'Op het vlak van quorum ben ik niet tevreden'
Assembleevoorzitster Jennifer Geerlings-Simons verbaast zich niet over de kritiek van de oppositie dat ze worden gekortwiekt qua spreekruimte door de leiding van het parlement. 'Dat is hun modus operandi.' Ook de tactieken van de coalitie zijn haar niet vreemd.
'Ik werk al 25 jaar in het parlement. Ik heb aan beide kanten gezeten en onderzoek mijn werk steeds weer en hoe ik balans daarin moet brengen', zegt ze in de Ware Tijd van vandaag, zaterdag 11 januari 2020.
'Met het opgooien van de vergaderingen kan de burgerij ook zien wie meer gelegenheid krijgt voor een punt van orde. Natuurlijk hebben mensen hun meningen. Wanneer mijn coalitie teveel kritiek op mij heeft zeggen ze het aan mij en niet aan u. Als ik me als voorzitter te veel ga focussen op wat de oppositie en coalitie zeggen, zal ik mijn werk niet goed doen. Ik heb een reglement van orde en daaraan probeer ik mij te houden.'
Geerlings-Simons geeft aan, dat in het verleden de spreektijd niet werd gecontroleerd. Zij heeft daar verandering in gebracht. 'Mensen willen meer ruimte hebben om iets te zeggen. Dat wil niet zeggen, dat de voorzitter het moet toestaan. Kritiek houdt je sterk en je evalueert of het terecht is.'
Volgens haar hebben de leden gefunctioneerd op basis van de mogelijkheden die er bestaan binnen het parlement. Ook de ondersteuning om te komen tot initiatiefwetten.
Ze stoort zich eraan, dat er op bepaalde momenten geen quorum was. 'Ik moet vaak een uur wachten. Dus op dit vlak ben ik niet tevreden. Het komt wel, maar het is nog niet wat het wezen moet. In de regio ontbreekt het initiatiefrecht voor parlementariërs. Veel leden van andere parlementen hebben tegen mij gezegd, dat wij vele mogelijkheden hebben in tegenstelling tot hun waarbij zij geen initiatiefwetten kunnen indienen', legt Geerlings-Simons uit.
Zij zegt dat er zestien initiatiefwetten zijn ingediend. In de periode voor 2010 waren initiatiefvoorstellen volgens haar een hoge uitzondering. 'In Suriname hebben we een achterstand in sociaal economische wetgeving. Die hebben wij een beetje ingelopen. Ik vind dat we het beter kunnen. We kunnen niet van het ene uiterste naar het andere.'
Over het functioneren van het parlement zal de samenleving een oordeel moet vellen.
Wel probeert de parlementsvoorzitster zoveel mogelijk procedures vast te leggen. 'Het parlement heeft ten opzichte van parlementen in de regio een behoorlijke basis om te functioneren zowel technisch, professioneel en wetenschappelijk.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten