het Chinese bedrijf heeft US$ 800 miljard tot 1 triljoen in assets en als een samenwerking met Suriname niet lukt, gaan ze ergens anders neem ik aan. En let wel deze voorbereidingen waren er voordat er olie werd gevonden',  deelt de minister mee. Hij zegt dat nimmer autoritair of respectloos is omgegaan met Staatsolie. Integendeel. 'Ik heb altijd een uitstekende relatie gehad met Staatsolie in tien jaren dat ik in Suriname ben. En de autonomie van het bedrijf is altijd gerespecteerd. Ik ben in de afgelopen periode benaderd door Russische, Ghanese en Amerikaanse bedrijven. Ik heb allemaal netjes verwezen naar Staatsolie. Het is erg dat zaken zo in het nieuws komen, terwijl de regering altijd respectvol naar Staatsolie is geweest en zal blijven.'

De regering heeft geloof in Staatsolie en geenszins de intentie om het bedrijf te schaden. 'De bewijzen liggen daar: de 25 procent aandelen van Newmont zijn overgedragen aan Staatsolie zonder een cent voor te vragen en dit in een bijzonder moeilijke tijd. De overheid heeft zelfs voorgefinancierd. De Afobaka dam is eveneens overgedragen aan Staatsolie met een lening van de overheid van US$. 125 miljoen. Daarnaast is 30 procent participatie in IAmGold aan Staatsolie gegeven. Deze investeringen helpen Staatsolie juist om de schokken in de wereldmarkt te kunnen mitigeren. Immers, we hebben geleerd van 2015.'

Suriname houdt zich niet aan aflossingsafspraak obligatielening die de Staat Suriname heeft via Oppenheimer Funds

Rente op obligatielening is met 3% verhoogd, naar 12,875%


De rente op de recente obligatielening die de Staat Suriname via Oppenheimer Funds heeft uitgegeven op de internationale markt is met 3% verhoogd, naar 12,875%. De lening van US$ 125 miljoen was aangegaan voor de afbetaling van de stroomrekening bij Suralco van de Afobaka stuwdam in december vorig jaar. Dit betekent, dat de regering US$ 3,75 miljoen extra moet ophoesten voor het niet nakomen van de voorwaarden waaronder de overbruggingslening was aangegaan vorig jaar. 

De snel verslechterde naam van Suriname op de internationale kapitaalmarkt, heeft na de recente downgrade van Fitch en Standard & Poor's opnieuw een behoorlijke deuk gekregen, zegt oud-bankier en econoom Jim Bousaid in reactie op de verhoogde rente op de Bridge Loan vanmiddag, dinsdag 7 april 2020, op Starnieuws.

'Gisteren heeft Surinaamse regering in een verklaring bevestigd, dat zij in gebreke is om te voldoen aan de voorwaarden van de lening die via Oppenheimer op de internationale kapitaalmarkt is genomen.'

In een bekendmaking van de regering staat:

'De Republiek Suriname deelt aan houders van notes van haar lening van US$ 125 miljoen, tegen 9.875% rente, mee dat zij in gebreke is om, zoals afgesproken, uiterlijk 19 maart 2020 aan de houders een overzicht te sturen van haar terugbetaalcapaciteit. 

Volgens de voorwaarden van de leningsovereenkomst had dit binnen 90 dagen na ondertekening moeten gebeuren. Dit betekent, dat het oorspronkelijk afgesproken rentepercentage van 9.875%, conform de voorwaarden nu geacht wordt met 3 procentpunten te zijn verhoogd en thans dus 12.875% te zijn. De verhoogde rente gaat zal gelden tot dat Suriname heeft voldaan aan de voorwaarde om bedoeld overzicht van de terugbetalingscapaciteit te verstrekken.' 

Bij de overname van de dam hadden de regeringsautoriteiten aangegeven, dat er alleen maar voordelen waren verbonden als de dam in Surinaamse handen zou zijn. Drie maanden later is de lening per jaar verzwaard met US$ 3,75 miljoen rente tot bijna US$ 16,1 miljoen. De obligatielening loopt tot 2023.

Twaalf vrouwen vermoord in eerste twee weken quarantaine Colombia

Quarantaine bevordert spanning en vergroot isolement van vrouwen met gewelddadige partners

(Bron foto: Pedro Pardo/The Bogota Post)

Twaalf vrouwen hebben de eerste twee weken van de voortdurende quarantaine van Colombia niet overleefd, zei de openbaar aanklager maandag 6 april 2020. Huiselijk geweld wordt een steeds groter probleem. Volgens vice-procureur-generaal Martha Janeth Mancera registreerde haar kantoor sinds het begin van het jaar 37 gevallen van vrouwenmoord (femicide), waarvan bijna een derde in de afgelopen twee weken.


Quarantaine bevordert de spanning en spanning die wordt veroorzaakt door veiligheid, gezondheid en geldzorgen. En het vergroot het isolement van vrouwen met gewelddadige partners, waardoor ze worden gescheiden van de mensen en middelen die hen het beste kunnen helpen. Het is een perfecte storm voor het beheersen van gewelddadig gedrag achter gesloten deuren. En tegelijkertijd, terwijl de gezondheidsstelsels zich tot het breekpunt uitstrekken, bereiken ook de schuilplaatsen voor huiselijk geweld hun capaciteit, een tekort aan dienstverlening wordt nog erger wanneer centra worden herbestemd voor extra Covid-19-respons.

Het aantal vervolgingen is aanzienlijk lager dan in de studentenkrant 070 in Bogota, die alleen al in de eerste twee maanden van het jaar 44 gevallen van vrouwenmoord registreerde. Femicide in Colombia heeft tot dusver dit jaar tot nu toe ten minste 44 slachtoffers gemaakt.

Volgens Mancera kon de aanklager in 58% van de gevallen van femicide die doorgaans door de partner van het slachtoffer wordt gepleegd, een verdachte vinden. Desalniettemin beweerde de hoogste Officier van Justitie dat 'deze quarantaine de gerechtigheid niet zal stoppen', dat notoir ineffectief is, vooral als het gaat om geweld tegen vrouwen.

Het feit dat Mancera niet eens gevallen van vrouwenmoord heeft geregistreerd uit een studentenblad, is een pijnlijke herinnering aan het onvermogen van de aanklager om gerechtigheid te dienen.

Het openbaar ministerie zei begin 2018, dat het elke moord op een vrouw als een haatmisdaad zou behandelen, maar zonder effect, omdat jarenlang wanbeheer en corruptie het kantoor vrijwel volledig hebben doen instorten.

Het vermoorden van vrouwen is in 2019 blijven stijgen van 960 tot 976, volgens het bureau van de lijkschouwerr. Veel vrouwen doen niet eens de moeite om huiselijk geweld te melden vanwege de virtuele ineenstorting van de aanklager en uit angst voor represailles van hun dader.

De vrouwenmoorden tonen slechts een topje van de ijsberg van het buitensporige geweld dat vrouwen in Colombia doorstaan, vooral door hun partners. De 960 vrouwen die in 2018 zijn vermoord, zijn een fractie van de 42.753 vrouwen die het waagden om echtelijk geweld te melden en het overleefden. De cijfers van vorig jaar worden pas later dit jaar verwacht.

UN Women sprak donderdag zijn bezorgdheid uit over een wereldwijde toename van geweld tegen vrouwen tijdens de pandemie, vooral in landen waar een quarantaine is ingesteld. 

(Suriname Mirror/Colombia Reports/YouTube/)

Ambassadeur van Colombia in Uruguay treedt af na vondst cocaïnelab op landgoed familie

Ambassadeur moet uitleggen hoe  cocaïnelab zonder zijn medeweten minstens één ton cocaïne per maand op terrein van familie had kunnen produceren


De ambassadeur van Colombia in Uruguay is maandag 6 april 2020 afgetreden nadat hij zijn verbazing had geuit over een cocaïnelaboratorium op een van de landgoederen van zijn familie.


Het kantoor van president Ivan Duque bevestigde dat Fernando Sanclemente was afgetreden, nadat hoofdaanklager Francisco Barbosa de krant El Tiempo had verteld, dat de dynastiepoliticus betrokken is bij het onderzoek naar drugshandel.


Sanclemente, de voormalige directeur van de Colombiaanse Burgerluchtvaart Organisatie, zei in een persbericht, dat hij 'verrast' was door het onderzoek, dat in februari begon nadat de Amerikaanse autoriteiten cocaïne op Amerikaanse luchthavens hadden opgespoord dat leidde naar het laboratorium op het landgoed van zijn familie in Guasca, een stad in de buurt van Bogota.


De voormalige ambassadeur herhaalde, dat hij zichzelf als slachtoffer beschouwde. In een interview dat zondag werd gepubliceerd, vertelde de hoofdaanklager aan de krant El Tiempo, dat de ambassadeur zal moeten uitleggen hoe een cocaïnelab zonder zijn medeweten minstens één ton cocaïne per maand op het terrein van zijn familie zou kunnen produceren.

Sanclemente heeft het 'onberispelijke publieke imago' van zijn familie benadrukt, ondanks een corruptieonderzoek en beschuldigingen dat hij steekpenningen van het Sinaloa-kartel aannam toen hij directeur was van de Colombiaanse Burgerluchtvaartautoriteit.

De traagheid van de aanklager bij het onderzoeken van Sanclemente deed de twijfel over de integriteit van Barbosa, die al betrokken is bij een verkiezingsfraude onderzoek naar drugshandelaren en de extreemrechtse partij van Duque, verder toenemen.



Net als het onderzoek tegen de regerende partij van het Centro Democrático is het onderzoek tegen de ambassadeur ontsierd door onregelmatigheden. De media kregen aanvankelijk te horen, dat het lab een 'snellaboratorium' was, wat later werd ontkend door de aanklager, die zei dat het lab al maandenlang cocaïne produceerde die bedoeld was voor de VS.

Sanclemente vertelde eerder aan de pers, dat zijn broer, die het pand beheerde, het gebied waar het laboratorium was gevonden had gehuurd van een 87-jarige aardappelboer, die nog moet verschijnen. De broer van de ambassadeur is ook niet in het openbaar verschenen.

(Suriname Mirror/El Espectador/Colombia Reports/Caracol/WRadio/Twitter/YouTube)

Colombia verlengt verplichte quarantaine met nog eens twee weken, tot en met 26 april

(Bron foto: Twitter)
President Iván Duque: 'Onze uitdaging is om levens te blijven redden'


Na 13 dagen quarantaine verlengt Colombia de verplichte quarantainr met nog eens twee weken. President Iván Duque heeft maandagavond 6 april 2020 aangekondigd, dat de quarantaine in Colombia nog twee weken zal voortduren en nu op 26 april om 23.59 uur zal eindigen. 

De quarantaine zou oorspronkelijk op 12 april om 23.59 uur eindigen, hoewel er gespeculeerd werd dat doorgaan zou worden tot juni.


Door de landelijke quarantaine zijn bedrijven, scholen en universiteiten gesloten, terwijl alleen essentiële diensten open bleven. Per huishouden mag één persoon boodschappen doen en medicijnen kopen of honden uitlaten.

In tegenstelling tot andere landen maakt de quarantaine van Colombia geen uitzonderingen voor diegenen die willen wandelen of joggen. De afsluiting heeft de meest kwetsbaren van het land het hardst getroffen. Van de Venezolaanse migranten tot de armste Colombianen, er zijn meldingen dat kwetsbare informele werknemers uit hun huizen worden gedwongen. Het is duidelijk dat degenen die normaal overleven door te verkopen op straat, het moeilijk hebben terwijl mensen thuis blijven.

Uit interviews met inwoners van Soacha vorige week bleek, dat velen daar stand hielden voor 13 april, de oorspronkelijke einddatum voor de landelijke quarantaine. Ook bedrijven lijden zo vertelg een eigenaar van een klein bedrijf: 'De grote meerderheid [van kleine bedrijven] gaat failliet.'

De uitdaging voor Colombia, met zo veel leven van dag tot dag of van week tot week, is het in evenwicht brengen van de zeer reële economische uitdagingen van het land met de even echte volksgezondheidsuitdagingen. De president zei, dat de quarantaine niet voor onbepaalde tijd zou kunnen voortduren en hij heeft de mogelijkheid van intelligente isolatie gesuggereerd. 'Afhankelijk van het gedrag van de epidemiologische curve, zullen we volgende week melden of de quarantaine wordt verlengd of dat we naar intelligent isolement gaan', zei hij.

Met nog eens 94 nieuwe Colombiaanse Covid-19-gevallen en 11 sterfgevallen die vandaag, dinsdag 7april 2020, in Colombia zijn bevestigd - waarmee het totale aantal gevallen op 1.579 komt en het totale aantal doden op 46 - vertelde Duque de natie, dat de huidige verplichte quarantaine met nog eens 14 dagen zou worden verlengd. 'De maatregelen die we hebben genomen zijn positief', zei hij. 'Onze uitdaging is om levens te blijven redden.'

(Suriname Mirror/The Bogota Post/Twitter)

Ziekenhuizen in Latijns-Amerika dreigen overspoeld te worden door coronacrisis

(Bron foto's: IPS)
Meeste Latijns-Amerikaanse hebben in verhouding weinig ziekenhuisbedden

Regionale gemiddelde bedraagt 27 bedden per 10.000 inwoners


De ziekenhuizen in Latijns-Amerika dreigen overspoeld te worden door de coronacrisis. De gezondheidsdiensten schieten zonder epidemieën al te kort, zeker voor mensen in armoede. Zelfs Brazilië, het grootste land, is niet voorbereid. De meeste Latijns-Amerikaanse landen geven weinig uit aan gezondheidszorg en hebben in verhouding weinig ziekenhuisbedden. Ze kunnen niet garanderen dat iedereen toegang heeft tot de gezondheidsdiensten. Ze lopen nu een groot risico overrompeld te worden door de coronapandemie. 

'Zelfs in goed georganiseerde en robuuste gezondheidsstelsels zijn de uitdagingen van een pandemie enorm, in zwakke stelsels, zoals die in veel landen van Latijns-Amerika, zijn de uitdagingen nog groter’, zegt José Félix Oletta, voormalig minister van Volksgezondheid (1997-1999) in Venezuela.


Van de 630 miljoen inwoners van Latijns-Amerika en de Caraïben heeft 30 procent geen normale toegang tot gezondheidsdiensten, zegt de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO), een afdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Meestal zijn er geografische of financiële redenen. Het cijfer komt overeen met de armoedestatistieken van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied (Cepal), een andere VN-instantie. Die berekende dat de regio 185 miljoen armen telt. Meer dan 10 procent, 68 miljoen mensen, leeft in extreme armoede. De gezondheidsuitgaven in de regio bedragen gemiddeld minder dan 4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Slechts 2,2 procent van die uitgaven komt van centrale overheden, zeggen de Cepal en PAHO.


De regeringen van de regio hebben in 2014 toegezegd hun gezondheidsuitgaven te verhogen tot minstens 5 procent van hun bbp, maar alleen Cuba (10,6 procent), Costa Rica (6,8 procent) en Uruguay (6,1 procent) hebben dat doel bereikt. De meeste geïndustrialiseerde landen besteden 8 procent van het bbp aan gezondheid, tussen 3.000 en 4.000 dollar per hoofd van de bevolking per jaar, vergeleken met ongeveer 1.000 dollar per persoon in Latijns-Amerika. Argentinië, Chili, Cuba en Uruguay besteden ongeveer 2000 dollar per persoon, Haïti, Honduras of Venezuela minder dan 400 dollar. Wat de patiënt uit eigen zak moet betalen, is laag in Cuba, Costa Rica en Uruguay (10 tot 20 procent) en zeer hoog in landen als Venezuela (63 procent), Guatemala (54) en de Dominicaanse Republiek (45 procent). Het illustreert de ontoereikendheid van de gezondheidszorg, sociale zekerheid en particuliere verzekeringen.

De armste mensen zijn het kwetsbaarst omdat ze soms zelfs geen hulp zoeken uit vrees die niet te kunnen betalen.


Een andere indicator is het aantal beschikbare bedden in ziekenhuizen, zelfs zonder rekening te houden met de kwaliteit van infrastructuur, voorzieningen en efficiëntie. Het regionale gemiddelde bedraagt 27 bedden per 10.000 inwoners. Het aandeel van de bedden op intensieve zorg is soms erg klein. Bovendien ‘volstaat het niet om ziekenhuizen en gezondheidscentra te hebben. Ze moeten human resources, infrastructuur, apparatuur, medicijnen en andere gezondheidstechnologieën goed op elkaar afstemmen om kwaliteitszorg te kunnen bieden’, zegt PAHO-directrice Carissa Etienne.


Als de huidige Covid-19-pandemie in de regio oprukt, zijn Bolivia, Guatemala, Haïti, Honduras, Nicaragua, Paraguay en Venezuela ‘de Latijns-Amerikaanse landen die de grootste risico’s lopen’, zegt de PAHO. Brazilië is niet klaar Brazilië, met 211 miljoen inwoners het grootste land in de regio, heeft de afgelopen dertig jaar een eenheidssysteem voor gezondheidszorg uitgebouwd, met programma’s als Meer Artsen, Volksapotheken en Gezondheid van het Gezin. Dat laatste programma voorziet in lokale teams van artsen, verpleegkundigen en hulpverleners die tot 3000 mensen bedienen. Via Meer Artsen waren er 18.000 dokters aan de slag, meer dan de helft Cubanen, in afgelegen wijken en dorpen. Maar, sinds december 2018 is dat aantal fors gedaald, een gevolg van de politieke breuk tussen Brasilia en Havana, waardoor duizenden gezondheidswerkers terug naar Cuba moesten.

De sociale kloof wordt groter in Brazilië. Volksgezondheid moet met 44 procent van de ziekenhuisbedden 75 procent van de inwoners bedienen, de privéziekenhuizen hebben meer dan de helft van de bedden voor het andere kwart van de bevolking. In 2009 had Brazilië 18,7 bedden per 10.000 inwoners, in 2017 was dat gedaald tot 17,2. De helft van die bedden bevindt zich in vier van de 27 deelstaten, meer bepaald de rijkste deelstaten in het zuidoosten van het land. Er zijn 47.000 bedden intensieve zorg (IZ), maar voor elk IZ-bed in het openbare systeem –en die zijn al voor 90 procent bezet – zijn er 4,6 in de privéziekenhuizen. Brazilië ‘is niet klaar om de coronavirusepidemie het hoofd te bieden, niet zozeer vanwege een gebrek aan middelen, maar vanwege de slechte spreiding, de grote ongelijkheid in toegang tot de diensten, en slecht beheer’, zegt epidemioloog Eduardo Costa, adviseur internationale samenwerking van de Nationale School voor Openbare Gezondheid.

Het Cubaanse gezondheidssysteem, dat door de socialistische regering een van de successen van haar revolutie wordt genoemd, is volledig openbaar en vrij toegankelijk voor de bevolking van 11,2 miljoen mensen, met volgens officiële cijfers 90 artsen per 10.000 inwoners. Er zijn geen precieze gegevens over hoeveel van de 47.000 bedden voor intensieve zorg bestemd zijn. Bovendien klagen Cubanen over vertragingen bij niet-urgente operaties. Maar, minister van Volksgezondheid José Ángel Portal zegt, dat Cuba over 274 bedden beschikt voor ernstige coronapatiënten en van plan is er nog 200 te creëren. Een vlaggenschipprogramma is dat van de internationale missies voor medische samenwerking, gestart in 1963, waarbij al 407.000 artsen, technici en assistenten naar 164 landen zijn uitgestuurd.

Voor de Covid-19-pandemie bereidt Cuba 14 medische brigades voor met 600 leden, waarvan meer dan de helft vrouwen.

In Chili, een land met 18,7 miljoen inwoners, vallen 14 miljoen onder de openbare gezondheidszorg, en die kampt met lange wachttijden. Het kan weken of maanden duren om een consult te krijgen en meer dan een jaar voor een chirurgische ingreep. Het voedde de protestbetogingen die de Chilenen sinds oktober 2019 maandenlang organiseerden. Ze stopten pas toen de regering beloofde de Grondwet, die nog van de dictatuur dateert, te hervormen.

Chili telt 22 ziekenhuisbedden per 10.000 inwoners, samen 32.000 bedden, met 3300 voor noodsituaties. De regering probeert die nu op 5200 te brengen om Covif-19 aan te pakken. Volgens expert volksgezondheid Nelly Alvarado, hoogleraar aan de Diego Portales-universiteit, ‘zal de gezondheidscapaciteit nooit voldoende zijn in het licht van een onverwachte situatie die uit de rest van de wereld komt.’ Er zijn nooit zeer veel bedden voor intensieve zorg geweest, ‘noch in Chili, noch in de rest van wereld. Ze zijn duur en uiterst complex, omdat er geavanceerde apparatuur en gespecialiseerd personeel voor nodig is.’

De laatste tien jaar zijn in Venezuela officiële gezondheidsstatistieken steeds schaarser geworden. Studies van niet-gouvernementele organisaties wijzen erop dat de gezondheidszorg op instorten staat en dat het land zich in een ‘complexe humanitaire noodsituatie’ bevindt.

Venezuela, een land met 30 miljoen inwoners, staat onderaan de regionale rangschikking wat betreft uitgaven voor gezondheid en aantal ziekenhuisbedden. De organisatie Médicos por la Salud (Artsen voor de Gezondheid) meldde. dat er in 2019 elektriciteitsstoringen waren in 63 procent van de 40 grote ziekenhuizen waarop het toeziet. In 78 procent van de ziekenhuizen waren er problemen met de watervoorziening. Barrio Adentro, een programma dat in 2003 van start ging en duizenden Cubaanse artsen naar volksbuurten bracht, is bijna verdwenen en de meeste winkels zijn gesloten. ‘We staan laatste op een PAHO-lijst over de voorbereiding van 33 landen op het zuidelijk halfrond om Covid-19 het hoofd te bieden’, zegt oud-minister Oletta, ‘en de pandemie komt na tegenslagen in vaccinatiecampagnes en het terugdringen van te voorkomen ziekten die weer zijn opgedoken, zoals malaria, mazelen en tuberculose.’

De gezondheidscrisis maakt deel uit van de algemene ineenstorting van de basisdiensten als gevolg van economische recessie van de laatste vijf jaar en de hyperinflatie van de laatste drie jaar. Bijna vijf van de 32 miljoen Venezolanen hebben het land verlaten. Bij de emigranten zitten volgens de beroepsorganisaties meer dan 22.000 artsen.

(Suriname Mirror/IPS/MO.be/Twitter/YouTube)

China verontwaardigd over coronavirus-commentaar van Braziliaanse minister

Minister legt verband tussen coronavirus en 'plan voor wereldoverheersing' van China



China heeft van Brazilië een verklaring geëist nadat zijn minister van Onderwijs een verband tussen de coronavirus pandemie en zijn 'plan voor wereldheerschappij' had gesuggereerd in een inmiddels verwijderde tweet waarin een Chinees accent wordt geïmiteerd. 

Bij het laatste incident om de banden tussen Brasilia en Peking te verstevigen, suggereerde minister van Onderwijs Abraham Weintraub, dat China achter de besmetting zou kunnen zitten. 'Wie zal er geopolitiek sterker uit deze wereldwijde crisis komen?', schreef hij vrijdag op Twitter. 'Wie in Brazilië is verbonden met dit onfeilbare plan voor wereldheerschappij?' In het oorspronkelijke Portugees verving zijn tweet de letter "r" door een hoofdletter "L" - "BLazil" - in een stijl die gewoonlijk wordt gebruikt om een ​​Chinees accent te bespotten.



De Chinese ambassade in Brasilia veroordeelde Weintraubs 'absurde en verachtelijke' opmerking en noemde het maandag 'zeer racistisch'. 'De Chinese regering verwacht een officiële verklaring van Brazilië', zei ambassadeur Yang Wanming.


Het geschil komt doordat Brazilië, zoals veel landen, hoopt meer medische apparatuur uit China te halen om Covid-19 aan te pakken. Weintraub zei in een interview, dat hij achter zijn tweet stond en China opriep om meer te doen om de pandemie te bestrijden. 'Als ze [China] ons 1.000 ventilatoren verkopen, ga ik voor de ambassade op mijn knieën, excuses aanbieden en zeggen dat ik een idioot ben', zei hij tegen Radio Bandeirantes.

Minister van Volksgezondheid Luiz Henrique Mandetta zei vorige week  dat Brazilië moeite heeft om ventilatoren en andere essentiële gezondheidsvoorzieningen uit China te halen, en zei dat sommige van zijn orders zonder uitleg werden geannuleerd.

Het probleem brak maandag uit in een oorlog op sociale media. De toptrend op Twitter in Brazilië was de #TradeBlockadeOnChinaNow.

Brazilië, de grootste handelspartner van China, is het meest getroffen Latijns-Amerikaanse land door het coronavirus, met tot nu toe bijna 500 doden en meer dan 11.000 bevestigde gevallen. Sinds het uitbreken van de pandemie zijn de banden tussen Brazilië en China gespannen, met name door een reeks tweets van de zoon van president Jair Bolsonaro, Eduardo, een federale wetgever.

Eduardo Bolsonaro had kritiek op de Chinese 'dictatuur' vanwege de aanpak van de uitbraak in maart. Vorige week tweette hij over het 'Chinese virus', een uitdrukking die Beijing woedend maakt. Het is ook gebruikt door de Amerikaanse president Donald Trump, die zijn vader bewondert. Dat bracht de consul-generaal van China in Rio de Janeiro, Li Yang, ertoe Eduardo in een opiniekolom in de Braziliaanse krant Globo te vragen: 'Ben je echt zo naïef en onwetend?'

(Suriname Mirror/Istoe/Al Jazeera/France24/Twitter/Rede Brasil Atual)

Toerisme-sector en ministerie van HI&T zoeken wegen om impact coronacrisis te verzachten

(Bron foto's: Suriname Mirror)
'Het ziet er niet rooskleurig uit, gevolgen zijn immens'


De gidsen- vereniging United Tourguides Suriname (UTGS), toerisme-organisatie SHATA (Suriname Hospitality and Tourism Association) en de Associatie van Surinaamse Reisagenten (Asra) zijn met het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme (HI &T) mogelijkheden aan het bespreken, om de impact van de coronacrisis te verzachten. Voor elk van deze branches zijn de gevolgen immens, aldus de Ware Tijd dinsdag 7 april 2020. 

Errol Gezius van de UTGS zegt, dat de vereniging onlangs heeft vergaderd met haar gidsen over de effecten. Landelijk zijn er ongeveer 150 gidsen, zowel vaste medewerkers als freelancers, die hun brood verdienen in de sector. Volgens Gezius komt zeker 90 procent van de toeristen uit het buitenland. De organisatie heeft uitgerekend dat door de tijdelijke sluiting van het luchtruim er tot hooguit eind dit jaar geen buitenlandse toeristen verwacht hoeven te worden. 'Het ziet er niet rooskleurig uit', zegt hij.

Nadat het ministerie gevraagd had hoe het de vereniging tegemoet kan komen, heeft de UTGS enkele voorstellen gedaan. Een daarvan is dat de gidsen, met de ervaring die zij hebben, voorlopig als voorlichters fungeren voor de overheid om informatie te geven rondom het coronavirus. De organisatie zal deze week een presentatie verzorgen aan het departement om een beeld te geven van de tot nu toe misgelopen inkomsten.

Sylvia Ang, secretaris van de SHATA, zegt dat het ministerie gesproken heeft over een fonds waarmee ondernemingen in de branche ondersteund zullen worden. Het is haar echter nog niet duidelijk wat de criteria zijn om in aanmerking te kunnen komen. 'Ik ben nu alvast per bedrijf aan het inventariseren hoeveel personeelsleden er zijn en wat de vaste lasten zijn.' Ang die zelf ook ressorthouder is, benadrukt dat het er vooral om gaat dat de nood wordt verzacht, 'want we krijgen nu geen enkel cent aan inkomen'.

Sirano Zalman, uitbater van Access Tours and Travel, beaamt dit. De onderneming is nu al ruim drie weken noodgedwongen op slot. Zalman: 'We krijgen aanvragen, maar we zijn op overheidsbevel gesloten dus je mág niet werken. Het gaat dan niet om winsten, want die komen terug. Onze grootste zorg is dat we totaal geen inkomen hebben.'

Hij onderstreept dat de impact veel verder gaat: ook toeleveringsbedrijven lijden hieronder. De onderneming heeft Frederiksdorp en Danpaati onder haar beheer. Op elk resort werken dertig personen (met part timers). Hoewel hij de maatregelen vanuit de overheid kan begrijpen, is hulp vanuit de overheid nu dringende noodzaak. Hij stelt onder meer voor, dat de overheid helpt bij het uitbetalen van de salarissen. 'Ook al krijgen we een lening die we in betere tijden terug kunnen betalen.'

Riaz Mohamedjoesoef, voorzitter van Asra zegt, dat er aan de ministeries van HI&T en Openbare Werken, Transport en Communicatie voorstellen zijn gedaan, zodat de reisagenten kunnen overleven. Hij noemt onder meer gezamenlijk personeelskosten dekken en (gedeeltelijke) vrijstelling van belasting. 'We zitten nu echt helemaal zonder inkomsten. Het enige wat we nu doen is helpen bij het terughalen van repatrianten en ondersteunen bij het laten overvliegen van mensen die eventueel terug moeten. Verder is er geen werk.'

Leden PLO blijven hameren op uitbetaling 9 maanden 😡 achterstallige gelden en hogere tarieven

'Nergens in regio nog wordt gereden voor tarief van 1 US dollar, dat is alleen in Suriname mogelijk'

'Het geld is op, ik wil nu wel met de president spreken'


Leden van de Particuliere Lijnbushouders Organisatie (PLO) eisen uitbetaling van achterstallige gelden. Zij gingen gistermiddag naar de Congreshal waar het Covid-19 Managementteam zijn dagelijkse persbijeenkomst hield. 'We willen onze stem laten horen aan de regering, want we hebben nog steeds géén geld', aldus Faizel Bholai, een bushouder, AD o schrijft de Ware Tijd vandaag, dinsdag 7 april 2020. 

Voorzitter van de Ontwikkeling van Surinaams Openbaar Vervoer Suraj Sahadew-Lall legt uit dat het nu wel heel nijpend wordt. Hij vraagt de regering om de belangen van de lijnbushouders en de chauffeurs zeer serieus te nemen. In elk geval zou de achterstallige brandstofcompensatie van negen maanden uitbetaald moeten worden. 'Ook voor de onzekere lockdown-periode die maar voortduurt, moet er een dagelijkse compensatie komen ter hoogte van Srd 500, waarvan de bushouder Srd 350 krijgt en de chauffeur Srd 150 zolang de lockdown duurt.'

Als derde punt noemt hij aanpassing van de tarieven. 'We komen bij lange na niet meer uit met deze bustarieven van Srd 1,85. Misschien met een koers van 2,80 wel, maar zeker niet met de huidige koers. We kunnen rijden voor Srd 3,85 met de koers van 8,50 die de president voorstelt. Maar, niet tegen een straatkoers van Srd 13 tot Srd 14 voor een US dollar.'

Bushouder Bholai vult aan, dat nergens in de regio nog wordt gereden voor een tarief van 1 US dollar. Dat is volgens hem alleen in Suriname mogelijk.

Rajesh Singh is buseigenaar van Paramaribo Southdrain. Hij rijdt al vier weken niet en zit al twaalf maanden zonder salaris. 'Schandalig wat hier allemaal gebeurt. Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd met je probleem en weer terug. Van het PLO-gebouw naar het ministerie en terug. We hebben niet eens geld om te eten.' Buschauffeur Melvin Adely beaamt dat. 'Twee dagen heb ik al niet gegeten. Ik heb honger. Echt. Ik heb geen rijst of iets om aan mijn kinderen te geven. Het geld is op. Ik wil nu wel met de president spreken.' 

Dat de nood hoog is, blijkt uit de massale opkomst. De leden hielden gepaste afstand vanwege de coronavirus-maatregel. Een petitie werd overhandigd aan perschef Bobby Doerga  van vicepresident Ashwin Adhin Hij nam de petitie in ontvangst en verzekerde de lijnbushouders dat hij deze aan Adhin zou overhandigen.

PLO-voorzitter John Mahadewsing was niet aanwezig bij het protest van de particuliere lijnbushouders vóór de Congreshal.

Overheids- en particuliere crèches en peuterscholen blijven gesloten

'Hoe het ook zij het is van belang dat u als ouders de maandbijdrage betaalt'


In navolging van de scholen die langer gesloten zullen blijven, geldt nu ook dat overheids- en particuliere crèches en peuterscholen gesloten blijven. Dit maakte minister André Misiekaba van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo) gisteren bekend tijdens de reguliere Covid-19 persconferentie, aldus de Ware Tijd vandaag, dinsdag 7 april 2020.

Aanvankelijk zouden de scholen op 15 april weer beginnen, nadat de Paasvakantie vanaf 16 maart voortijdig was ingelast.

Er is wel een uitzondering voor crèches die vallen onder het beheer van ziekenhuizen. De minivabster verwees naar de verklaring van SoZaVo-directrice Angela Salmo van 23 maart. Zij zei toen, dat bij vooruitbetaling ouders bij particuliere crèches het geld van twee weken tegoed hebben en bij achteraf betaling zijn de ouders de particuliere opvang nog twee weken geld verschuldigd. Hierover zei de minister dat er onduidelijkheid heerst. 'Dit wil niet zeggen, dat ouders het geld terug moeten halen. U wordt als ouder of verzorger gevraagd om nadere afspraken te maken over wat u nog tegoed heeft bij de houders van crèches en peuterscholen.'

De bewindsman hoopt met zijn verklaring onduidelijkheden uit de wereld te hebben geholpen. Over april en voor de maanden daarna vraagt de bewindsman aan de ouders om met de eigenaren van de opvang in conclaaf te blijven totdat de regering andere maatregelen heeft genomen. Dit, indien de crisis aanhoudt of verergert.

'Hoe het ook zij het is van belang dat u als ouders de maandbijdrage betaalt. Aanvankelijk van wat de crèche of peuterschool blijft aanbieden.' De minister vroeg medewerking van de aangemelde crèches en peuterscholen bij het Bureau Opvanginstellingen voor de exercitie die nu wordt uitgevoerd. SoZaVo is bezig om de instellingen die daar geregistreerd staan in kaart te brengen. Het ministerie gaat na wie er allemaal werken, wat de lonen zijn en wie de houder is. Als de situatie verergert en de overheid moet inkomen moet alles gereed zijn vanuit de regering.

Over het schoolvervoer dat wordt verzorgd door particulieren, zei de minister dat dat niet valt onder SoZaVo of het ministerie van Onderwijs Wetenschap en Cultuur. Het is een particulier initiatief waarbij ouders de vrijheid hebben gehad hun kinderen met degelijk transport te laten vervoeren. Het ministerie is belast met het transport voor leerlingen en leerkrachten die geregistreerd zijn bij de afdeling Vervoer van Onderwijs. 'We kunnen niet beslissen of betaald moet worden voor particulier schoolvervoer. Het valt buiten de competentie van SoZaVo en het ministerie van Onderwijs Wetenschap en Cultuur.'

Jairzinho 'Bigi Boy' Rozenstruik staat zaterdag 18 april in de ring tegen de Fransman Francis Ngannou

Nog niet duidelijk waar gevecht zal plaatsvinden en onder welke condities



De Surinaamse MMA-vechter Jairzinho 'Bigi Boy' Rozenstruik staat zaterdag 18 april in het langverwachte gevecht in de zwaargewicht divisie van de UFC (Ultimate Fighting Championship) in de ring tegen de Fransman Francis ‘The Predator’ Ngannou. 

De partij zou in eerste instantie op 28 maart in Columbus, Ohio (VS), plaatsvinden maar ging niet meer door vanwege de coronavirus pandemie. 'Bigi Boy' maakte het nieuws van de nieuwe datum vanochtend, dinsdag 7 april 2020, zelf wereldkundig:


Het is nog niet duidelijk waar het gevecht zal plaatsvinden, maar vermoed wordt dat de locatie ergens aan de westkust van de VS zal zijn. Ook is niet bekend hoe wordt omgegaan met het Coronavirus...

Met het krijgen van een gevecht tijdens UFC 249 gaat een deel van de wens van 'Bigi Boy' in vervulling, maar een ander deel niet. Rozenstruik, die momenteel in Zuid-Florida is met zijn trainer Michael Babb, had graag gezien dat het treffen met Ngannou om de interim-titel zou gaan, maar de UFC gaf daar uiteindelijk geen groen licht voor.

(Suriname Mirror/bjpenn.com/Twitter/MMA Fighting/Waterkant.net)

Relschoppers die avondklok negeren kunnen langer worden vastgehouden dan zes uur 's morgens door politie

Overtreders mogen maximaal 24 uur worden vastgehouden in politiebureau


Korpschef Roberto Prade van het Korps Politie Suriname heeft maandagmiddag 6 april 2020 tijdens een persconferentie van het Covid-19 Managementteam, bekendgemaakt dat overtreders van de partiële lockdown, ofwel avondklok, langer vastgehouden mogen worden in een politiepost. Dit meldt het Nationaal Informatie Instituut, NII.

Dat betekent dat zij, die zich na 20.00 uur zonder een valide reden op straat bevinden, niet meer om 06.00 uur de volgende ochtend vrijgelaten worden. Artikel 11 van het Politiehandvest biedt de politie de mogelijkheid om degenen die zich schuldig maken aan deze overtreding maximaal 24 uur vast te houden. 'Hoewel het aantal rellen is afgenomen, is dat nog te veel', aldus korpschef Prade.

Naar zeggen van de korpschef deden de meeste rellen, waaronder barricades, zich voor in het zuidelijk deel van Paramaribo voor. Ephraimzegen, Nieuw Weergevondenweg en Abrabroki zijn enkele gebieden waar de politie heeft moeten ingrijpen.

Momenteel is de politie op zoek naar twee knapen onder de 20 jaar, die zijn aangezet door ouderen om te rebelleren. De twee zijn 'in beeld gebracht' bij de politie en zij hopen de jongens zo gauw mogelijk op te pakken.

De politie heeft verder ook het initiatief genomen voorlichting te gegeven in de zuidelijke buurten van Paramaribo over de partiële lockdown, via het beschikbare geluidsapparaat in de politieauto’s. Op deze manier worden ouders gevraagd te letten op hun kinderen en erop toe te zien dat zij thuis zijn tussen 20.00 uur en 06.00 uur.

Personeel SurPost dinsdagochtend 7 april in actie op Kerkplein

Salarissen pas rond de 5e van de volgende maand uitbetaald, vaak in delen

'Wij zijn lid van de CLO, maar Hooghart staat aan de kant van de directeur, dus daar kunnen we niks mee'🤔😒


De voorzitter van de DPWO (Dienst der Posterijen Werknemers Organisatie),  Walther Uiterloo, zegt maandag 6 april 2020 in het Dagblad Suriname dat de werknemers, in totaal ongeveer 200, dinsdag om negen uur ‘s morgens in protest zullen gaan op het Kerkplein. De reden hiertoe is dat structureel al heel lang de salarissen pas rond de 5e van de volgende maand worden uitbetaald, en dan heel vaak ook nog in delen. 

Maar, zegt Uiterloo, er is nog veel meer mis in de onderneming vanaf het moment dat deze directeur in 2013 in die functie kwam. De werknemers zijn het beu en de bond heeft haar goedkeuring gegeven aan de actie. 'Vanaf september 2019 worden onze salarissen structureel niet op tijd uitbetaald. Hij betaalt gewoon de 3e, 4e of 5e dag van de volgende maand. We hebben ons ongenoegen al heel lang terug naar de autoriteiten doorgespeeld, we hebben zelfs op de stoep gestaan van het ministerie van Financiën waaronder wij vallen, maar niemand luistert naar ons!’ 

Uiterloo vindt, dat de directeur gewoon de wet aan een kant zet door werknemers niet zoals voorgeschreven uiterlijk op de laatste dag van de maand uit te betalen. 'Op 3 april betaalde hij een deel uit, en vandaag weer een deel, zo kan dat niet gaan in een overheidsbedrijf! Hij zegt gewoon dat de rest volgt. Maar, dat is maar een klein deel van het wanbeleid, want als ik eenmaal begin ben ik morgen nog niet klaar.'

De actie houdt in dat men naar het hoofdkantoor gaat om te protesteren om de gemeenschap te laten zien dat het zo niet verder kan. Volgens Uiterloo zal men zich houden aan de geldende voorschriften van social distancing en het verbod op samenscholing, maar de maat is nu wel vol.

'Die man is al 74 jaar oud, volgens mij al dement, hij moet opstappen en plaatsmaken voor jongere mensen. Wij zijn lid van de CLO (Centrale van Landsdienaren Organisaties), maar Hooghart staat aan de kant van de directeur, dus daar kunnen we niks mee. Daarom voeren we morgen actie!'

'Citgo op Aruba alsnog houden aan verplichting installaties te ontmantelen'

(Bron foto: 24Ora.com)
'Citgo zou achterstallige belastingen en verschuldigde huur moeten betalen'

'Regering stelt Citgo niet aansprakelijk voor milieuschade, die er overigens nauwelijks is'


'Citgo zou niet alleen de achterstallige belastingen, maar ook de verschuldigde huur moeten betalen. Het bedrijf heeft geld zat. In de beëindigingsovereenkomst zou moeten staan dat als de overheid geen nieuwe partner vindt, Citgo alsnog gehouden wordt aan de verplichting om de installaties te ontmantelen.' Advocaat Johan Sjiem Fat vindt het onbegrijpelijk, dat de regering bereid is akkoord te gaan met ‘slechts’ 16 miljoen dollar aan achterstallige belasting, om de overeenkomst met Citgo te ontbinden, zo schrijft het Antilliaans Dagblad vandaag, dinsdag 7 april 2020. 

Hij weet waar hij over spreekt, want Sjiem Fat was destijds betrokken bij de totstandkoming van de contracten.

Minister-president Evelyn Wever-Croes maakte een week geleden bekend, dat het onderhandelingsteam het onderste uit de kan heeft weten te halen met het bedrag. 'Citgo gaf vorig jaar al aan, dat het bedrijf het contract niet kon nakomen vanwege de sancties van de Verenigde Staten tegen Venezuela. Vanaf dat moment zijn we in onderhandeling over beëindiging. In mei 2019 hebben we een Memorandum of Understanding gesloten met die strekking.'

Volgens de bewindsvrouwe heeft Citgo duidelijk gemaakt, dat er geen geld is om de huur te betalen, noch het personeel. 'Na lang onderhandelen hebben we bereikt dat Citgo 16 miljoen dollar betaalt aan belastingen. De regering stelt Citgo niet aansprakelijk voor milieuschade, die er overigens nauwelijks is. Ook krijgt Citgo vrijstelling van de verplichting om de installaties te ontmantelen. Ze hebben daar geen geld voor en ook het geld van de garantiestelling is er niet. Citgo krijgt verder kwijtschelding van de huur die sinds 1 maart vorig jaar niet is betaald.'

In een interview met 24Ora.com laat Sjiem Fat weinig heel van de deal. 'Aruba krijgt een relatief klein bedrag en draait straks zelf op voor de kosten van de ontmanteling van de installaties, die kunnen oplopen tot wel 100.000 dollar.' Dat het zover komt, is voor hem duidelijk. 

'Er staan geen bedrijven in de rij om zich in San Nicolas te vestigen. De oliewereld is klein en de problemen die Citgo heeft vanwege de sancties tegen Venezuela, zijn al drie jaar bekend. Als er een serieuze gegadigde was, had die zich allang gemeld. De twintig geïnteresseerden waar de regering mee schermt zijn tussenpersonen, die met veel bombarie een Letter of Intent tekenen en dan op zoek gaan naar een overnamekandidaat. Het loopt op niets uit.'

CHATA Curaçao: 'Tijd is van essentieel belang bij dit voorstel voor arbeidsondersteuning”,

Hospitalityvereniging dringt aan op snel handelen door Nederland 

'Deze crisis zal de bouwgrond zijn voor de herpositionering van Curaçao voor een betere toekomst'


Hospitalityvereniging CHATA (Curaçao Hospitality & Tourism Association)  hoopt dat Nederland het ondersteuningsplan van de Curaçaose regering - inclusief de benodigde financiering - snel goedkeurt. 'Tijd is van essentieel belang bij dit voorstel voor arbeidsondersteuning', zo benadrukt de vereniging in een paginagrote advertentie, aldus vandaag, dinsdag 7 april 2020, het Antilliaans Dagblad. 

Het door de regering van Curaçao voorgestelde arbeidsondersteuningsplan zal volgens CHATA de drijvende kracht zijn achter het voortbestaan van de toeristenindustrie. 'Het zal op de een of andere manier ook de bedrijfscontinuïteit garanderen door de economische infrastructuur van de business in place te houden en een snellere comeback te garanderen zodra de coronacrisis voorbij is. Dit, in combinatie met de eerder aangekondigde plannen, zijn allemaal belangrijke ingrediënten om de crisis te kunnen overwinnen', aldus CHATA, die de regering prijst voor de genomen maatregelen.

De hospitalityvereniging geeft aan, dat de horeca en het toerisme twee van de sectoren zijn die het meest zijn getroffen door de coronacrisis en dat deze sectoren ook het komende kwartaal kwetsbaar blijven. In dit kader juicht de vereniging de ‘moedige inspanningen en maatregelen van de regering van Curaçao’ toe om de veiligheid, de volksgezondheid en het welzijn van de gemeenschap te waarborgen.

'CHATA’s belangrijkste focus sinds het begin van de crisis was om haar leden op verschillende manieren te ondersteunen, met een focus op liquiditeit (cashflow) en het veiligstellen van de werkgelegenheid van 16.000 professionals uit de industrie.'

CHATA is zelf voortdurend in dialoog geweest met het ministerie van Economische Ontwikkeling om input te leveren over het ondersteuningsplan en gegevens over de impact op de toeristenindustrie met de regering te delen. 'De grootste zorg van CHATA over werkgelegenheid en arbeidsondersteuning is aangepakt door de regering van Curaçao. De toeristenindustrie zal, net als de andere getroffen industrieën op Curaçao, arbeidsondersteuning krijgen in de vorm van een subsidie om aan haar arbeidsverplichtingen te kunnen voldoen. Deze ondersteuning heeft een directe impact op de werknemers in de branche doordat ze hun baan kunnen behouden en hun inkomen kunnen blijven ontvangen.'

Nu het pakket op tafel ligt, is het belangrijk dat dit zo snel mogelijk door Nederland wordt goedgekeurd, zo benadrukt de hospitalityvereniging. Maar ook dat alle andere economische sectoren het voorstel van de regering steunen en het zo goed mogelijk uitvoeren. 'We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Deze crisis zal de bouwgrond zijn voor de herpositionering van Curaçao voor een betere toekomst.'

'Land Curaçao houdt niet slechts hand op in veronderstelling dat Nederland, Koninkrijk en/of internationale gemeenschap over brug komt'

Staatsfonds laten controleren door Soab en Rijksaccoun- tantsdienst 


Eigen verantwoordelijkheid van Curaçao en controle van de bestedingen door het ‘Staatsfonds’, zoals het noodfonds vermoedelijk officieel gaat heten, staan centraal in het voorstel van de commissie die het kabinet-Rhuggenaath in deze coronacrisis bijstaat, zo schrijft het Antilliaans Dagblad vandaag, dinsdag 7 april 2020.

'De regering hecht eraan te benadrukken, dat zij zich volledig bewust is van het feit dat de indruk zou kunnen worden gewekt dat het Land Curaçao slechts haar hand ophoudt in de veronderstelling dat Nederland, het Koninkrijk en/of de internationale gemeenschap wel over de brug zal komen. Dat is echter niet de bedoeling en/of de intentie van de regering', schrijft de Commissie Noodfonds.

De nadruk wordt momenteel gelegd op de meest urgente maatregelen die noodzakelijk zijn om grootschalig banenverlies en bedrijfssluitingen op zeer korte termijn te voorkomen. 'Dit neemt echter niet weg, dat er ook gekeken zal worden op welke wijze het Land zelf - ook financieel - kan bijdragen.'

Gezien de financiële positie van de Curaçaose overheid zal dat ‘geen gemakkelijke opgave zijn’, maar - aldus de commissie onder leiding van Daisy Tyrol-Carolus - de regering heeft deze vraag al bij de Commissie neergelegd ‘zonder beperkende voorwaarden’. 'Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de invoering van een solidariteitsheffing op alle inkomens - ook die van ambtenaren en overheids-nv’s - waarbij iedereen een bijdrage levert aan het herstel van Curaçao.'

Zo staat er in het voorlopige rapport van 1 april jongstleden dat door de regering samen met een brief óók naar de Rijksministerraad (RMR) in Den Haag is gestuurd. De commissie en het kabinet hechten ook grote waarde aan controle. De keuze is gemaakt om de lokale Stichting Overheidsaccountantsbureau (Soab) en de Nederlandse Rijksaccountantsdienst te vragen als accountant op te treden. Met beide instanties moet overigens het overleg hierover nog worden gevoerd, zodat het op dit moment niet meer is dan een intentie.